Kerk & religieMeditatie

Meditatie: Mijn tranen

Augustinus
24 March 2025 06:45Leestijd 2 minuten

„Ik doornat mijn bedstede met mijn tranen. Mijn oog is doorknaagd van verdriet, is veroud vanwege al mijn tegenpartijders.”
Psalm 6:7c-8

Dan immers zal hij bij U staan; maar nu ligt hij nog in het bed dat hij nacht op nacht zal „wassen”, opdat hij door zo veel tranen de meest effectieve genezing verkrijgt, wegens Gods barmhartigheid.

„Met tranen zal ik mijn bed doordrenken.” Dat is een herhaling. Wanneer hij zegt „met tranen”, dan laat hij zien met welke intensiteit hij iets eerder gezegd heeft: „Ik zal wassen.” En dat het woord ”bed”, al eerder voorkwam, dat nemen we als een gegeven zo aan. Maar het volgende, „ik zal doordrenken”, gaat verder dan „ik zal wassen”. Want iets kan aan de oppervlakte worden „gewassen”, maar als iets doordrenkt, dan dringt het tot het binnenste door; hij bedoelt dus wenen tot in het diepst van ons hart.

De verandering van de tijden, dat hij eerst de verleden tijd gebruikte toen hij zei: „Ik ben moe geworden van mijn zuchten”, en daarna de toekomende tijd, toen hij zei: „Ik zal nacht op nacht mijn bed met tranen wassen”, en daarna nog een keer de toekomende tijd: „Met tranen zal ik mijn bed doordrenken”, dat laat ons zien wat iemand tegen zichzelf moet zeggen wanneer hij in zijn zuchten tevergeefs moe geworden is. Alsof hij wilde zeggen: Toen ik het eerste deed, leverde het niets op, dan zal ik het tweede doen.

Augustinus,
kerkvader te Hippo

(”Psalm 6”, ca. 400)

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer