BuitenlandIsraël

Is Israël een apartheidsstaat?

Met de kwalificatie van Israël als apartheidsstaat rakelde presentatrice Natasja Gibbs van talkshow Op1 vorige week een al oude discussie op. Wat zijn eigenlijk de criteria om een land van apartheid te beschuldigen?

Mark Wallet
14 January 2023 14:26Gewijzigd op 14 January 2023 14:39
Demonstratie van linkse Israëliërs tegen het beleid van de regering-Netanyahu ten opzichte van de Palestijnen, vorige week in Tel Aviv. beeld AFP, Jack Guez
Demonstratie van linkse Israëliërs tegen het beleid van de regering-Netanyahu ten opzichte van de Palestijnen, vorige week in Tel Aviv. beeld AFP, Jack Guez

ChristenUnie-politicus Gert-Jan Segers zit vrijdagavond 6 januari bij Op1 voor een gesprek over de situatie in Iran. De aanleiding is een open brief die Segers samen met andere fractievoorzitters in de Volkskrant publiceerde met de oproep de Islamitische Republiek zwaarder te sanctioneren.

„Als u dan toch al bezig bent met zo’n brief, laten we dan even naar Palestina kijken”, werpt Gibbs op een gegeven moment op. „Het apartheidsregime van Israël. Komt er daarover ook een open brief?” Segers repliceert dat Israël geen apartheidsregime is, maar een „multiculturele, multireligieuze samenleving waar Arabieren, Joden, christenen en Druzen samenleven.” Daarin is het land volgens hem een „voorbeeld voor het Midden-Oosten”.

Het verweer levert Segers zowel veel bijval als kritiek op. Het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) verwijt Gibbs „een schrikbarend gebrek aan kennis. (…) Hulde voor de reactie van Gert-Jan Segers”. BNN VARA verdedigt de uitlatingen van Gibbs en stelt dat die „voldoende steun in feiten en actualiteit” vinden. De omroep verwijst daarbij naar rapporten van Human Rights Watch, Amnesty International en de Verenigde Naties waarin Israël een apartheidsstaat wordt genoemd.

BNN VARA voert bovendien aan dat Segers alle gelegenheid kreeg voor een weerwoord, waardoor er sprake was van „een journalistiek evenwichtig gesprek”.

Kritiek van binnenuit

De ombudsman van de NPO moet na klachten met een oordeel komen over de vraag of Gibbs en co-presentator Nadia Moussaid journalistiek gezien buiten de lijntjes kleurden. Daarbij komt de vraag op wat eigenlijk de criteria zijn om een staat het stempel van apartheid op te drukken. De term apartheid is onlosmakelijk verbonden met Zuid-Afrika, waar sprake was van een geïnstitutionaliseerde en wettelijk verankerde vorm van discriminatie op basis van huidskleur. Logischerwijze wil Israël zich die jas niet laten aanmeten.

Volgens sommige critici komt de kwalificatie ”apartheid” feitelijk neer op haat tegen Israël en antisemitisme. Het is echter niet zo dat de vergelijking enkel van buiten Israël komt: ook de Israëlische mensenrechtenorganisatie B’Tselem beschuldigt Israël van apartheid. Daarnaast waarschuwden generaties Israëlische politici ten minste voor het gevaar, onder wie de oud-premiers Ben Goerion, Yitzhak Rabin, Ehud Barak en Ehud Olmert.

Mannen als Barak en Olmert maakten hun punt in het kader van hun pleidooi voor een tweestatenoplossing. Als die faalt, kan Israël „een Zuid-Afrikaansachtige strijd voor dezelfde stemrechten tegemoet zien”, waarschuwde Olmert in 2007 in de Israëlische krant Ha’aretz. Het is dan van tweeën één: ofwel de Palestijnen gelijke stemrechten geven, wat volgens Olmert in feite tot het einde van de Joodse staat Israël zal leiden, ofwel kiezen voor een vorm van apartheid.

Critici zien de zogeheten Joodse natiestaat-wet uit 2018 in dit verband als een veeg teken. De Knesset stemde er toen met een vrij krappe meerderheid voor Israël expliciet te definiëren als Joodse staat. Tegenstanders van de wet vreesden voor de positie van minderheden, zoals Arabische Israëliërs. Arabische leden van de Knesset spraken dan ook van een „apartheidswet”.

