Oudere woning? Vergeet de warmtepomp. Grote kans dat de bestaande cv-ketel straks draait op waterstof in plaats van aardgas. De eerste experimenten lopen al. Alles wijst erop dat waterstof steeds belangrijker zal worden.
In de Gelderse plaats Lochem stoken elf monumentale woningen hun cv op waterstof, dat via het bestaande aardgasnetwerk binnenstroomt. Zulke oudere huizen kunnen niet goed uit de voeten met warmtepompen of een lagetemperatuurwarmtenet en ze zijn vaak lastig te isoleren.
„De pilot verloopt voorspoedig”, laat Marloes Hulstijn, woordvoerder van netwerkbedrijf Alliander, weten. „De woningen zijn aangesloten op waterstof en de bewoners kunnen hun huizen ook in de koude decemberdagen goed verwarmen.”
Tijdens de proef loopt Alliander nog wel eens tegen onvoorziene problemen aan. Zo duurde het bij een huis soms langer voordat het water warm was. Met een software-update in de cv-ketel is dat aangepast. „Dat soort zaken houden we goed in de gaten. En waar nodig zoeken we een geschikte oplossing”, legt de woordvoerder uit. „Verder merken de bewoners heel weinig van de omschakeling op waterstof. Ze hebben een nieuwe, kleinere ketel en koken nu elektrisch, maar hun huis wordt nog steeds warm als ze de radiator opendraaien.” Uit de schoorsteen komt alleen geen CO2 meer, maar waterdamp.
Bestaande woningen
De pilot in Lochem duurt drie jaar. „Zo doen we ervaring op tijdens winterkoude. Onze bevindingen delen we met andere netbeheerders. Op die manier krijgen we steeds meer inzicht in hoe waterstof een aanvulling kan zijn bij de verduurzaming van bestaande woningen die moeilijk te isoleren zijn.”
In Hoogeveen pakt ingenieursbureau Arcadis het iets anders aan. Een nieuwe wijk met zestien woningen krijgt er een eigen waterstofcentrale. Een elektrolyser zet overtollige elektriciteit uit de zomerperiode om in waterstof. Een waterstofauto fungeert als opslag. In koude wintermaanden zetten brandstofcellen de waterstof om in elektriciteit. Een centrale warmtepomp voedt vervolgens een warmtenet dat de zestien woningen op temperatuur houdt. De warmwatervoorziening is er ook centraal geregeld.
Draagvlak
Een derde, grootschalig project is sinds 2017 in voorbereiding op Goeree-Overflakkee. Het idee is om in 2025 in het dorp Stad aan ’t Haringvliet bewoners van 628 woningen collectief aan te bieden om te gaan verwarmen met groene waterstof in plaats van aardgas. „De grootste hobbel is het draagvlak. Iedereen in het dorp moet wel meedoen. We kunnen maar één soort gas door de leidingen laten lopen”, verklaart Albert van der Molen, innovatie-expert bij netbeheerder Stedin. In juni 2023 vindt de draagvlakmeting over Stad Aardgasvrij plaats. Van 3 tot en met 30 juni wordt er dan gestemd over het project.
Aan het aardgasnet ligt het niet. Dat heeft minimale aanpassingen nodig om er waterstof doorheen te laten stromen, zo blijkt uit onderzoek van onder meer certificeringsinstituut Kiwa.
Ook energiebedrijf Deltawind is betrokken bij het project op Goeree-Overflakkee. De coöperatie is betrokken bij het onderzoek wat er moet gebeuren om de woningen geschikt te maken voor de overstap van aardgas naar waterstof. Het projectteam Stad Aardgasvrij heeft Deltawind gevraagd de organisatie daarvan op zich te nemen.
Ook ontwikkelt Deltawind samen met Eneco en waterstofenergiebedrijf Hygro plannen voor een waterstofturbine. Zo’n windmolen maakt efficiënter waterstof dan een gewone windturbine met een elektrolyse-installatie elders, legt Monique Sweep, bestuurder van Deltawind, uit. „De turbine hoeft minder onderdelen te bevatten en is daardoor goedkoper. Bij de directe omzetting van windenergie in elektrische stroom gaat bovendien minder energie verloren als warmte.”
Kostenplaatje
„Het gaat uiteindelijk om het kostenplaatje. Wat is het meest geschikte verwarmingssysteem?” vervolgt Van der Molen van Stedin. „Een collectief warmtenet past goed in een stad als Rotterdam, waar de huizen dicht opeen staan. Nieuwbouw kan prima uit de voeten met een warmtepomp. En dan houd je nog heel wat woningen over. Daarvoor zou waterstof een goede optie zijn. In veel woningen in Stad aan ’t Haringvliet zijn daarvoor weinig aanpassingen nodig.”
Of waterstof geschikt is als vervanger van aardgas moet de proef in Stad aan ’t Haringvliet uitwijzen. „Een belangrijke voorwaarde is dat de proef valt op te schalen. Rond 2028 hopen we dat soort vragen te kunnen beantwoorden”, stelt Van der Molen. „Waterstof geeft in ieder geval het minste maatschappelijke gedoe. En dat is voor ons ook heel belangrijk.”