Dr. Hengstmengel: Toon aan dat Nadere Reformatie in deze tijd nog relevant is
Heeft de Nadere Reformatie mensen in deze tijd nog iets te zeggen? Dat vraagt dr. J.W. Hengstmengel zich af. „Over de blijvende relevantie van de Nadere Reformatie doet de Encyclopedie Nadere Reformatie er het zwijgen toe.”
De universitair docent aan de faculteit religie en theologie van de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam zei dat zaterdag in Linschoten. Hij sprak bij de presentatie van het vijfde en laatste deel van de Encyclopedie Nadere Reformatie.
Vanaf 2015 verschenen er twee delen met biografieën van vroomheidsbevorderaars in de zeventiende en achttiende eeuw. Daarna zagen drie delen met thema’s –264 in totaal– het licht, bijvoorbeeld over ”aanbod van genade” en ”haardracht”.
Bavinck
Het laatste deel, met de letters s-z en het register, verscheen zaterdag. Het eerste exemplaar werd door redactielid prof. dr. A. de Reuver overhandigd aan prof. dr. W.J. op ’t Hof, voorzitter van Stichting Studie Nadere Reformatie (SSNR), die de meeste lemma’s geschreven heeft.
Tijdens de bijeenkomst gaf dr. Hengstmengel, die niet bij de totstandkoming betrokken was, zijn mening over de encyclopedie onder de titel ”De blik van een buitenstaander”. Hij haalde Herman Bavinck, uit de school van Abraham Kuyper, aan. Volgens deze neocalvinist waren er nieuwe theologische gidsen nodig. Bavinck schreef: „Hoeveel goeds Frankens Kern, Marcks Merg en Brakels Redelijke Godsdienst in vroeger dagen hebben uitgewerkt, ze zijn thans niet meer tot nieuw leven te brengen en spreken het jongere geslacht niet meer aan.”
Dat bracht de docent tot de vragen: „Hebben de werken en denkbeelden van het Nederlands gereformeerd piëtisme en de Nadere Reformatie ons nog wel iets te zeggen? Kunnen ze de nieuwe generaties nog wel aanspreken?” Dr. Hengstmengel vindt het jammer dat de encyclopedie zwijgt over het belang van de Nadere Reformatie voor deze tijd. Hij stelde de redactie voor om aan te tonen dat die relevantie er nog wel is, bijvoorbeeld in de vorm van een uitleiding bij een volgende druk.
Nieuwe vondsten
Dr. R. Bisschop, Tweede Kamerlid voor de SGP en bestuurslid van de SSNR, bediende dr. Hengstmengel op zijn wenken. Hij erkende dat de encyclopedie het bestaande beeld van de Nadere Reformatie lijkt te bevestigen: dat het na de achttiende eeuw afgelopen zou zijn met de doorwerking van deze vroomheidsbeweging. Hij vindt het zinvol om in een tweede druk aandacht te hebben voor de Nederlandse gereformeerde vroomheidsbewegingen in de negentiende en de twintigste eeuw.
Er moet ook aandacht blijven voor nieuws over de Nadere Reformatie, vindt Bisschop. „Het werk is nooit af. Er komen steeds nieuwe vondsten.” Als eerste voorbeeld noemde hij het huwelijksgedicht van Abraham Hellenbroek, dat is gevonden na de totstandkoming van diens biografie in de encyclopedie. Verder verwees hij naar Wilhelmus Velingius (1646-1690) die niet opgenomen is in de encyclopedie, maar die plaats wel verdient.
Prof. De Reuver roemde in zijn bijdrage het vele werk dat prof. Op ’t Hof voor de totstandkoming van de encyclopedie gedaan heeft. Hij noemde hem –met een knipoog naar Voetius en Teellinck– de spil en vader van de encyclopedie.
Prof. Op ’t Hof stelde in een dankwoord dat hij de relevantie van de Nadere Reformatie in zijn afscheidsrede als hoogleraar aan de VU duidelijk genoemd heeft. Er is een boekje van die oratie uitgegeven, maar „dat is doodgezwegen. Men vond het niet aangenaam.”
Hij vindt de boodschap van de Nadere Reformatie relevant voor deze tijd en stelde voor dat de redactie van de encyclopedie zich buigt over de vraag of er een boekje te schrijven is over het belang van de Nadere Reformatie voor nu.