Ze wordt blij van een merel en van plantjes die spontaan bovenkomen. Tuinavonturier Katja Staring (52) kan uren vertellen over haar liefde voor de natuur. Begin dit jaar verscheen haar boek ”Van tegeltuin naar jungle”.
„Neem maar een hap”, zegt Katja Staring. Ze heeft zojuist ontdekt dat in de grond onder haar afgezaagde regenpijp winterpostelein groeit. Zelf heeft ze al een blaadje in haar mond. „Elke dag gebeurt er wel wat nieuws in mijn tuin. Vanmorgen zag ik een mannetjesmerel uitgebreid badderen in de vijver. Die dacht: het zonnetje schijnt en het is lente. Ja, met een tuin heb je je eigen natuurfilm bij huis.”
Staring komt uit het Brabantse dorp Udenhout. „Ik was altijd al geïnteresseerd in planten. Ik tekende ze na en had een boekje waarin ik kon zien wat voor planten dat waren. Ik kweekte plantjes uit paprikazaadjes en bonen om te kijken hoe ze groeiden. Maar ik vond schrijven en fotografie ook leuk en uiteindelijk ben ik journalistiek gaan studeren.”
Na haar studie komt Staring bij de ANWB terecht. Daar schrijft ze over wandelen, fietsen en varen. „Ik was heel veel met buiten- onderwerpen bezig en ik tuinierde ook.” Als ze in een grote boerderij gaat wonen, neemt het tuinieren serieuzer vormen aan.
Er volgen verschillende natuurboeken: ”Iedereen kan avontuurlijk tuinieren” (dat ze schrijft met tuinontwerper Nienke Plantinga), ”Plantchemie”, ”Liefde voor dahlia’s” en het kinderboek ”Maak je eigen dierentuin”. Begin dit jaar verscheen ”Van tegeltuin naar jungle”.
„Iedereen gierde van het lachen toen ik de foto’s van mijn nieuwe tuin liet zien op sociale media. Jíj en deze tuin? Te grappig!” zo begint Staring haar nieuwste boek. De natuurliefhebber kocht in oktober 2021 een huis waarvan de achtertuin grotendeels betegeld was. Het groen dát er was, kwam van een strookje kunstgras. In de voortuin lag grind. En toch was de tuin een kolfje naar haar hand. „Voor mij was het een unieke gelegenheid om te laten zien hoe je van zoiets in een jaar tijd een oase maakt.”
Saai
Alleen maar tegels in je tuin. Staring kan zich het niet voorstellen. „Ten eerste lijkt het me heel saai om naar een betegelde tuin te kijken. Er is weinig te beleven. Er vliegt misschien een vogel langs en er steekt een mier over, maar dat is het dan. Een groene tuin heeft als voordeel dat er iets gebeurt. Bovendien: het water kan in de bodem wegzakken, in de zomer is het er koeler én je wordt een gezonder mens van groen om je heen.”
Staring toverde in een jaar tijd haar tuin, waarin vogels of andere dieren weinig te zoeken hadden, om tot een plant- en dierenrijke omgeving. Het grootste deel van de bestrating ging eruit. De tegels voerde ze niet af, maar verwerkte ze in borders voor allerhande planten. Ze legde een vijvertje aan en een sedumdak. Ook maakte ze een kruidenspiraal van een berg tuintegels, met ruimte voor allerhande kruiden. Aangezien je een schaduw- en een zonkant hebt, een top en een voet, krijg je verschillende klimaten op de berg. Daardoor voelen diverse soorten kruiden zich er thuis. Rozemarijn, tijm en lavendel kunnen bijvoorbeeld goed tegen hitte en vinden het op de top prettig. Bieslook en peterselie hebben juist meer vocht en schaduw nodig. Die kun je onderaan zetten, waar het vochtiger is en de zon minder schijnt.
Regenwater
Haar bevindingen verwerkte Staring in haar nieuwste boek. Ze beschrijft hoe je een levendige tuin kunt creëren. De waterhuishouding is belangrijk. „Voorkom dat regenwater na een bui direct in het riool stort. Leid het slim de tuin in, zodat je planten er direct van profiteren en het uiteindelijk naar het grondwater zakt”, aldus Staring.
Van hergebruik is Staring een groot voorstander. Volgens haar „piept en kraakt” de aarde door onze overmatige consumptie. Ze roept iedereen op lak te hebben aan mode, dingen die stuk zijn te repareren, minder te kopen en meer te lenen. En áls je iets moet kopen, doe het dan tweedehands, is haar adagium.
De tuin levert de auteur iets eetbaars op, zo blijkt tijdens de koffie. „Ik heb mijn kruiden en ik eet de vruchten van de boompjes. Ik heb ook een teil waarin ik palmkool en broccoli heb staan. Verder zijn de bloemetjes van de forsythia eetbaar –haal het groen er wel af– en paardenbloemblad ook. Dat laatste schijnt heel goed voor je lever te zijn. Elke dag een paardenbloemblad is beter dan pilletjes. En ik kan straks ook kleine veldkers eten en hertshoornweegbree.”
Regenwater
Staring doet een van de keukenkastjes open. „Ik koop bijna geen kruidenthee in de winkel. Mijn thee komt uit eigen tuin.” In het kastje staan doorzichtige potjes. De etiketten vermelden: munt, kamille, citroenverbena, heermoes, goudsbloem, lindebloesem en dropplant. „Ik haal ook weleens wat dennennaalden uit het bos; daar maak ik ook thee van. Als je wilt wildplukken, doe het dan in eigen tuin. Je weet wat je plukt, en je weet dat er geen honden op geplast hebben.”
Met Staring kun je uren praten over de natuur. Ze hoopt mensen te inspireren een groene tuin aan te leggen. „Als jij een groene tuin aanlegt, zijn de buren ook sneller geneigd dat te doen. Mensen kijken toch altijd: wat doen de buren, wat is hier de norm? Ik heb het grind uit mijn voortuin gehaald en er allerlei planten in gezet. Niet lang daarna haalde mijn buurvrouw een paar tegels uit haar voortuin en plantte ze een blauwe regen. Als je in je voortuin bezig bent, blijven mensen ook geregeld staan voor een praatje. Het is een manier om met andere mensen in contact te komen. Dat is ook weer goed voor je welbevinden”, zegt ze enthousiast.
Tegenwoordig schrijft Staring als freelance journalist voor verschillende tuinbladen. Ook beheert ze het groene Instagramaccount @DailyGreenspiration) én heeft ze behalve haar tuin bij huis ook nog een natuurtuin van 900 vierkante meter in Tilburg. Daar probeert ze van alles uit. En ze is ook al bezig met een nieuw boek. Dit keer gaat het over ”slow flowers” (langzame bloemen). „Het is leuk om een bos bloemen te krijgen, maar zo’n boeket is één bonk gif. Bloemen worden behandeld met pesticiden en kunstmest. Ze staan ook nog eens vaak in verwarmde kassen. Bloemen uit de winkel vragen bovendien veel verpakkingsmateriaal én ze moeten worden vervoerd. Heel veel bloemen worden ook ingevlogen uit landen als Afrika en Zuid-Amerika. Vaak zijn arbeidsomstandigheden daar slecht”, zegt Staring gepassioneerd. Een boeket uit de winkel is aan haar niet meer besteed. „De bloemen die ik in huis haal, komen allemaal uit eigen tuin. En in de winter staan er alleen droogbloemen.”
Alles mag
Iedereen kan een natuurgebiedje maken van zijn tuin, is de boodschap van Staring. „Niets moet, alles mag. Tuinieren geeft je ook levenslessen. Je maakt fouten –nou ja, fouten, de natuur is eigenwijs– en dat moet je accepteren. Bij mij gaat de winterpostelein op een plek groeien die onhandig is, want ik moet daar met de kliko overheen. Accepteer ook de slak die zegt: hap, hap, hap. Hij hoeft niet gelijk dood. Het beestje denkt gewoon: wat een heerlijk sappige plant, die moet ik hebben! Als je geen slakken wilt, plant dan geen sappige planten of op een plek waar ze niet bij kunnen. Het is ook: samen zullen we eerlijk delen.”