„Waarom ben ik geboren in deze duistere eeuw?” Het kan de levensvraag zijn van een reformatorische jongere die door de bomen het bos niet meer ziet. Of van een oudere christen die bezorgd is over de eeuw van zijn kinderen. „Wat is mijn taak in zo’n verwarde wereld?”
Ver weg dreigt een nucleaire oorlog en maakt de bevende aarde een einde aan duizenden levens. Dichtbij is de onrust van een andere orde. Gure vlagen seculiere wind stromen vanaf Binnenhof en grachtengordel het achterland binnen en brengen deining teweeg in de Biblebelt. Intussen verkilt daar de liefde, kibbelen predikanten met elkaar en verlaten jongeren de kerk. Dan kan het vanbinnen stormen. De kloof tussen kerk en wereld groeit, maar ook binnen de kerken zijn breuklijnen tastbaar. Het gevoel bekruipt je dat je tussen twee vuren zit. „Vanbuiten strijd, vanbinnen vrees” (2 Korinthe 7:5).
Somber
„Waarom hebt U mij voor déze tijd bewaard?” Die levensvraag kwam aan bod op een congres van reformatorische organisaties in Vianen, vorige week. De antwoorden schuurden. Govert Buijs, hoogleraar filosofie aan de Vrije Universiteit, verwacht geen rooskleurige toekomst voor de reformatorische zuil. Trefzeker schetst hij het huidige imago van christenen. „Mijn studenten weten goed wat religie is. Dat zijn pastoors die kinderen misbruiken en die slavernij goedkeurden.”
Het duurt geen tien jaar meer of de studenten van Buijs zitten op het pluche. Als Kamerlid, rechter of psycholoog bouwen ze dan aan de toekomst van dit land en buigen ze zich over de vraag of er een hek moet komen rond het ”reforeservaat”.
De somberte kan een christen overvallen bij het verkennen van de wereld waarin God hem heeft geplaatst. Hoe demotiverend is het om steeds te lezen over stakingen, abortus op downkinderen, antisemitisme en klokkenroof? Toch is kennisnemen daarvan onmisbaar om antwoord te kunnen geven op die levensvragen. Hoe kun je weten wat je taak is als christen in een seculiere wereld, als je je er niet in verdiept?
Maar soms is dat heel ingewikkeld. Een voorbeeld daarvan kwam deze week langs in de berichtgeving rond kinderboekenschrijver Pim Lammers. Hij was verkozen om dit jaar het kinderboekenweekgedicht te maken, maar heeft zich vorige week zaterdag teruggetrokken na doodsbedreigingen aan zijn adres. De website reactionair.nl richtte als eerste de schijnwerpers op Lammers, gevolgd door de campagne van Gezin in Gevaar van stichting Civitas Christiana. Lammers zou „pedo-porno” schrijven, is een „pedofilie-activist” en zijn teksten zijn „walgelijk en expliciet seksueel”. Op reactionair.nl wordt hij afgebeeld met een zwart balkje voor zijn ogen, bij Gezin in Gevaar staat er een rood kruis over zijn portret.
Nadat Lammers zich terugtrok, kantelde het beeld. Premier Rutte noemt de doodsbedreigingen onaanvaardbaar, de organisatie achter de Kinderboekenweek meent dat de literaire vrijheid onder extreme druk staat, boekhandels etaleren werk van Lammers en auteurs en uitgevers plaatsen deze zaterdag een paginagrote steunadvertentie. Tegelijkertijd richten de pijlen zich nu op Civitas Christiana, met Forum voor Democratie en een bonte groep andere bezwaarden in het kielzog. In de media heten ze „extreemrechts”, „onverdraagzaam”, „complotmoeders” en „christenfundamentalisten”.
„Waarom heeft U mij voor déze tijd bewaard?” Zit je hier als christen nu tussen twee vuren in, omdat je met diepe afkeer kennisneemt van de teksten van Lammers maar je óók niet thuis voelt bij Gezin in Gevaar of medeverantwoordelijk wilt zijn voor doodsbedreigingen?
Dat is inderdaad het dilemma. Zij die Lammers’ teksten verdedigen, zien die als een neutrale beschrijving van deze moderne wereld, waarin oudere mannen kinderen betasten, sommige jongeren zich niet thuis voelen in hun lichaam en twee mannen een kind willen. Ze betogen dat het een belangrijke taak van boekenschrijvers is om de werkelijkheid weer te geven. Christelijke auteurs schrijven de laatste decennia toch ook kinderboeken waar werkende moeders, gamende pubers en adoptiekinderen in voorkomen?
Maar zo’n gedachtekronkel vraagt veel geestelijke lenigheid. Nee, het werk van Lammers is helemaal geen neutrale beschrijving. Neem zijn bekroonde boek ”Het lammetje dat een varken is”, uit 2017. Op boekensites wordt dit aangeprezen als „het allereerste Nederlandse transgender-prentenboek”, het „maakt gender en identiteit voor kleuters bespreekbaar”. De dierenarts denkt dat het lammetje aan de binnenkant een varken is. Hij scheert het lammetje en krult het staartje zodat het voortaan in de modder kan rollen. Daarna wordt het door iedereen geaccepteerd.
Hoezo neutraal? Dit en andere werken van Lammers laten zijn drijfveer zien: hij wil taboes doorbreken, ook richting kinderen. Dat zegt hij zelf: sprookjes zijn saai, want ze gaan vaak over een man en een vrouw. „Dat is toch ouderwets? Twee mannen of twee vrouwen kunnen ook trouwen.” Zijn volgende boek, dat over een week verschijnt, gaat over twee homo-pinguïns die elkaar zoenen en graag een ei willen.
In zijn werk voor volwassenen maakt Lammers –zelf homo– al helemaal geen geheim van zijn denkwereld. Gedetailleerd beschrijft hij zijn erotische fantasieën en het uitleven ervan. Ook als het om heteroseksualiteit zou gaan, zouden christenen dat als stuitend ervaren.
Knielen
Toch zijn de schrijfsels van Lammers geen reden om hem pedofilie-activist te noemen; nog minder om doodsbedreigingen te sturen. Ze zijn wél reden genoeg om hem nooit uit te nodigen voor een Boekenweekgedicht voor kinderen. Of om verzet daartegen aan te tekenen als dat toch gebeurt.
Wat maakt deze kwestie zo lastig voor christenen? De activistische werkwijze van Gezin in Gevaar. Zeker, protesteren tegen zondige praktijken is plicht en dat bezwaar kan niet luid genoeg klinken. Toch roept de toonhoogte van de schreeuwerige campagnes van Civitas Christiana bij velen weerstand op. De stichting is er meester in om te vertellen wat er fout gaat in ons land en welke successen er met de campagnes zijn bereikt. Maar nergens klinkt de oproep tot christenen om zich te verootmoedigen en te bekeren tot God vanwege deze misstanden. Dat past ook minder bij deze door-en-door roomse organisatie, die volgens manager Hugo Bos streeft naar „de komst van het rijk van Maria” en de Reformatie even gevaarlijk vindt als de seksuele revolutie.
Gezin in Gevaar beeldt Lammers af met de kreet ”Cancelled” door zijn portret. Dat staat voor: schrappen, afschrijven, boycotten, vernietigen. Maar wie zichzelf kent als zondaar voor God, begint bij zichzelf en cancelt anderen niet. Die knielt aan de voet van het kruis, blikkend in de wonden van Christus en biddend voor Pim, Hugo en de eeuw van z’n kinderen.
De auteur is hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad.