Laat creativiteit niet over aan zielloze chatbots
Terwijl softwarebedrijf Microsoft de ene dag aankondigt tienduizend werknemers te ontslaan, maakt de techreus nog geen week later bekend miljarden dollars te willen investeren in OpenAI, het bedrijf achter het veelbesproken ChatGPT.
Dat programma is in staat om dankzij kunstmatige intelligentie foutloze teksten te schrijven op basis van een eenvoudige vraag. Docenten roerden zich de afgelopen weken, omdat studenten complete huiswerkopdrachten door het programma lieten uitvoeren.
Met vergelijkbare technologie kan iedereen inmiddels ook tekst omzetten in afbeeldingen. Weer andere varianten produceren na een simpele opdracht complete kunstwerken. Intussen lanceerde Apple een dienst die boeken omzet in spraak. Nu zijn luisterboeken voorgelezen door digitale stemmen niet direct opzienbarend, maar dat deze stemmen dankzij kunstmatige intelligentie niet van echt zijn te onderscheiden, is wel nieuw.
Rond kunstmatige intelligentie wordt nogal eens de vrees uitgesproken dat deze menselijke trekken krijgt. Gecombineerd met robotisering roept dat schrikbeelden op van robots met humane eigenschappen die eerst op allerlei plekken werk uit handen nemen, maar zich later autonoom gaan gedragen en de regie overnemen.
Tegenover die vrees staat de nuchtere constatering dat kunstmatige intelligentie, ondanks de ongekend snelle vlucht die het neemt, in de afgelopen jaren niet per se menselijker is geworden en –zeker op korte termijn– niet in staat zal zijn unieke menselijke eigenschappen aan te nemen.
Bovendien zijn er, los van de vrees voor vermenselijking, nog wel andere kenmerken die nu al reden geven tot bezorgdheid. Twee filosofen stelden eerder in het Reformatorisch Dagblad dat kunstmatige intelligentie helemaal geen menselijke eigenschappen nodig heeft om toch diepingrijpende en ongewenste gevolgen te hebben. Vraag maar aan hen die de dupe werden van de toeslagenaffaire, ontstaan als gevolg van een zelflerend algoritme.
Bezinning over de recente ontwikkelingen is geboden. Met de snelle opkomst van diensten die op basis van kunstmatige intelligentie allerlei creatieve processen kunnen uitvoeren, kan de terechte vraag gesteld worden of we als mensen niet zélf te gemakkelijk onze verbeelding, originaliteit en vindingrijkheid uitbesteden aan dergelijke programma’s. Daarmee is het niet de intelligentie die menselijker wordt, maar dreigen we juist als mens iets essentieels kwijt te raken.
Toen God de mens schiep, gaf Hij hem de opdracht deze aarde te bouwen en te bewaren. Daarbij kreeg hij gaven om creatief te zijn en zelf ook nieuwe dingen voort te brengen. Goede boeken, adembenemende muziek en indringende kunst kunnen alleen ontspruiten aan hen die zelf blijven nadenken en hun creativiteit niet overlaten aan zielloze chatbots.