Met een algemeen verbod op fysieke erediensten in maart 2021 vanwege de coronapandemie pleegde de Duitse burgerlijke gemeente Lage een onrechtmatige inbreuk op de vrijheid van godsdienst.
Dat oordeelde de Duitse rechtbank in Minden afgelopen maand, zo meldde nieuwsdienst Idea donderdag.
De gemeenteraad van Lage, een klein plaatsje in de deelstaat Nedersaksen, vaardigde in het voorjaar van 2021 een algeheel verbod uit op fysieke kerkdiensten tijdens de paasperiode. Aanleiding voor de beslissing was een corona-uitbraak onder leden van een vrije gemeente.
Een andere kerk in het dorp, de Bijbelgemeente, begon vervolgens een kort geding tegen het verbod. Dit werd afgewezen, maar in de bodemprocedure is de gemeente nu alsnog in het gelijk gesteld. Het besluit van de gemeenteraad was wederrechtelijk, zo oordeelde de rechter. De maatregel was „disproportioneel”, niet gegrond in de wetgeving voor infectiebescherming en tastte bovendien de godsdienstvrijheid ernstig aan. De rechtbank hekelde vooral het feit dat het verbod van de gemeente Lage op geen enkele wijze in uitzonderingen voorzag, bijvoorbeeld voor kerken die zorgvuldig omgingen met coronamaatregelen onder kerkgangers.
Overwinning
De voorganger van de Bijbelgemeente, Peter Dridiger, noemt de uitspraak tegenover Idea een „belangrijke overwinning”. Volgens Dridiger biedt het vonnis een bijdrage aan het verwerken van de coronapolitiek en de invloed daarvan op kerkdiensten. Veel gemeenten vonden het verbod overdreven, maar durfden zich er niet tegen te verzetten, aldus de predikant. Zij worden geholpen door deze rechtszaak, zegt hij. „De Bijbelgemeente verzette zich met dit proces niet tegen de overheid, maar bracht een besluit van de uitvoerende macht dat in strijd was met de grondwet voor de rechter.” De uitspraak draagt bij aan de handhaving van het staatsrecht, stelt hij, en dient zo in de toekomst de juridische bescherming van kerken.