Normaliter vergadert de generale synode van de Noord-Amerikaanse zusterkerk van de Nederlandse Gereformeerde Gemeenten eens per twee jaar. Door de coronamaatregelen kon de afgevaardigden niet samenkomen en nog steeds gelden er beperkingen. De synode van de NRC vergadert woensdag en donderdag in Grand Rapids.

Dinsdagavond vond de bidstond van de synode plaats. Deze dienst werd gehouden in het kerkgebouw van de gemeente Grand Rapids Covell Avenue, waar de synode gewoontegetrouw vergadert.

In deze bidstond ging ds. H.D. den Hollander uit Fort Macleod voor. Hij bediende Gods Woord uit Jeremia 45:5: „En zoudt gij u grote dingen zoeken? Zoek ze niet; want zie, Ik breng een kwaad over alle vlees, spreekt den Heere; maar Ik zal u uw ziel tot een buit geven, in alle plaatsen waar gij zult heen trekken”. Hij bepaalde de afgevaardigden en gemeente bij ”Het Woord des Heeren tot Baruch”, en stond achtereenvolgens stil bij: een vriendelijke vermaning, een ernstige werkelijkheid en een troostvolle belofte.

Ds. Den Hollander wees op de donkere tijd waarin Jeremia en Baruch leefden. De koning zocht het leven van deze dienaren Gods te nemen. Daarom werden ze vermaand om in deze verdrukkingen geen grote dingen te zoeken. Hoe meer de Heere Zijn volk leert, hoe dieper ze leren buigen. Want de Rechter staat voor de deur. De Heere gaat de wereld en de kerk straffen voor al het kwaad. Gods Kerk wordt van die verdrukkingen niet uitgesloten. Ze zullen door vele verdrukkingen ingaan in het Koninkrijk Gods. Toch zal de Heere Zijn volk en erfdeel nooit begeven. De Kerk mag haar ziel als een buit uitdragen. En dat alleen door Christus Die Zijn ziel gesteld heeft tot een rantsoen voor Zijn volk. De vraag klonk of we daar in onze donkere dagen ook van mogen weten.