De langzaamste sneltrein ter wereld
Het is voor veel mensen een droom die uitkomt. Eenmaal in hun leven willen ze in de Glacier Express tussen Zermatt en St. Moritz gezeten hebben. De treinbaan staat dan ook bekend als een van de mooiste ter wereld. Eén kanttekening: wie haast heeft, moet vooral níét instappen.
Het is even zoeken naar de juiste coupé. Twee stoelen tegenover elkaar aan het raam. De meeste mensen blijken hun plek al te hebben ingenomen, terwijl het zeker nog een kwartier duurt voordat de trein zal vertrekken. In deze Glacier Express ga je dan ook niet zomaar even zitten, maar installeer je je. Je hangt je jas op en klapt het tafeltje uit, dat even later gedekt wordt met witte stoffen placemats en kunstig gevouwen servetten.
We blijken geluk te hebben: vanwege het 90-jarig bestaan in 2020 zijn de coupés vernieuwd. Daar hadden ze tijdens de coronacrisis mooi de tijd voor, want toen stond de trein lange tijd stil. Zwartleren stoelen met een rood-wit kleedje over de hoofdsteun, de kleuren van de Zwitserse treinmaatschappij Rhätische Bahn, waaraan de Glacier Express gelieerd is. Stoelen met een wifi-aansluiting en een panoramaraam dat doorloopt tot ver in het plafond, waardoor je zelfs boven je hoofd uitzicht hebt op de bergen.
We behoren tot de jongste passagiers, valt me op. Het is ook zomaar een doordeweekse herfstdag en voor gezinnen met kinderen zal de prijs die je voor een tweedeklasticket Zermatt–St. Moritz/Davos betaalt (zo’n 158 euro, exclusief reserveringskosten) wellicht een belemmering zijn. En zie je kind maar eens acht uur te vermaken in een trein. Want zo lang duurt de rit.
Nauwkeurigheid
Dat de trein exact op tijd vertrekt, past wel bij het land dat bekendstaat om zijn punctualiteit. Later zal blijken waarom die nauwkeurigheid zo belangrijk is: twee elkaar tegemoetkomende treinen moeten elkaar verschillende keren precies op het juiste moment, op de juiste plek passeren.
Het is mogelijk om in te pluggen op een informatiekanaal in je stoelleuning. Daardoor hoor je via –gratis verstrekte– oortjes in het Engels of Duits dat er al in 1891 over het eerste stuk van de spoorlijn, het deel tussen Zermatt en Visp, gereden kon worden. En in 1930 voor het eerst tot St. Moritz.
Die data blijven tijdens de reis in ons hoofd zitten. De verbazing wordt steeds groter als we tijdens de route over 291 bruggen en door 91 tunnels –niet geteld, maar ik vertrouw de documentatie erover– door de Zwitserse Alpen toeren. De vergezichten geven een prachtige kijk op de schepping, maar ze laten ook de vraag opkomen: hoe hebben ze deze spoorlijn dwars door en over de bergen ooit zó kunnen maken?
De reis start op een hoogte van 1605 meter in het autovrije bergdorp Zermatt. In deze regio zijn de hoogste toppen van de Zwitserse Alpen te vinden. Als de trein wegrijdt, zie je de majestueuze, besneeuwde Matterhorn langzaam kleiner worden. We treinen via het Mattertal naar Visp. Het uitzicht is direct spectaculair: grillige rotswanden, diepe kloven en bloeiende alpenweiden. Op de hellingen kleuren de bomen inmiddels geel en rood. Daarbovenuit torenen bergtoppen met eeuwige sneeuw.
Zodra we station Visp bereiken, is de trein gedaald naar 651 meter boven de zeespiegel. Daar ligt de hoogste wijngaard ter wereld. En, voor wie het interessant vindt: ook het hoogstgelegen voetbalveld van Europa.
De stad Brig, de volgende halte op onze rit, staat bekend om zijn indrukwekkend Stockalperpaleis uit de 17e eeuw. Daarnaast is Brig het startpunt voor wandelingen in het gebied van de Aletschgletsjer, die op de Werelderfgoedlijst van Unesco staat.
