Nederland keerde de afgelopen anderhalf jaar bijna negen miljoen euro uit aan nabestaanden van Srebrenica-slachtoffers. Duizenden verzoeken wachten nog op een antwoord.
Dat blijkt uit cijfers die het Nederlands Dagblad heeft opgevraagd bij de commissie die aanvragen voor een schadevergoeding behandelt. De regeling is voortgekomen uit een uitspraak van de Hoge Raad. Die bepaalde dat de Nederlandse staat voor 10 procent aansprakelijk is voor de dood van de mannen die op 13 juli 1995 nog aanwezig waren op de Dutchbat compound in Srebrenica, maar daar werden weggestuurd. Volgens de Hoge Raad wist Dutchbat dat er een reële kans was op executie door het Bosnisch-Servische leger. De kans dat de mannen in leven waren gebleven als ze wél op de compound mochten blijven, is klein, maar niet verwaarloosbaar. Het gaat om een groep van ongeveer 350 mannen. In totaal werden tijdens de genocide van Srebrenica ruim 8.000 mannen vermoord.
In de regeling, die wordt uitgevoerd door de Netherlands Compensation Commission Potočari (NCCP), is een vaste vergoeding van 15.000 euro voor weduwen en 10.000 euro voor andere nabestaanden opgenomen. Tot en met november 2022 is er een bedrag van bijna 8,7 miljoen euro uitbetaald. Op dat moment waren 852 claims toegekend. Ruim 600 aanvragen zijn afgewezen en meer dan 6000 verzoeken wachten nog op antwoord.
De regeling is bedoeld om op een snelle en toegankelijke manier het arrest van de Hoge Raad uit te voeren. In de praktijk blijkt dit niet zo eenvoudig. Het is namelijk niet altijd duidelijk wie er precies recht hebben op de vergoeding. Het aantal van 350 mannen is een schatting die deels is gebaseerd op de zogenaamde ”Franken Lijst”, vernoemd naar de majoor die opdracht gaf voor het opschrijven van de namen. „Maar we weten dat deze lijst niet compleet is”, zegt Sylvia Wortmann, voorzitter van de commissie. Sommige oudere mannen zijn niet geregistreerd en anderen weigerden hun naam op te schrijven, omdat ze bang waren dat de lijst aan het Bosnisch-Servische leger gegeven zou worden. Er zijn ook mannen die op de Franken Lijst staan en de genocide overleefd hebben.
Onrechtvaardig
„We hadden het onszelf makkelijk kunnen maken door ons te beperken tot die lijst. Dan waren we nu al bijna klaar geweest. Maar dat zou onrechtvaardig zijn”, zegt Wortmann. De commissie heeft aanvullend onderzoek gedaan, waardoor de lijst met namen iets uitgebreider is. „Het kan ook dat iemands naam op geen enkele lijst voorkomt. Dat betekent niet automatisch dat het verzoek wordt afgewezen. We onderzoeken elk geval.” Soms wordt om aanvullende informatie en getuigenverklaringen gevraagd. „Je hoeft niet te bewijzen dat iemand op de compound was, maar je moet het wel aannemelijk maken.”
Volgens schattingen waren er maximaal 500 mannen aanwezig op de Dutchbat compound. De verzoeken die zijn ingediend, hebben betrekking op ruim 2100 slachtoffers. Voor veel nabestaanden, zoals Hava Gluhic, voelt de huidige regeling dubbel. „Ik vond het zo moeilijk om tegen de andere vrouwen te vertellen dat ik het geld had gekregen”, vertelt ze. „Ik schaamde me, dat ik het wel kreeg en zij niet.”