Landen sluiten akkoord over natuurbehoud op biodiversiteitstop VN
Op de biodiversiteitstop van de Verenigde Naties zijn de deelnemende landen tot een akkoord gekomen over natuurbehoud. Dat heeft de voorzitter van de top in Montreal bekendgemaakt.
Met de overeenkomst moeten de soortenrijkdom in de natuur en de verschillende ecosystemen beter beschermd worden. Alleen Congo is niet tevreden met de uitkomst van het overleg en steunt het akkoord niet.
Na bijna twee weken onderhandelen werd ook in de nacht van zondag op maandag lang vergaderd. Even na half vier plaatselijke tijd kondigde de voorzitter aan dat er een akkoord lag. Zondag werd al een conceptakkoord gepubliceerd. De bedoeling is dat rijke landen uiterlijk in 2025 jaarlijks 20 miljard dollar uittrekken om arme landen te helpen de biodiversiteit op aarde te redden, oplopend tot 30 miljard in 2030.
In datzelfde jaar moet ook in ieder geval 30 procent van het land, de zoetwatergebieden en de wereldzeeën worden beschermd om verlies aan natuur te voorkomen. Nu heeft nog maar zo’n 17 procent van het land en 8 procent van het water een beschermde status.
Eerder tijdens de conferentie liepen ontwikkelingslanden weg uit de onderhandelingen uit onvrede over de opstelling van veel rijkere landen, die zeker volgens de armere landen de meeste verantwoordelijkheid dragen voor de achteruitgang van de soortenrijkdom.
Het totale bedrag dat landen in het akkoord zeggen te gaan investeren in biodiversiteitsbehoud, loopt op tot 200 miljard dollar per jaar in 2030. Dan gaat het dus niet alleen om hulpgelden voor armere landen, maar ook om investeringen in de natuur in eigen land. Dat geld zou niet allemaal van de overheid moeten komen, maar ook van private investeerders.
Het VN-biodiversiteitsverdrag dat door de overeenkomst flink wordt aangepast, bestaat sinds 1992. In de tussentijd is de wereldwijde soortenrijkdom hard achteruit gegaan. Die achteruitgang moet nu binnen zeven jaar stoppen volgens het akkoord.