De aanklacht van apartheid is juridisch een zware: het Statuut van Rome uit 1998 noemt het een misdaad tegen de menselijkheid. Het Nederlandse kabinet wil mede daarom Israël niet van apartheid beschuldigen. „Het kabinet onderstreept dat Israël –in tegenstelling tot veel andere landen in de regio– een pluriforme democratische rechtsstaat is met een veelzijdige en krachtige volksvertegenwoordiging, die alle gemeenschappen en etniciteiten binnen de Israëlische maatschappij weerspiegelt”, antwoordde minister van Buitenlandse Zaken Wopke Hoekstra mei 2022 op vragen van de Kamercommissie Buitenland. „Apartheid is een specifieke juridische term en een ernstig internationaal misdrijf, en het is aan de rechter om te oordelen of hier sprake van is.”

Terecht

Dat is ook de lijn die onderzoeker Muriel Asseburg van het Duitse instituut voor internationale betrekkingen SWP kiest. Ze analyseerde het vorig jaar verschenen Amnesty-rapport over Israël en apartheid en oordeelde dat de mensenrechtenorganisatie voor wat betreft de situatie op de Westoever en Oost-Jeruzalem terecht van apartheidspraktijken spreekt. De huidige Israëlische 
regering stemt haar bovendien weinig hoopvol vanwege plannen „die de eenstaat-realiteit met ongelijke rechten versterken”.

Ze maakt in haar definitieve oordeel echter pas op de plaats. „Een definitieve juridische beoordeling of de misdaad van apartheid wordt begaan, kan niet hier worden gemaakt, noch op opiniepagina’s in de media, noch door de Duitse regering”, stelde ze in haar SWP-paper. „Dat oordeel moet overgelaten worden aan de competente organen.” Ze denkt daarbij onder meer aan het Internationaal Strafhof.

Bij zo’n beoordeling liggen verschillende internationale verdragen op tafel, die ook het criterium vormen voor de beoordelingen van organisaties als Amnesty en Human Rights Watch. Het gaat daarbij met name om het zogeheten Apartheidsverdrag uit 1974 en het Statuut van Rome uit 1998. Daaruit worden drie criteria voor apartheid gedestilleerd. Er is sprake van apartheid bij (1) een intentie van overheersing van een raciale groep over een andere, (2) systematische onderdrukking en (3) onmenselijke daden in het kader van deze onderdrukking.

Asseburg stelt dat Israël op basis van deze criteria niet vrijuit gaat, al maakt ze ook diverse kritische kanttekeningen bij het Amnesty-rapport. Ze vindt bijvoorbeeld dat de dynamiek van het conflict te weinig is meegenomen in de beoordeling. Die heeft naar haar oordeel „herhaaldelijk bijgedragen aan de verslechtering van de situatie en een alternatieve ontwikkeling in de weg gestaan, of in elk geval mede”.

Ongelijkheid

Peter Malcontent, docent internationale betrekkingen aan de Universiteit Utrecht en schrijver van een boek over de relatie tussen Nederland, Israël en de Palestijnen, is iets uitgesprokener. „Volgens de strikt-juridische definitie van apartheid die de VN hanteren, maakt Israël zich schuldig aan apartheid”, oordeelt hij. Mede op basis van het in 2021 verschenen rapport van Human Rights Watch is dat naar zijn oordeel „klip en klaar”.

Het betekent voor hem echter niet dat de situatie in Israël zomaar vergelijkbaar is met die in Zuid-Afrika. „De apartheid in Zuid-Afrika was een typisch product van het 19e eeuwse kolonialisme en imperialisme. Dat kun je van Israël niet zeggen: eerder moet je stellen dat het ontstaan van de staat Israël zelf een gevolg is van discriminatie. De historische context is totaal anders.”

