Het aantal doden door Russische aanvallen op de zuidelijke Oekraïense stad Cherson is opgelopen tot dertien, hebben de Oekraïense autoriteiten zondag bekendgemaakt. 64 mensen zijn zaterdag gewond geraakt door de beschietingen. In de regio vielen zaterdag nog eens drie doden doordat een landmijn explodeerde toen hulpverleners bezig waren de omgeving landmijnvrij te maken.
De autoriteiten spraken eerder van tien dodelijke slachtoffers en beschuldigden de Russen van massale artilleriebeschietingen van het centrum van de stad. President Volodimir Zelenski van Oekraïne veroordeelde de aanvallen als een daad van „terreur”. „Dit zijn geen militaire faciliteiten”, meldde Zelenski op Telegram, eraan toevoegend dat de beschietingen „moorden omwille van intimidatie en plezier” zijn.
De door Rusland benoemde gouverneur van het bezette deel van de regio Cherson ontkent dat Russische troepen verantwoordelijk zijn. Oekraïense troepen hebben zelf de stad op „terroristische wijze” beschoten, aldus Vladimir Saldo. „Dit is een walgelijke provocatie met het duidelijke doel om de Russische strijdkrachten de schuld te geven.”
Rusland, dat tien maanden geleden Oekraïne binnenviel, controleert het grootste deel van de regio Cherson. Maar niet de hele regio. Half november heroverden Oekraïense troepen onder meer de stad Cherson, het administratieve centrum, en een aantal kleinere plaatsen in het gebied.