Over geldzorgen praat je niet snel en niet makkelijk. Niet in het gezin: je wilt vooral je kinderen zoveel mogelijk onbezorgd laten. Maar ook op je werk praat je er niet over: vaak overheerst de schaamte.
Wat zullen je collega’s wel niet van je denken? Dat je een gat in je hand hebt? Of dat je niet in staat bent je leven op orde te houden? Allemaal begrijpelijke gedachtes. Je houdt je vast aan het idee dat je het zelf wel kunt oplossen, dat met de tijd raad komt en dat niemand er ooit achterkomt.
Toch is deze zwijgzaamheid, deze stilte, een van de belangrijkste en meest voorkomende oorzaken van het feit dat bij veel mensen geldzorgen veranderen in geldstress en geldstress uiteindelijk in hoge schulden, flinke financiële problemen en uiteindelijk armoede. In deze dure tijd van stijgende prijzen, komt deze problematiek steeds meer voor.
De best mogelijke, maar meteen ook de moeilijkst op te volgen tip: praat er over, deel je zorgen. Denk niet dat je het wel alleen kunt oplossen. De praktijk leert dat het ene gat met het andere gevuld wordt, en dat de gaten steeds groter worden. Voor iedereen die langzaam en sluipend opgerold wordt in een vlechtwerk van geldstress geldt: deel je zorgen, alleen dan kom je tot een oplossing. Hoe eerder je erbij bent, hoe beter. Daar kan geen schaamte tegenop.
Juist omdat er ook op de werkvloer niet over gesproken wordt, moeten werkgevers en collega’s scherp zijn op signalen. Collega’s die geldzorgen ervaren, geven namelijk signalen af die voortkomen uit stress. Die wordt veroorzaakt doordat ze vaak bezig zijn met de dingen die ze niet hebben. Ze moeten steeds afwegingen maken. Verleidingen worden steeds groter omdat basale producten voor hen luxe producten worden. Ze nemen beslissingen die op korte termijn weliswaar even lucht geven, maar ze verliezen het belang van de langere termijn uit het oog. Uiteindelijk is de rek eruit en dat leidt thuis tot situaties dat er extreem bij de dag geleefd wordt. Brieven worden bijvoorbeeld niet meer geopend. Als die enveloppes te lang dicht blijven, is het op een gegeven moment te laat om nog actie te ondernemen.
Op het werk leidt dat tot het onbewust afgeven van signalen die te maken hebben met gedragsverandering: prikkelbaarheid, impulsief reageren, paniekerigheid, dingen moeilijk kunnen onthouden, concentratieproblemen, veel privébellen en soms niet meebetalen aan een cadeautje voor een collega. Het zou winst zijn als werkgevers en collega’s die dergelijke signalen opmerken, in hun achterhoofd houden dat een en ander ook te maken kan hebben met geldzorgen, en niet alleen met zaken als werkdruk, ziekte en de balans tussen werk en privé. Het is belangrijk om met deze collega of werknemer in gesprek te komen, waarin vanuit oprechte interesse veilig kan worden doorgevraagd en in vertrouwen zaken gedeeld kunnen worden. Pas dan kan er echt geholpen worden. Soms zal blijken dat er professionele hulp aan te pas moet komen. Hulp op de werkvloer is in ieder geval hard nodig, want alleen redden deze collega’s het niet.
De auteur is coördinator arbeidsvoorwaardenbeleid bij de RMU.