Dat zegt hij in de donderdag verschenen aflevering van de podcast ”Door de ogen van de Koning”, waarin hij uitgebreid spreekt over de relatie met het Caribisch deel van het Koninkrijk en het koloniale verleden.

Gesprekken die de koning voerde met nazaten van tot slaaf gemaakten ervaarde hij als „open, eerlijk, soms rauw en emotioneel”. De pijn van het koloniale verleden „is niet iets van een klein groepje in de samenleving dat verbitterd is. Het zit heel diep, omdat de gevolgen vandaag de dag nog voelbaar zijn, bijvoorbeeld in racisme en discriminatie.” Volgens de vorst staat Nederland aan het begin van een helingsproces. Op de vraag of dat afgerond is als Amalia koningin wordt, antwoordt hij: „Dat zal mij een lief ding waard zijn. Maar ik vermoed dat het nog heel lang duurt voordat we hiermee als maatschappij in het reine zijn gekomen.”

Over het onderzoek dat hij laat doen naar de rol van zijn eigen familie in de koloniale geschiedenis, zegt hij: „Ik wil echt schoon schip maken. Ik weet dat ik zelf nergens schuldig aan ben, maar ik heb wel een verantwoordelijkheid naar de Nederlandse maatschappij over wat mijn voorouders gedaan hebben.”