Soms ontdek je nieuwe boeken waarbij je meteen denkt: waarom heeft iemand zoiets niet eerder gemaakt? Zoals de serie ”Bam! Ik lees”, non-fictieboeken voor kinderen vanaf eind groep 3.
Alle delen gaan over bij kinderen populaire onderwerpen, zoals paarden, voetbal, panda’s of gamen. Het eigene van de serie zit ’m in de toegankelijke toon, waarbij de schrijvers vaak humor gebruiken en de lezer soms ook heel direct aanspreken. „Jij houdt van paarden. Anders had je dit boek niet gepakt. Je hebt geluk! Dit boek vertelt je over dit prachtdier”, zo begint het deel over paarden, ”Op een paard, hi ha!”. Auteur is Tiny Fisscher, Anne Roos Kleiss maakte –onder de naam Roozeboos– kleurrijke illustraties in collagestijl.
In dit deel valt genoeg te leren. Wat is wild en wat is tam? Wat is een konik? Waarom rolt een paard door het zand? Maar ook onderwerpen als cowboys, politiepaarden en paardentaal komen in een paar zinnen langs. In dit deel is de tekst bondig en luchtig, de humor is hier vooral te zien in de tekeningen. Zo is er een plaat waarop een paard met een bril en een politiepet op achter een bureau zit. Ook grappig: naast een paard dat paardenvijgen achterlaat op de stoep is een openstaande koffer getekend waaruit wc-rollen vallen.
Er verschenen meteen zes delen in de reeks. Van ”Aai, een haai” (Joukje Akveld) tot ”Voetbal is (g)een feest” (Fred Diks). De illustratoren zijn even divers als de auteurs. De eenheid komt door het concept en de lay-out van de boekjes. De serie is geschikt voor leergierige kinderen, maar ook prettig als informatie voor een spreekbeurt.
Boekgegevens
”Bam! Op een paard, hi ha!”, Tiny Fisscher en Roozeboos (ill.); uitg. Volt; 32 blz.; € 10,99