Traugott Hahn, martelaar van de Baltische kerk
Zijn naam zal weinig Nederlanders iets zeggen. Toch geldt Traugott Hahn als een van de bekendste martelaren van de Baltische kerk. Op 14 januari 1919 werd de lutherse predikant uit Estland door communistische bolsjewieken om het leven gebracht.
De begaafde Traugott Gotthilf Hahn werd op 1 februari 1875 geboren als oudste van negen kinderen in de pastorie in Rouge (provincie Livland), een Estlands plattelandsdorp in een omgeving met veel natuurschoon. Vader Elieser, Duitser van afkomst, was een confessioneel-luthers predikant met een piëtistische inslag. Hij kwam uit een predikantenfamilie met veel zendingsliefde. Moeder Rosalie was rolstoelgebonden.
In dit gezin probeerden de ouders het christelijk geloof door woord en daad voor te leven. Vader was een krachtige persoonlijkheid met een sterk geloof, moeder was een voorbeeld van zelfverloochening, ijver en bescheidenheid. In de pastorie kregen de kinderen thuisonderwijs. In 1886 verhuisde het gezin naar Reval, waar vader predikant werd van de St.-Olafkerk.
Studie
Met zijn broer Willy beleefde Traugott moeilijke jaren op het gymnasium in Reval als gevolg van de agressieve russificering van het onderwijs. Duitse leerlingen ondergingen in hun schoolloopbaan veel onrecht en discriminatie door de Russische rector. Voor vader Elieser was dit aanleiding om zijn twee zonen naar de St.-Petrischool te sturen in de toenmalige Russische hoofdstad Sint-Petersburg.
In 1893 werden de gebroeders Hahn student theologie aan de universiteit van Dorpat (nu Tartu). Een jaar later, op 8 november, stierf Willy plotseling aan tyfus. Hierdoor geestelijk diep geraakt, moest Traugott zijn studie een semester onderbreken. Op medisch advies verbleef hij zelfs enige tijd in Zwitserland vanwege een geknakte gezondheid door dit zware verlies van een geliefde broer.
Na het beëindigen van zijn studie in Dorpat was het voor zijn verdere wetenschappelijke vorming noodzakelijk student te worden aan de universiteit van Göttingen. Eind 1899 moest Traugott zijn academische studie echter afbreken, om hulpprediker te worden bij zijn vader, die steeds minder kon zien. Twee jaar later beriep de universiteitsgemeente van Dorpat hem als haar predikant. Ook promoveerde hij in Dorpat tot doctor in de theologie. Zijn dissertatie had als titel ”Tyconius-studien”. Tyconius was een tijdgenoot van Augustinus.
De promotie hield ook in dat hij tegelijkertijd lid behoorde te zijn van de theologische faculteit. Maar dit proces ging niet vanzelf. Hoogleraar kerkgeschiedenis Kvacala had een grote hekel aan Duitsers en Tsjechen. Hij stelde alles in het werk, zelfs tijdens de promotieplechtigheid, om te verhinderen dat Hahn zou promoveren.
Maar al zijn pogingen om Hahn te boycotten mislukten. In 1902 werd Hahn toch als lid van de theologische faculteit en als docent toegelaten. Dit kwam mede door de hartelijke medewerking van prof. dr. A. Seeberg, Hahns vroegere leermeester. Deze wetenschappelijke autoriteit had zich met positief resultaat voor Hahns benoeming ingezet.
Op zaterdag 29 augustus 1903 trouwde Traugott met Anny von zur Mühlen. Zij was de dochter van de directeur van de Estlandse Adelsbank. Hun trouwtekst was Joh. 15:16 („Ik heb u uitverkoren… en draag vrucht…”). Deze tekst was eens de belijdenistekst van de bruid. Hun huwelijk werd gezegend met vier kinderen: Annemarie, Elisabeth, Wilhelm en Beate.
Hoogleraar
In Dorpat beleefde het gezin de eerste martelarentijd van de Baltische kerk. Het was de revolutie van 1905, die zich in Estland en Letland niet alleen richtte op de bezittende klasse, maar ook tegen de kerk en Gods Woord. Hahn was verblijd dat het de Russische tsarenregering gelukte om de communistische opstand neer te slaan. Hij was dankbaar voor de religieuze en nationale vrijheid die zo werd geschonken.
Begin 1909 werd Hahn door de theologische faculteit aangewezen om hoogleraar praktische theologie te worden. Ook dit keer probeerde prof. Kvacala deze benoeming te verhinderen. Bij de verkiezing kreeg Hahn drie stemmen te weinig, maar desondanks werd hij een jaar later door de minister van Onderwijs tot professor benoemd.
In het voorjaar van 1915 werden alle uitgewezenen uit de regio Livland, ook Hahn, naar het binnenland van Rusland vervoerd. Maar hij mocht spoedig terugkeren. Het verzoek van de Estlandse en Letlandse studenten aan de oorlogsgouverneur te Riga om Hahn terug te roepen als hun gewaardeerde docent had succes. Op de terugreis kon Hahn in de gevangenis in Sint-Petersburg zijn vader en zwager spreken voordat zij naar Siberië werden verbannen.
