Groen & duurzaamheidWeek van de schepping
Boswachter Jonathan Leeuwis: Natuur om de hoek is al ontzettend rijk​

Aan het eind van de winter borrelt in de Rottemeren het nieuwe leven op. Tussen het gras verschijnen de gele bloemen van het klein hoefblad en de eerste aalscholvers zijn al uit het ei gekropen. „Ik geniet van deze tijd”, zegt boswachter Jonathan Leeuwis.

9 March 2023 20:51
Jonathan Leeuwis (25) is boswachter in de Rottemeren en het Bentwoud in Zuid-Holland. beeld RD, Anton Dommerholt
Jonathan Leeuwis (25) is boswachter in de Rottemeren en het Bentwoud in Zuid-Holland. beeld RD, Anton Dommerholt

Eigenlijk geniet hij altijd als hij buiten is. Leeuwis (25) was als kind al gefascineerd door de natuur. In zijn vrije tijd trok hij samen met zijn vader en broer door de polders van de Alblasserwaard, gewapend met een verrekijker en een camera. Op zoek naar planten, vogels en insecten.

In de tuin bij hun ouderlijk huis in Bleskensgraaf telden de broers in coronatijd 1200 soorten wilde planten en dieren. „Bizar toch, dat in een tuin al zoveel leven zit?”

Tijdens een wandeling door het recreatie- en natuurgebied de Rottemeren, gelegen tussen Rotterdam, Bleiswijk en Zevenhuizen, vertelt de jonge boswachter over zijn passie. „Ik raak in de natuur nooit uitgekeken. Iedere plant en elk dier heeft zijn eigen verhaal. Het ecosysteem zit zo wonderlijk mooi in elkaar. Ik zie daar absoluut de hand van de Schepper in.”

Hij noemt de bijenorchis, die in de Eendragtspolder voorkomt. „Die orchidee maakt geen nectar. Maar de middenlip van de bloem lijkt op een bij. Daar duiken de mannetjesbijen op af en zo nemen ze het stuifmeel mee. Wonderlijk is ook de symbiose met een bodemschimmel. Het stoffijne zaad komt alleen op waar het die schimmel aantreft. Dat vind ik een mooi bijbels beeld.”

Oernatuur

Het Koornmolengat is een hoekje overgebleven moerasveen. „Prachtige veenmossen groeien hier”, zegt hij, terwijl hij een bosje door zijn vingers laat glijden. „Dit is bijna oernatuur. Zo zag heel west-Nederland er eeuwen geleden uit. Hier leefden enorme aantallen vogels. De Engelse koning kwam in Zevenhuizen kwakken kopen.”

De kwak komt tegenwoordig in Nederland nauwelijks nog voor. De aalscholver, die lange tijd zwaar werd bejaagd, heeft een juist comeback gemaakt. In het Koornmolengat huizen tientallen broedparen. „Een hele mooie inheemse vogel”, zegt Leeuwis, terwijl hij zijn telescoop op een paartje instelt. „Dat prachtige broedkleed, die zilveren manen om de kop en de diep gekleurde snavel, indrukwekkend!”

Leeuwis, die christen is, zegt dat de aalscholver de evolutietheorie voor problemen stelt. „Hij heeft geen waterafstotend verenkleed. Daardoor wordt hij doornat als hij onderduikt, de lucht verdwijnt dan uit zijn verenpak. Hij heeft ook massieve botten, terwijl de meeste vliegende vogels holle botten hebben. Volgens de evolutietheorie is de aalscholver een mislukkeling, maar dankzij die eigenschappen kan hij diep duiken en is hij een uitstekende visser.”

Rammeltijd

De jonge boswachter heeft publieksvoorlichting in zijn takenpakket. „God heeft het allemaal zo mooi gemaakt. Dat vertel ik graag aan schoolklassen en bezoekers.”

Zoals aan de deelnemers aan een recente hazenexcursie. „Het is nu de rammeltijd. Dan laten de mannetjes zien hoe sterk ze zijn. Maar het vrouwtje kiest wie met haar paren mag.” En waarom jonge haasjes zo vaak alleen lopen? „Dat is niet zielig, het verkleint de kans dat een vos een heel nest uitroeit.”

Tegen de Rotterdamse Vinexwijk Nesselande ligt de Zevenhuizerplas, waar ’s zomers veel recreanten komen. In een aangrenzend moerasgebiedje leven allerlei vogels. Leeuwis richt zijn kijker. „Wauw”, roept hij uit. Op een tak zit een forse havik, die hier al enkele jaren broedt. „Wat ik zo mooi vind? Die intrigerende blik, de subtiele 
bandering op de borst… Deze vogel knalt tijdens het jagen met 60 kilometer per uur door het bos. Hij heeft een gigantisch goede coördinatie. Dat is kicken. Zo dichtbij krijg je ze zelden te zien, maar hij weet dat hij op dat eilandje veilig zit.”

Verderop hangt een torenvalk bijna stil in de lucht. „Dat heet bidden. Die vogel ziet de sporen van muizen, doordat de uv-straling weerkaatst op hun urine.”

Het riet in het moeras maait Staatsbosbeheer in fasen. Leeuwis: „In ouder riet zitten de roerdomp en de woudaap, terwijl het jonge riet de kleine karekiet en de rietzanger aantrekt.”

De boswachter vindt het leuk om jong en oud de ogen te openen voor het moois om de hoek. „Mensen denken bij natuur in Nederland vaak alleen aan de Veluwe of de Wadden. Ik laat ze zien wat hier aan de rand van de stad al te bewonderen is, zoals die enorme rijkdom aan vogelsoorten die hier broeden.”

serie Week van de Schepping

Serie interviews in de Week van de Schepping met christenen die zich verwonderen over de schoonheid van de schepping.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer