Hulp moet niet stoppen als kinderen in de jeugdzorg 18 jaar worden. Daarvoor pleit Stichting Het Vergeten Kind. „Laat jongeren niet vallen voordat ze op eigen benen kunnen staan.”
Volwassen worden is voor uithuisgeplaatste jongeren vaak geen feestje. Ze weten: als ik achttien word, valt de jeugdzorg weg. Hun verjaardag geeft –ook vooraf al– meer stress en onzekerheid dan een juichstemming.
Achttien worden zou volgens Het Vergeten Kind dan ook geen reden moeten zijn om de jeugdzorg te stoppen. „Je kunt gewoon niet van hen verwachten dat ze dan ineens op eigen benen staan”, zegt directeur Margot Ende. Ze wijst erop dat de gemiddelde jongere pas op z’n 24e het ouderlijk huis verlaat. „We helpen onze eigen kinderen ook om volwassen te worden. Jongeren in de jeugdzorg staan nog eens met 10-0 achter.”
Een jaar van tevoren weet 60 procent van deze groep nog niet waar ze aan toe is. Een maand voor hun achttiende verjaardag heeft zelfs een kwart nog geen idee of ze in de instelling mag blijven. „Hoe kun je je dan concentreren op school of werk?” vraagt Ende zich af. Uiteindelijk moet ruim twee derde verhuizen. Onderzoek van de stichting laat zien dat 22 procent van hen op straat belandt. Anderen keren terug naar hun ouders of slapen op de bank bij vrienden. „Deze jongeren hebben al veel meegemaakt. Instabiliteit kan leiden tot ergere problemen”, zegt Ende. „Sommige jongeren vallen dan ook terug in oud gedrag.”
Wachtlijsten
Op dit moment bestaan er al mogelijkheden om de jeugdzorg tot 23 jaar te verlengen, maar zo’n aanvraag wordt volgens de stichting in de praktijk niet vaak gedaan omdat het een „complex administratief traject” is. Veel gemeenten zouden, vanwege wachtlijsten en kostenbesparing, de zorg liever beëindigen.
Of het realistisch is om de leeftijdsgrens los te laten gezien de tekorten die de jeugdzorg nu al kent? „Laten we niet doen alsof stoppen geen geld en capaciteit kost”, reageert Ende. „Als we niet verder helpen, verergeren de problemen.” Volgens haar is ook een inhoudelijke verandering nodig in de hulp aan jongeren. „Help ze bij het vinden van een woning en het verkrijgen van inkomsten. En zorg voor een volwassene bij wie ze kunnen aankloppen met vragen.”
Eigen bijdrage
„Heel verstandig”, zou Annelies Peekstok van ggz-instelling De Hoop het vinden om de leeftijdsgrens te laten vervallen. De gz-psycholoog en zorglijnmanager voor kinder- jeugdpsychiatrie vindt dat een hulptraject door zou moeten lopen tot het klaar is. „Vaak kunnen jongeren na twee of drie jaar weer op eigen benen staan.”
Ook hulpverleners hebben negen van de tien keer moeite om een 18-jarige cliënt los te laten, weet ze. „Omdat ze aanvoelen: dit gaat niet. Er ontbreekt een natuurlijk moment waarop de jongere voldoende hersteld is en op eigen kracht verder kan. De enige reden dat de hulp stopt is dat het geld op is.”
Ze wijst erop dat de achttiende verjaardag voor jongeren in de ggz beladen is. „Dat doet hun psychische klachten geen goed.” Om die reden is de gz-psycholoog geen voorstander van een nieuwe leeftijdsgrens. „Dan krijg je hetzelfde probleem, alleen dan rond bijvoorbeeld de 21e verjaardag.”
Probleem is volgens haar ook dat 18-plussers een eigen bijdrage moeten gaan betalen, vaak op een andere afdeling worden geplaatst en nieuwe behandelaren krijgen. „Voor sommige jongeren is dat een te grote overgang. Zij stoppen na een paar maanden de behandeling. Het risico bestaat dat hun problemen daardoor groter worden.”