Hahn gaf opnieuw colleges, terwijl de andere Duitse professoren hun afscheidscollege voorbereidden. Dit kon, omdat in 1916 op bevel van de minister van Onderwijs colleges in de praktische theologie in de Baltische talen gegeven moesten worden, en Hahn beheerste deze. Bij de andere colleges diende men in het Russisch te doceren.
Revolutie
Door de Russische Revolutie van 1917 brak een tijd aan van volledige willekeur en terreur.
Op 24 februari 1918 bevrijdden Duitse soldaten Dorpat. Deze laatste, mooie zomer beleefde Hahn met zijn familie in het landelijk gelegen plattelandsdorp Strandhof bij Reval.
Op 15 september dat jaar werd in Dorpat de universiteit weer als Duitse hogeschool heropend. Toen de Duitse militairen aan het eind van 1918 weer vertrokken, omdat ”het rode gevaar” steeds dichterbij kwam en velen vluchtten, bleef Hahn toch bij zijn gemeente. Op 8 december schreef hij aan zijn broer Hugo, die toen predikant was van de gemeente Nisse in Noord-Estland: „Ik meet me geen enkel oordeel aan over jouw positie. Wel zeg ik je dat ik dringend wens dat God het je mogelijk maakt op je post te blijven. Ik vrees voor mij en anderen dat wij toch niet gerekend worden bij hen, waarover Joh.10:13 (wees geen huurling) spreekt. Ik geloof dat we voor de Koning van de Kerk heel veel hebben te verantwoorden wanneer wij onze standplaats verlaten! Als wij niet bereid zijn om Zijn getuige te zijn, ook al kost het ons leven, dan bewijzen wij dat het Evangelie van Jezus Christus voor ons niet alles waard is.”
Op de derde adventszondag van 1918 preekte ds. Hahn over Rom. 14:7 en 8. Zijn thema was ”Voor Wie leven en sterven wij?” Hij sprak: „Hij, Die de soevereine Heere is van de martelaren, gebruikt het sterven van Zijn kinderen als het kostbaarste en vruchtbaarste zaad voor Zijn Koninkrijk. Mocht ooit het oerchristelijke martelaarschap ons deel worden, dan dienen wij dit niet te zoeken. Het komt er op aan om het lijden door het geloof moedig tegemoet te treden. Wie kan dat? Echter, men smeke God om geloofsmoed als het zover zou komen.”
Aan de vooravond van het vertrek van de Duitse soldaten naar het vaderland kreeg ds. Hahn bezoek van Reinold von Thadden. Toen Hahn van deze jonge Duitse officier en oud-catechisant afscheid nam, zei hij: „Het kan gebeuren dat God ook in onze dagen weer het zwaarste offer van ons vraagt. Het kostbare zaad in het rijk van God is om je leven Hem op te offeren.”
In de nacht voor de vierde adventszondag kregen de communistische bolsjewieken in Dorpat alle macht in handen. Direct verboden zij alle kerkdiensten. Om die reden preekte ds. Hahn in de pastorie en in de huizen van gemeenteleden. Ook zo kon hij de bedroefden troost verkondigen en pastorale hulp bieden. In een huis sprak hij na een vermoeiende dag: „Als ik nu moet sterven, is mijn blijven toch al beloond.”
Vermoord
Op 3 januari 1919 werd ds. Hahn gearresteerd en naar de Kredietbank gebracht. De benedenverdieping van dit gebouw werd als gevangenis gebruikt. In een kamer was ruimte voor twintig personen, maar er werden er tachtig ingeperst, onder wie Hahn. Bij de verhoren ging het er zeer wreed aan toe. Toen Hahn een keer lang op voedsel moest wachten, zei hij: „Ik lijd liever honger dan dat ik zonder Bijbel ben.”
Op 14 januari werden veel gevangenen bevrijd, door een legertje van Esten en Finnen. Helaas niet allemaal. Kort daarvoor was een aantal gevangenen doodgeschoten in de moordkelder, onder wie Traugott Hahn – om het geloof in Jezus Christus.
Op het kerkhof in Dorpat werd hij begraven.
Enige tijd later verhuisde Hahns weduwe naar Duitsland. In de nazitijd had ze ds. Paul Schneider, de dominee van Buchenwald, op haar voorbedebriefje staan! Anny Hahn overleed in 1974.
Opwekking
Ds. Hahn was zielzorger, predikant en geestelijk leider, die zijn gemeenteleden, catechisanten en studenten een uiterst belangrijke geestelijke boodschap verkondigde, die ook voor het dagelijkse leven alles te zeggen had: „Laat u met God verzoenen!” Er was bij hem sprake van een harmonische verbinding tussen persoonlijke vroomheid en theologische wetenschap (reflectie). Deze combinatie verleende hem door genade een bijzondere uitstralingskracht. Een van zijn doelen was dat er in de lutherse volkskerk een geestelijke opwekking zou mogen komen.
Hahn wordt in Estland genoemd als de bekendste martelaar van de Baltische kerk.