Tevergeefs op zoek naar een groots graf in Lage Vuursche
Sinds prins Friso er in 2013 begraven ligt, trekt de begraafplaats in Lage Vuursche talloze voorbijgangers en dagjesmensen. Maar zijn graf is zó gewoon dat bezoekers zich opwinden over de eenvoud ervan.
Rond de laatste rustplaats van prins Friso heerst weinig rust. Het is een komen en gaan, deze laatste woensdagmorgen in juli. Fietsers stappen af, gaan het hek door en lopen langs de rijen stenen. In een uurtje tijd passeren zo’n twaalf mensen die overduidelijk niet komen om het graf van een geliefde te bezoeken. Ze zoeken een koninklijk graf.
Koninklijke allure zullen ze echter niet aantreffen, laat J. Kuijt, medebeheerder van de begraafplaats, zien. Hij wijst op een gewone grijze steen in de hoek. In witte letters staan de namen, geboorte- en sterfdata erop: ”Johan Friso Bernhard Christiaan David van Oranje-Nassau Van Amsberg. 25 september 1968, 12 augustus 2013”. „Ik denk dat prinses Beatrix en Mabel hebben gekozen voor een steen die past bij het geheel van de begraafplaats”, zegt Kuijt.
Op het graf groeit wat groen; erachter klimmen hortensia’s tegen het hek op. „Die onderhoudt de tuinman van Drakensteyn”, vertelt hij.
Prins Friso’s graf is dus verre van imposant. Het enige verschil maken een paar camera’s die vanaf het hek en tussen de bomen een oogje in het zeil houden. En het bordje dat in de grond is geprikt: ”Gelieve niet het gras te betreden”. Kuijt schudt zijn hoofd. „Dat gebeurde ook. Dan stapten mensen naast de steen en maakten ze een selfie. Die sturen ze dan door: Kijk, daar sta ik.”
Liturgie
Kuijt herinnert zich de „hectische week” van Friso’s begrafenis –maandag acht jaar geleden– nog goed. Voorafgaand kwamen de burgemeester, de commissaris van de Koning en beveiligers kijken. Speurhonden doorzochten de kerk en de begrafenisondernemer en dragers oefenden vooraf de ceremonie. „Na afloop ben ik privé gebeld door vreemde mensen die de liturgie van de dienst wilden hebben. Dat heb ik natuurlijk geweigerd.”
Op de dag dat de prins overleed, werd Kuijt over de begrafenis gebeld. Volgens hem rekende de Nieuwe Kerk in Delft toen nog op een bijzetting. In Lage Vuursche wisten ze echter al dat de koninklijke familie voor hun dorp koos.
Voor Nederland kwam die mededeling als een verrassing. De beheerder keek er wat minder van op. Tijdens de restauratie van Drakensteyn, een jaar of vijf ervoor, schonk Beatrix een perceel van haar eigen terrein aan het kerkhof. De grafplek die ze later wilde gebruiken, lag oorspronkelijk op haar eigen grond.
Privacy
”Zalig zijn de doden die in de Heere sterven”, verkondigt een tekst op het hek bij de ingang van de begraafplaats. Die is eigendom van de naastgelegen hervormde dorpskerk.
Lage Vuursche telt slechts 280 inwoners. „We hebben een heel goede buurvrouw aan prinses Beatrix”, zegt Kuijt over de bekendste bewoonster. De bewaking van Drakensteyn heeft een sleutel van het hek, waardoor leden van de koninklijke familie via het terrein van Beatrix’ kasteeltje op de begraafplaats kunnen komen. „De beveiligers kunnen kijken of het rustig is, maar ongestoord naar het graf van Friso gaan zit er bijna niet in.” Een aantasting van hun privacy, vindt hij.
Terwijl hij staat te vertellen, spreekt een vrouw hem aan. „Ligt hier een lid van het Koninklijk Huis begraven?” „Daar in het hoekje”, wijst Kuijt. De vrouw trekt haar wenkbrauwen op.
De beheerder baalt soms als nieuwsgierige bezoekers hem weer eens storen tijdens zijn werk. „Mensen vragen dan waar de prins ligt. Dat valt dan tegen. Vervolgens willen ze van mij weten waarom het graf zo eenvoudig is. Dan zeg ik dat dit een keuze is van Beatrix en Mabel.”
Ooit overwogen de beheerders om de begraafplaats alleen overdag open te houden. Maar dat was geen optie. „Dan moet je vrijwilligers hebben die het hek dagelijks openen en sluiten.” Soms denkt hij: misschien was het beter geweest als Beatrix’ zoon op eigen terrein was begraven.
Serie Koninklijk begraven
Op welke plekken liggen de Oranjes begraven? Deel 3: Lage Vuursche.