Daarbij maakt hij een zeker onderscheid tussen de situatie in Israël als zodanig en die op de Westoever en Oost-Jeruzalem, een punt dat Asseburg ook maakt. Malcontent vindt echter wel dat de ontwikkelingen in Israël als geheel weinig hoopgevend zijn. „Als je me tien jaar geleden had gevraagd of Israël een apartheidsstaat is, had ik me niet aan die kwalificatie durven wagen. Maar de ontwikkelingen van de afgelopen tien jaar maken mijn oordeel nu anders. Israël is sinds 2018 bijvoorbeeld officieel een Joodse staat met een speciale positie voor de Joodse bevolking. Er gaat meer geld naar Joodse scholen dan naar Palestijns-Arabische en bedoeïenen hebben het nakijken in de Negev. Hoe moet je dat noemen?”

Arabische natie

Dat er dingen misgaan in Israël, erkennen ook tegenstanders van de kwalificatie apartheid. Zij zijn echter eerder geneigd dat als vormen van discriminatie te bestempelen. „Er heerst in Israël wel degelijk discriminatie, net als in Nederland en andere landen”, twitterde hoofdredacteur Esther Voet van het Nieuw Israëlietisch Weekblad (NIW) deze week. „Mede vanwege de klakkeloze aanvallen (zoals steekincidenten op burgers), waar vooral Joodse maar ook Arabische inwoners slachtoffer van zijn.”

Daartegenover staan volgens haar echter feiten die het onmogelijk maken Israël van apartheid te betichten, zoals het gegeven dat in het land 20 procent Arabier is, van wie het overgrote deel moslim. „Zij hebben allemaal dezelfde rechten als Joodse Israëliërs, mogen stemmen etc. Er zitten Arabieren in het hooggerechtshof, in de Knesset, op universitaire posities. Het land een apartheidsstaat noemen is een leugen. Op de Westbank ligt het anders, daar zou de Palestijnse Autoriteit verkiezingen moeten uitschrijven, wat het niet doet. Joodse bewoners daar hebben geen stemrecht.”

In lijn met die laatste opmerking beschuldigt iemand als Eugene Kontorovich, hoogleraar aan de George Mason University Scalia Law School in Virginia en verbonden aan de rechtse denktank Kohelet Policy Forum in Jeruzalem, juist de Palestijnen van apartheid. „Er is geen enkele Joodse gemeenschap die onder Palestijns bestuur leeft”, schreef hij in februari 2022 in de Wall Street Journal. „Dat komt niet door Joodse voorkeuren. Joodse gemeenschappen leven overal in de wereld, ze zouden zeker op tien minuten van Jeruzalem wonen als de Palestijnse Autoriteit geen politiek voerde die Joden uitsloot.”

Hij wijst erop dat de Palestijnse Autoriteit Palestina omschrijft als een exclusief „Arabische natie”, met de islam als officiële religie en het Arabisch als enige officiële taal. In Israël hebben daarentegen zowel het Hebreeuws als het Arabisch een officiële status en is het jodendom niet de officiële religie.

In een recent rapport van de Joods-Amerikaanse lobbygroep B’Nai B’rith International werkt Kontorovich dit punt verder uit. Daarbij ziet hij juist allerlei parallellen tussen het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime en het beleid van Palestijnse bestuurders. De bepalingen in het Statuut van Rome over apartheid veegt hij intussen van tafel met de opmerking dat Israël daar geen partij in is.

Situatie Palestijnen

Dat Zuid-Afrika en Israël niet zomaar te vergelijken zijn – daarover lijkt brede consensus te bestaan. Ook Amnesty vermijdt in haar rapport bijvoorbeeld expliciet die vergelijking. Over de vraag of Israël kenmerken van apartheid vertoont, zal het debat voorlopig niet beslecht zijn.

Wat Malcontent betreft is het echter tijd de discussie te sluiten. „Ik geloof niet dat je er veel mee bereikt”, zegt hij. „Als je mensen op straat zou vragen naar drie ernstige misdaden in de 20e eeuw is er een goede kans dat de apartheid in Zuid-Afrika ergens op nummer drie komt. Het woord apartheid heeft een sterk emotionele lading. Israël zet in reactie daarop begrijpelijkerwijs de hakken in het zand. De discussie leidt daarmee af van waar het eigenlijk om moet gaan: de penibele situatie van de Palestijnen. Daar moet Israël op aangesproken worden. En ja, daar hebben ook Hamas en de Palestijnse Autoriteiten hun verantwoordelijkheden in.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer