Een van de maatregelen om de wereldwijde opwarming tegen te gaan, is de cv-ketel op aardgas vervangen door een warmtepomp. Laat nou net die warmtepomp ook een bron zijn van broeikasgassen.
De milieuprestaties van de warmtepomp zijn slechter dan gedacht. Tot die opmerkelijke conclusie kwam Stichting Nationale Milieudatabase (NMD) in samenwerking met brancheorganisaties FME en Techniek Nederland maandag. De NMD bepaalt de rekenmethode die bouwbedrijven hanteren om binnen de milieuregels van het Bouwbesluit te vallen.
Wat is er aan de hand?
De berekeningen waarop de overheidsmaatregel om in 2026 alleen nog (hybride) warmtepompen te mogen installeren, waren niet volledig. Het toegepaste koudemiddel en de elektronica waren nog niet in de milieudata verwerkt. Bovendien was de milieubelasting berekend met een type warmtepomp dat niet meer representatief is. Hierdoor valt de milieuscore van een warmtepomp hoger uit dan aanvankelijk werd aangenomen. Om een indruk te geven: de milieubelasting mag maximaal 0,8 zijn. De warmtepomp komt door de nieuwe berekening op 0,4, de helft van wat is toegestaan.
Wat veroorzaakt dan de grotere milieubelasting?
De gebruikte materialen in de elektronische componenten, de beperkte levensduur van de warmtepomp en de toegepaste koelmiddelen. Koelmiddelen zoals R-134a, R-410A en R-32, die de ozonlaag minder aantasten, zijn wel krachtige broeikasgassen. Nieuwere middelen, zoals R-1234ze en R-1234yf, kennen dat probleem in veel mindere mate. Ook CO2 wordt toegepast als koelmiddel.
Betekent dat het einde van de warmtepomp?
Zo’n vaart zal het niet lopen. Maar problematisch is de uitkomst van het onderzoek wel, erkent Jan-Willem Groot, directeur van Stichting NMD. „Voor de markt kunnen er problemen ontstaan.” Robert van Beek van de FME reageert vrij nuchter: „De actualisatie van de data leidt ertoe dat we even weer met beide benen op de grond komen te staan.”
Hoe gaat NMD hiermee om?
Zowel het ministerie van Economische Zaken als de NMD zouden het een probleem vinden als de warmtepomp nu wordt afgeschreven als milieuvriendelijke vervanger van de cv-ketel. „Uiteindelijk leveren de warmtepompen een belangrijke bijdrage aan de energietransitie en aan de vermindering van de CO2-uitstoot”, vindt Groot.
Voorlopig is er daarom voor fabrikanten, leveranciers en installateurs niets aan de hand. Groot wil het probleem niet zomaar bij de leveranciers van warmtepompen neerleggen. „Dat zou niet terecht zijn.” De NMD heeft een tijdelijke verrekenfactor opgesteld. De milieuscore van de warmtepomp ligt daardoor nog even op hetzelfde niveau als voor de actualisatie.
Maar daarmee is het probleem toch niet van de baan?
Dat klopt. Maar de overheidsdoelstelling voor 2026 loopt voor nu geen gevaar. Na 1 april komt het hele onderzoek beschikbaar en zal de overheid nieuwe maatregelen moeten nemen. Die zullen aanleiding zijn voor fabrikanten om natuurlijke koelmiddelen te gaan gebruiken, evenals milieuvriendelijkere elektronica. Bovendien moeten er warmtepompen komen die langer meegaan. Kortom, voor de consument is deze ontwikkeling gunstig.