Prinses Amalia krijgt kraal: toen betaalmiddel voor slaven, nu herinnering
Het slavernijverleden komt steeds weer aan de orde tijdens het koninklijk bezoek aan de Antillen. Op Sint Eustatius kreeg prinses Amalia een kraal overhandigd.
Het koningspaar en hun oudste dochter reisden woensdagmorgen niet met het regeringsvliegtuig naar het eiland, want het toestel is te groot om daar te landen. Ze wandelden door hoofdstad Oranjestad en gingen naar een gemeenschapstuin, een basketbaldemonstratie, een jeugddebat en een culturele manifestatie. Die laatste activiteit stond in het teken van het slavernijverleden, cultureel erfgoed en een blik op de toekomst.
Onder de ruim 3000 inwoners van het 21 vierkante kilometer grote eiland blijkt prinses Beatrix nog altijd geliefd te zijn. Koning Willem-Alexander kreeg de vraag of hij zijn moeder nog eens mee wil nemen naar Statia, zoals het eiland wordt genoemd. „Ik zal het doorgeven!” riep de koning lachend.
Twee vrouwen gaven Amalia een compliment over haar lengte. Daarop zei de 19-jarige prinses dat ze wel een beetje vals speelde: ze droeg schoenen met een hak. Na het gesprek pakte Amalia de handen van de dames vast en bedankte hen: „Ik vond het geweldig om met jullie te praten.”
Sint Eustatius en Saba, waar de rondreis deze donderdag wordt afgesloten, zijn samen met Bonaire bijzondere gemeenten van Nederland. Sint Eustatius telt meer dan twintig nationaliteiten. De huidige inwoners stammen hoofdzakelijk af van Europese kolonisten, Afrikaanse slaven of Aziatische contractarbeiders.
Woensdag aan het eind van de middag vlogen de vorstelijke gasten terug naar Sint Maarten, waar ze overnachtten voordat ze naar Saba gingen. Opnieuw met een klein vliegtuig, want dat eilandje heeft de kortste landingsbaan ter wereld.