In de haven van Urk is het goed te zien. Kotters zijn er nauwelijks, binnenvaartschepen des te meer. „Slingeren is het grootste verschil.”
Een van de vissers die van buiten naar binnen ging is Jan Iede de Boer (36). De Urker was ooit schipper van de UK 97. Het schip werd gesaneerd en De Boer monsterde aan op een rondvaartboot in de Amsterdamse grachten. „Leuke tijd gehad, maar niet om jaren te doen.”
Vorig jaar kocht hij samen met zijn zwager Jelle Loosman een binnenvaartschip, de Zwaantje. Ze vervoeren met het 85 meter lange drogeladingschip van alles: mais, zand, rollen ijzer, kalkpoeder of boomstammen.
„Het eerste halfjaar was best zwaar”, zegt De Boer in de haven van Kampen, waar hij een lading boomstammen laadt. „Je hebt behoorlijk veel tijd nodig om er in te komen.” Via een bevrachtingskantoor komt de Zwaantje aan lading die wordt vervoerd in Nederland, België en Noord-Duitsland.
„Het slingeren van het schip is het grootste verschil met de visserij”, lacht De Boer. „Dit is een vrij vak, de visserij niet meer. We maken als Urkers de afbraak mee. Er komen meer regels en minder kotters.”
Als de ex-visser met zijn binnenvaartschip een controleboot tegenkomt „begint alles te steken.” De Boer: „Ik was bang voor iedere controle. Ze vinden altijd wel wat. In dit vak is iedereen blij met je. Het gaat er allemaal veel gemoedelijker aan toe.”
Hoewel De Boer zijn brood in de binnenvaart verdient, ligt zijn hart nog altijd bij de visserij. „Ik was het liefst op zee gebleven. Vissen is prachtig. Maar dat is ons gewoon door de overheid afgepakt.”
Volgens opgave van de gemeente Urk schreven de afgelopen jaren 70 van de 385 geregistreerde vissersmannen zich uit. Een groot deel van hen vond werk in de binnenvaart. Anderen gingen naar de baggersector en de tapijtindustrie.
Volgende maand zal de Urker gemeenteraad naar verwachting besluiten over de aanleg van een nieuwe buitendijkse haven. De gemeente liet een marktonderzoek doen waaruit blijkt dat er duidelijke kansen zijn voor een haven, ten zuiden van het dorp.
Een groep van zeventig Urker binnenvaartondernemers wil dolgraag dat Urk letterlijk plaats biedt aan de snelgroeiende sector. De binnenvaart heeft de wind momenteel mee, weet een woordvoerder van de groep. „De sector wordt erg gestimuleerd vanuit Brussel en Den Haag. Het is een milieuvriendelijke manier van transport. Een schip van 1100 ton staat gelijk aan bijna dertig vrachtwagens.”
De Urker verwacht dat de onstuimige groei van de plaatselijke binnenvaartsector nog wel even doorzet. „De cursus voor het groot vaarbewijs op de visserijschool zit vol. Het aantal aanmeldingen voor de opleiding tot vissersman valt tegen. Dat is tekenend.”
De woordvoerder ziet grote kansen voor Urk. „Het dorp ligt op een prima locatie. Aan diep vaarwater en dicht bij een mooi bedrijventerrein en de snelweg. Ideaal voor overslag. Een buitendijkse haven hoeft ook niet veel te kosten. Leg een kade in het water en maak een verbinding met het land achter de dijk. Het moet hier toch makkelijker zijn dan in Kampen, waar allemaal land weggegraven moest worden voor een nieuwe haven.”
Binnenvaartschipper De Boer laat weten dat varen op de rustige binnenwateren staat of valt met een solide bevrachtingkantoor. „Het is raadzaam om met goede mensen in zee te gaan.” Zelf zit hij bij Transito Bevrachting in Werkendam. „Zij houden ons wel van de straat.”
kop (u11,2,28(Nog geen man overboord
naam (u12,1,0(Redactie economie
aanhef (u13,1,0(ROTTERDAM - Raakt de economische malaise ook de binnenvaart?
Henk van der Velde, secretaris van de Christelijke Bond van Ondernemers in de Binnenvaart (CBOB), stelt dat er nog geen man overboord is. Maar „het zal ons niet onberoerd laten.”
De binnenvaartsector telt ongeveer 4000 bedrijven. De CBOB heeft 340 leden. Het gemiddelde tonnage van een binnenvaartschip ligt op 1500 ton.
„De contracten voor volgend jaar staan onder druk”, aldus Van der Velde. „Ook blijven de schepen tussen twee opdrachten iets langer leeg.” Omdat volgens de CBOB-secretaris de vraag naar grondstoffen zal afnemen, is er teruggang. „In welke mate durf ik niet te zeggen.”
Het gekke is dat bijvoorbeeld de tankvaart het werk niet aan kan. „Dankzij de lagere olieprijs zijn ze ontzettend druk. Al die oliemannen willen hun voorraden goed aanvullen.”
De Rabobank, de belangrijkste geldschieter in de sector, heeft eerder laten weten dat schippers niet bang hoeven te zijn om te investeren. Van der Velde: „Ze maken wel even pas op de plaats. Voorzichtigheid is geboden.”