Ds. Simons: Sommige Oekraïners hebben hier het licht zien opgaan
Een bus vol Oekraïense vluchtelingen arriveerde in maart in Valburg. Ruim vijftig moeders en kinderen werden opgevangen bij leden van de hervormde gemeente, waarna al snel meer Oekraïners volgden.
Op dit moment verblijven er zo’n 165 Oekraïense vluchtelingen in Valburg, zegt ds. A. Simons, predikant van de hervormde gemeente Valburg-Homoet. Velen wonen nog steeds bij gastgezinnen in huis of in een aparte woonruimte, zoals een stacaravan of huisje, bij mensen op het erf.
Ds. Simons is vanaf het begin nauw betrokken bij de opvang van de vluchtelingen. Hij vertelt dat de situatie nu anders is dan in maart. „In het begin was er veel hulp van vrijwilligers nodig. Nu regelen de Oekraïners hun zaken voor 80 procent zelf. De meesten werken of gaan naar school, en ze weten bol.com net zo goed te vinden als wij. Maar zo nodig springt de commissie Boaz, die de hulp coördineert, bij. Zo hebben we afgelopen week een bus geregeld waarmee mensen de Oekraïense kerstviering in de Gomarus scholengemeenschap in Gorinchem konden bezoeken.”
De groepsactiviteiten die vanaf maart werden aangeboden, bleken na verloop van tijd niet meer nodig. „Er is nog wel een locatie, een kerkje in Homoet, waar de Oekraïners bij elkaar kunnen komen als ze bijvoorbeeld samen een verjaardag willen vieren.”
Het aantal vluchtelingen in Valburg is redelijk stabiel. „Er gaan weleens mensen terug naar Oekraïne, maar er komen soms ook nieuwe vluchtelingen bij. We krijgen de laatste tijd wel meer signalen dat ze zelfstandig willen wonen. Niet omdat ze het in hun gastgezin niet naar de zin hebben, maar omdat het verblijf in Nederland langer duurt dan in het begin werd voorzien. Mensen zijn dankbaar voor de opvang die ze krijgen, maar zijn tegelijk een beetje bang dat ze hun Oekraïense cultuur kwijtraken. Je merkt ook steeds meer dat ze heimwee krijgen en last hebben van psychische klachten.”
Af en toe lukt het de commissie Boaz vluchtelingen vanuit een gastgezin over te plaatsen naar een zelfstandige woonruimte. „We hebben bijvoorbeeld twee huisjes gehuurd bij een woningstichting, waarin we Oekraïners mochten onderbrengen.”
Eenvoudige preek
Ds. Simons gaat elke zondagmiddag voor in een samenkomst voor Oekraïners, die gemiddeld 120 tot 130 bezoekers trekt en door een tolk wordt vertaald. „Dat hebben we inmiddels dertig keer gedaan. Wonder boven wonder blijven de mensen komen en zien we zelfs geregeld nieuwe bezoekers vanuit onder meer gemeentelijke opvanglocaties in de regio.”
De predikant spreekt van „laagdrempelige samenkomsten” die ongeveer vijf kwartier duren. „Ik houd een eenvoudige preek, want de meeste bezoekers hebben weinig kennis van de Bijbel. Ze hebben zelf ook een inbreng. Soms komen ze naar voren om het volkslied te zingen of een bekend Oekraïens gebed te bidden. Na de dienst is er in het verenigingsgebouw een ontmoeting met koffie.”
Meerdere Oekraïners komen samen met het gastgezin waar ze verblijven naar deze samenkomsten. „De Nederlanders hebben uiteenlopende achtergronden, van hervormd tot oud gereformeerd. Ik denk dat zij het even erg zouden vinden als de Oekraïners wanneer deze diensten zouden stoppen.”
Onder de vaste kerkgangers zijn nogal wat orthodoxe vluchtelingen die „gedoopt zijn, geld afdragen aan de kerk en in hun eigen land alleen met Kerst een dienst bijwoonden. Ik merk dat God het Woord dat hier wordt gebracht voor de Oekraïners zegent. Pas keerden twee jonge vrouwen terug naar hun land. Toen ze afscheid namen, gaven ze aan dat ze hier twee dingen hebben geleerd. Ze zeiden: „Jullie zeggen iedereen vriendelijk gedag, dat doen we in Oekraïne niet.” En: „U zou eigenlijk met ons mee moeten gaan, want wat we hier in de kerk horen, hebben we in Oekraïne nog nooit gehoord en dat hebben de mensen daar ook nodig.” Het is bijzonder om te merken dat sommige Oekraïners hier echt het licht hebben zien opgaan en de Heere Jezus hebben leren kennen.”