Joodse studenten zeggen zich vaak onveilig te voelen op Nederlandse universiteiten. Dat een Palestijnse activist deze week mag komen vertellen dat Israël van de kaart moet worden geveegd, draagt daar ook aan bij.
Raouf Leeraar, sinds kort politiek adviseur van het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI), twitterde vrijdag: „Aanstaande week doet @univgroningen mee aan de Israel Apartheidsweek. Waarom draagt de @univgroningen bij aan het stigmatiseren van een heel land? En al haar inwoners? Zelfs Omar Barghouti, oprichter van BDS, is uitgenodigd. Hij strijdt actief voor het vernietigen van Israel… Is het wegzetten van 1 groep als onderdrukkers acceptabel op een Rijksuniversiteit? De universiteit moet een plek zijn voor iedereen, waar een dialoog kan worden gevoerd. Maar nu verwordt de RUG tot een plek waar Joden en Israeli’s niet veilig zijn? Hoe zit het met de veiligheid zodra er wordt gesproken over de vernietiging van een staat?”
Leeraar studeerde zelf in Groningen; hij haalde er vorig jaar een mastergraad Midden-Oostenstudies. „Zodra Israël ter sprake kwam, was de teneur: Israël schendt mensenrechten en steelt land”, zegt hij.
Deze week zijn er bijeenkomsten vanwege de ”Israeli apartheidsweek 2023”. Donderdagavond spreekt Omar Barghouti, medeoprichter van de BDS-beweging voor Palestijnse rechten. „Het is ontzettend zorgelijk dat de Groningse universiteit ruimte beschikbaar stelt waar iemand mag komen spreken die openlijk beweert dat er in Palestina geen plek is voor een Joodse staat”, zegt Leeraar. „Barghouti mag Amerika niet meer in, maar in Nederland krijgt hij een podium om zijn ideeën te vertellen. Het past bij het toenemende anti-Israëlsentiment. Natuurlijk mag er kritiek op de staat Israël zijn, maar als je, zoals Barghouti doet, zegt dat Israël van de kaart moet worden geveegd, en de Joden die er wonen dus ook, ga je een grens over. Als zo iemand mag komen spreken, faalt de universiteit in het bieden van een veilig leerklimaat, ook aan Joodse studenten. Hoe zij zich hierbij voelen, is kennelijk niet relevant.”
Hakenkruis
Op de Universiteit Leiden is het probleem „nog vijf keer zo groot als in Groningen”, zegt Leeraar. „Met name op de campus Den Haag. Een Israëlische student kreeg daar een appje: „Als je nog een keer op de campus komt, word je onthoofd.” Ook worden hakenkruizen aangebracht op appartementen van Joodse studenten.”
Met dat laatste heeft Ethan ervaring; bij hem gebeurde het toen hij elders studeerde. De student wil niet met zijn achternaam in de krant, vanwege eerdere ervaringen na interviews. „Ik moest toen mijn Instagramaccount verwijderen omdat die overstroomde van de haatberichten.”
Ethan kreeg een hakenkruis op zijn deur. En de mezoeza –tekstkokertje– werd van zijn deurpost gerukt. „Ik heb ook te horen gekregen dat mijn familie in de gaskamer had moeten omkomen.”
Ethan verzwijgt zijn Joodse identiteit niet, vele andere studenten doen dat wel, zegt hij. „Omdat we ons niet veilig voelen. Dat probleem speelt in heel West-Europa.”
Tegengeluid
Vooral de onwetendheid is „angstaanjagend”, zegt de student. „Zodra mensen weten dat je Jood bent, word je gebombardeerd met vragen over het conflict tussen Israël en de Palestijnen. Als ik zeg dat ik van Israël houd vanwege de cultuur en omdat mijn volk ervandaan komt, krijg ik vijandige reacties. Mensen stellen alle Joden verantwoordelijk voor wat de staat Israël doet.”
Voor de komst van Barghouti naar Groningen heeft Ethan geen goed woord over. „Hij is hypocriet, want hij heeft zelf aan een Israëlische universiteit gestudeerd. Dat hij komt spreken, zal de onwetendheid en haat aanwakkeren. Mensen leven in een eigen bubbel en staan niet open voor andere ideeën. Men kiest één kant, zonder nuance.”
Het college van bestuur van de universiteit in Groningen gaf dinsdagmorgen aan dat de bijeenkomst aan de drie gestelde eisen voldoet. „Er moet een onafhankelijke mediator zijn vanuit onze universiteit. De wet mag niet overtreden worden. En er moeten verschillende groepen worden uitgenodigd. Bij dat laatste hadden we maandag nog vragen. Inmiddels is echter duidelijk dat Joodse medewerkers en studenten aanwezig zullen zijn en wellicht ook mensen van Joodse organisaties.”