Die informatie laten wij even aan ons voorbijgaan, want de trein zoeft na een korte tussenstop verder, richting Andermatt. Dat levert niet alleen buiten, maar ook binnen boeiende taferelen op. Op dit stuk wordt namelijk de lunch geserveerd. Dat lijkt een simpel klusje, maar de trein gaat, zeker bij steile stukken, best heen en weer. En zie dan die volle glazen maar zonder morsen neer te zetten. Daar zijn die ribbels op het tafelblad dus voor bedoeld.
Een paar minuten na aankomst in Brig steekt de trein de rivier de Rhône over. Daarna gaat het oostwaarts, het Oberes Rhônetal in. Prachtig, maar ook bijna eng om doorheen te rijden, want dit dal is V-vormig en erg smal. Aan het einde, in Oberwald, heeft de Glacier Express een hoogte van 1366 meter bereikt.
Tunnel
Het informatiekanaal geeft aan dat de bergpas richting Realp in het verleden tijdens de winter niet begaanbaar was. Daarom werd er in 1982 een tunnel geopend om de pas te omzeilen. Daarna werd de treindienst een stuk betrouwbaarder.
De oude spoorweg werd destijds gesloten, maar in 2010 heropend. Nu rijdt de toeristische stoomtrein Furka Bahn eroverheen. De Glacier Express maakt gebruik van de tunnel.
Na Realp volgt een vrij vlak traject naar Andermatt. Daarna gaat het pas echt los. Met behulp van tandradtechniek klimt de Glacier Express naar het hoogste punt van de route op de Oberalp Pass: 2033 meter boven de zeespiegel. Binnen klinkt gepiep en geknars en vragen passagiers zich af of dit wel goed gaat. Ze klappen nog net niet als de trein boven aan de pas stilstaat.
Na de Oberalp duikelt het spoor naar beneden, het Rijndal in. Dat ligt op 585 meter hoogte en is het laagste punt van de route. Zoals de naam al doet vermoeden, ontspringt hier de Rijn. De rivier heeft tussen Ilanz en Reichenau een diepe kloof in de witte rotsen gevormd. Deze regio wordt daarom ook wel de Swiss Grand Canyon genoemd.
In Chur verandert de trein van richting. Wie eerst vooruit keek, kijkt nu achteruit. Dat is in ons geval best handig, want we discussieerden net over de vraag of we niet een keer van plek moesten wisselen.
Landwasserviaduct
Het laatste deel van de tocht gaat over hetzelfde spoor als het eerste deel van de Bernina Express (die vanaf Chur richting Italië rijdt). De Glacier Express keert terug naar Reichenau. Vervolgens rijdt hij door een smal dal verder naar het zuiden en gaat hij net voor Filisur over het indrukwekkende Landwasserviaduct. Dat is gelegen op 65 meter hoogte en heeft een lengte van 130 meter. Het viaduct is gebouwd op vijf grote pilaren die door middel van een kronkelige weg naar de Landwassertunnel leiden. Fotocamera’s klaar dus.
Al snel blijkt dat je buiten de trein mooiere foto’s kunt maken dan erbinnen. Want bruggen en viaducten waar je overheen rijdt, krijg je natuurlijk niet op de gevoelige plaat. Foto’s maken blijkt sowieso ingewikkeld, zeker als de zon in de ramen reflecteert. Ramen die wel mooi groot zijn, maar niet open kunnen… Pas later komen we erachter dat er in het halletje bij de uitgangsdeuren wel een raam open kan. Bij die plek staat op een gegeven moment dan ook een hele rij mensen.
Na Filisur zijn er verschillende keertunnels die de Glacier Express helpen om hoogte te winnen. Dat moet ook wel, want de ingang van de Albulatunnel ligt 1789 meter boven de zeespiegel. Daarna is het nog maar twintig minuten naar eindbestemming St. Moritz.
Wie dan nog geen genoeg heeft van het treinen, stapt over in de Bernina Express. Die voert zijn passagiers via de 2328 meter hoge Berninapas, het hoogste punt van alle Europese spoorlijnen, naar het Italiaanse Tirano met zijn mooie historische centrum, aan de andere kant van de Alpen. Wie uit het hooggelegen, soms wat kille, strak-Zwitserse St. Moritz vertrekt, weet niet wat hij meemaakt als hij in het zwoele, kleurrijke Tirano met zijn palmbomen en bananenplanten belandt.