De brief van Jakobus stond centraal tijdens de ontmoetingsdag van de stichting Bewaar het Pand, die werd gehouden in de christelijke gereformeerde kerk in Werkendam. Vier sprekers belichten diverse aspecten van deze brief.

In 1 Korinthe 15 schrijft Paulus dat er mensen waren die de opstanding der doden loochenden. Maar er waren er ook die getuigden dat Jezus leeft, zei ds. M.A. Kempeneers. „In die rij staat ook Jakobus”, zei de predikant uit Barendrecht, die sprak over ”Jakobus en Gods genade”.

Om welke Jakobus gaat het? Volgens ds. Kempeneers is het niet de broer van Johannes en evenmin de zoon van Alpheüs, maar gaat het om de tweede zoon uit het gezin van Jezus. „Van de broers uit dit gezin lezen we dat ze niet in Jezus geloofden. Ze werden zelfs aan Hem geërgerd. Als gelovige Jood geloofde Jakobus wel, maar niet in het voorwerp van het geloof”, zei ds. Kempeneers.

Toch is er volgens de predikant wat veranderd in het leven van Jakobus. In 1 Korinthe 15 staat dat Jezus ook aan Jakobus is verschenen. Volgens de predikant herkende hij zich kennelijk in de bekering van Paulus en getuigt hij in zijn brief van de opstanding van Jezus. „Zo is Jakobus een teken van Gods genade.”

Macht van de tong

Vervolgens sprak ds. J. de Bruin uit Rotterdam-Kralingen over de macht van de tong, naar aanleiding van Jakobus 3:1-12. De tong wordt vergeleken met een bit dat een paard in bedwang houdt, een klein roer dat een schip stuurt en een vlammetje dat een grote brand veroorzaakt. De kleine tong doet grote dingen. De Kralingse predikant sprak over een lovende tong, een vloekende tong en een gereinigde tong.

„Die lovende tong zijn we in het paradijs kwijt geraakt. Het is toen een vloekende tong geworden. De mens heeft de duivel geloofd. Sindsdien zijn onze mond en tong een wereld van ongerechtigheid. Ze staan onder de macht van de duivel”, aldus ds. De Bruin. Volgens hem leert die tong zwijgen als een mens door de Geest leert dat hij zondaar is voor God en dat er voor die zondige tong vergeving is. „Zo wordt onze zondige tong een gereinigde tong.”

Geloof en de werken

„Een geloof zonder de werken is een dood geloof.” Dat zei emeritus predikant ds. Hoefnagel in de middagbijeenkomst, naar aanleiding van Jakobus 2:14-26. Een levend geloof is volgens hem wat God werkt. Daarin krijgt God de eer.

Gerechtvaardigd worden door het geloof is dat je op je plek wordt gezegd, stelde hij. „Zo leer je jezelf kennen. Hij rechtvaardigt zondaren, maar in zichzelf blijven ze zondaar. In Zijn genade ziet Hij op zulke mensen neer en dan wordt het wonder van Gods genade ervaren”, zei de predikant.

Luther heeft ermee geworsteld dat we door het geloof zalig worden en niet door de werken, zoals Jakobus schrijft. Wat doet die brief van Jakobus in de Bijbel? vroeg Luther zich af. „Hij wilde met die brief de kachel aanmaken. Hij had ontdekt dat we uit genade zalig worden.”

Volgens ds. Hoefnagel is het geloof door de liefde werkende. „Zo komt er liefde tot God en de naaste.”

Toekomst

„Is er nog toekomst voor de Christelijke Gereformeerde Kerken?” vroeg ds. W.L van der Staaij. „Jakobus wijst ons op de toekomst des Heeren en zegt dat we lankmoedig, geduldig en verdraagzaam moeten zijn in lijden en onrecht”, aldus de predikant uit Scheveningen.

„Versterk uw harten in de Heere.” Jakobus wijst daarvoor naar de profeten en Job. Jakobus wijst ook op het gebed en doet een beroep op de Naam des Heeren, stelde ds. Van der Staaij. Een gebed is volgens hem een aanhoudend, een gelovig en een krachtig gebed. „Volgens Jakobus is dat ter bemoediging.”