Uitbreiding Koninklijke Grafkelder gereed
Een betonnen bak, met plaats voor meer dan twintig lijkkisten en zo’n tien urnen. De uitbreiding van de koninklijke grafkelder is gereed. Maandag mocht de pers de ruimte bezichtigen. Nu gaat hij alleen nog open voor de jaarlijkse inspectie, of als een overleden lid van het Koninklijk Huis wordt bijgezet.
Je hoeft het niet af te spreken; in de grafkelder onder de Nieuwe Kerk in Delft ga je als vanzelf gedempt praten. Twee aan twee mogen de journalisten naar beneden om de ruimte in ogenschouw te nemen. Het is er ijskoud.
De wenteltrap naar beneden, de vloer, het dak en de wanden, het is allemaal van beton. In elk zijgangetje zijn nissen, tegenover elkaar. In elke nis is ruimte voor twee kisten, boven elkaar.
In de muren is verlichting weggewerkt. Op de wanden werd leemstuc aangebracht, om het grondwater buiten te houden. Halverwege de kelder is er een dubbele, bronskleurige stalen deur, als verbinding naar de voorhal in het oudere deel van de koninklijke grafkelder.
Voorzorg
De bestaande crypte is bijna vol; er kan nog één Oranje worden bijgezet. Daarom is de kelder het afgelopen jaar uitgebreid. Architect Van Hoogevest zet uiteen wat daar allemaal bij kwam kijken. Er werd een schutting gebouwd om het stof uit de kerk en het publiek uit de werkruimte te houden. Met plastic bedekte gaten in de houten wand boden bezoekers wel zicht op de werkzaamheden.
Daarbinnen werd de vloer zorgvuldig in kaart gebracht, zodat alle zerken na afloop weer op precies dezelfde plek teruggelegd zouden worden. Stalen stempels moesten trillingen en verzakking tegengaan, en dat is gelukt. Enkele keren sloeg het computersysteem aan, maar het bleek telkens vals alarm te zijn.
Archeologisch onderzoek
Met kleine, elektrische graafmachines haalden archeologen de grond laagje voor laagje weg. Vanaf 1396 werd in deze kerk begraven, tot het in 1829 vanwege de hygiëne werd verboden. De speurders verwachtten hier en daar dan ook wel tien graven boven elkaar aan te treffen. Het bleken er op sommige plekken zelfs 23 te zijn.
In totaal werden 581 graven geborgen: 534 indivuele graven, vier grafkelders en tientallen knekelkisten, waarin de beenderen van meerdere overledenen waren verzameld. Een deel van de geruimde lichaamsresten kreeg een plaats in een knekelveld elders, een ander deel is in zwarte dozen in het depot van de stadsarcheoloog opgeborgen voor nader onderzoek. Bij drie van de aangetroffen kisten waren de initialen van de overledene erop aangebracht; waarvan één naam inmiddels is achterhaald.
Nabestaanden van de overledenen hadden geen zeggenschap over de opgraving, omdat de grafrechten verjaard zijn. Er meldden zich echter wel tal van mensen bij de archeologische dienst die DNA wilden afstaan ter vergelijking met de lichaamsresten uit de geruimde graven.
Urnenwand
Nadat de archeologen waren vertrokken, werd onderin het gat via zo’n negentig injectiepunten een anderhalve meter dikke laag jetgrout aangebracht, om het grondwater weg te houden en de ondergrond te stabiliseren. Daarop rust nu de nieuwe kelder.
Of de koninklijke familie inspraak had en is komen te kijken? Dat is logisch, zegt Claudia Hörster, directeur Koninklijke Verzamelingen, maar meer wil ze er niet over kwijt. Net zo min als de architect wil zeggen of hij in het oude deel van de kelder is geweest toen hij met zijn plannen bezig was. Waarom er een urnenwand is gebouwd, wil hij wel verduidelijken: „We willen met alle mogelijkheden rekening houden.”
Praalgraf
De kelder kreeg een trap omhoog naar een zijkapel. Bijkomend voordeel is dat de kelder nu gemakkelijk toegankelijk is. Voor de inspecties hoeft niet langer een van de honderden kilo’s zware zerken uit de kerkvloer te worden getild die de toegang tot de twee oudere trappen afdekken.
Op de grote steen staat in het Latijn dat Willem I, vader des vaderlands, hier de wederopstanding verwacht. „Prins Willem de Ie, doorschoten 11 July 1584”, zoals een oud document het zegt.
Hij stierf in Delft en kreeg daar in de kerk een tijdelijk graf, omdat Breda in Spaanse handen was. Het was op aandrang van zijn weduwe, Louise de Coligny, dat dertig jaar later de eerste grafkelder werd gegraven, in de periode 1614-1623. Twee jaar later was al een kleine uitbreiding nodig. Het is een nauwe ruimte, en hij is helemaal vol.
Intussen was beeldhouwer Hendrick de Keyser bezig met de bouw van het praalgraf dat hij had ontworpen, een gedenkteken „als soodanighen Prince waerdig is”. Na De Keysers overlijden maakte zijn zoon Pieter het werk af.
Uitbreidingen
In elke eeuw volgde een nieuwe fase. Na het overlijden van stadhouder Willem IV werd de kelder in 1752 uitgebreid. In de periode 1818-1822 kwam er een nieuwe kelderruimte. Die kwam hoger te liggen en daarom moet je in de kerk vijf treden op naar de kooromgang. De uitbreiding van zeventig jaar eerder werd nu een gang. Met bochten, want de bouwers moesten om de fundamenten van de kerk heen.
In de jaren 1923-1925 kwam er een nieuw voorportaal, met een veel bredere trap naar beneden. De trap waar de naaste verwanten afdaalden toen koningin Emma en prins Hendrik werden bijgezet in 1934, prinses Wilhelmina in 1962, prins Claus in 2002, prinses Juliana en prins Bernhard in 2004. Prins Friso kreeg in 2013 een graf nabij het kasteeltje van zijn moeder in Lage Vuursche.
Maquette
In de koninklijke grafkelder zijn 49 Oranjes bijgezet. Drie kistjes hebben het opschrift ”onbekend”. Vermoedelijk bevatten twee ervan een doodgeboren kleinkind van Willem van Oranje.
Boven de nieuwe ruimte staat de nieuwe maquette van de grafkelders. De laatste kist wordt in een nisje vastgelijmd, dan wordt met vereende krachten de zware glazen plaat op de maquette gelegd.
De uitbreiding van de grafkelder zou in 2013 al beginnen, maar liep vertraging op toen de restauratieplannen van de Nieuwe Kerk werden gewijzigd. De kosten waren meer dan het dubbele van wat aanvankelijk werd becijferd. Uiteindelijk stak de rijksoverheid er 4,1 miljoen euro in, terwijl het Koninklijk Huis zo’n vier ton heeft bijgedragen.
Sleutels
De Nieuwe Kerk ontvangt jaarlijks driehonderdduizend bezoekers. Het is niet alleen een monument, er worden nog steeds kerkdiensten gehouden. „De Bijbel ligt hier altijd open”, zegt directeur Nyncke Graafland.
Claudia Hörster, directeur Koninklijke Verzamelingen, zet uiteen dat in de achterliggende 438 jaar nagenoeg alle nazaten van Willem van Oranje hier zijn bijgezet, behalve de prinsessen die elders bij hun man werden begraven of bijgezet.
Na de bezichtiging door de pers gaat de deur naar de keldertrap dicht. De ene sleutel wordt namens de koninklijke familie beheerd door de directeur Koninklijke Verzamelingen. De andere sleutel is bij de burgemeester van Delft. Samen inspecteren ze elk jaar de ruimte die is ingericht voor toekomstige sterfgevallen in het Huis van Oranje-Nassau.