Discussie over slavernijexcuses leidt tot groeiend ongemak
Rond het voornemen van de Nederlandse regering om excuses te maken voor het slavernijverleden is een beschamende discussie ontstaan. De ontvangers van de schulderkentenis stellen daar inmiddels een reeks voorwaarden aan die bij het Nederlandse volk zwaar op de maag liggen.
Dat het slavernijverleden van Nederland een inktzwarte bladzijde is in de geschiedenisboeken, behoeft geen betoog. Het leed dat de slaven is aangedaan, is groot. Daar moet ons volk zich voor schamen.
Het is ook terecht dat de Nederlandse regering daarvoor excuses maakt. Waarmee overigens niet is gezegd dat elke Nederlander persoonlijk schuld aan de slavernij heeft. Dat wordt nogal eens verward.
Dat de bevolking van Suriname en de Antillen excuses zien als een erkenning van de mishandeling van hun voorouders valt goed te begrijpen. Logisch dat ze deze schulderkenning ervaren als een vorm van genoegdoening.
Iedereen beseft ook dat een jarenlang knechting van grote groepen mensen niet met die excuses kan worden goedgemaakt. Het leed is geschied en kan niet ongedaan worden gemaakt, ook niet met zogenoemde herstelbetalingen.
Dat neemt niet weg dat een gebaar in welke vorm dan ook symbolische betekenis kan hebben. Door de overheid van de Antillen en door belangengroepen in Suriname zijn inmiddels echter eisen gesteld aan dit gebaar. Die roepen veel vragen op.
Het eerste bezwaar was dat minister Weerwind van Rechtsbescherming, zelf van Surinaamse afkomst, de boodschapper van de excuses zou zijn. Een ”wit persoon” moest komen. Dat gebeurt nu. Vicepremier Kaag reist deze week af naar Suriname, al volgt Weerwind komende week. Opvallend overigens is dat deze minister zich liet sturen. Hij moet excuses maken voor de pijn en het leed dat de Surinaamse bevolking nog meedraagt. Voelt hijzelf die pijn dan niet?
Maar de bevolking van Suriname en de Antillen vraagt nu ook forse financiële compensatie, zoals het kwijtschelden van alle schulden. Daarbij gaat het om miljarden. Dat is vreemd. Want bij de vorming van deze landen zijn in 2010 deze schulden reeds kwijtgescholden. Inmiddels heeft de premier van Aruba gezegd dat het moet gaan om het kwijtschelden van de coronasteun. Deze gang van zaken roept de vraag op of men niet probeert een financieel voordeel te halen uit de excuses.
Daarnaast is een eis dat Zwarte Piet voorgoed uit Nederland verdwijnt, iets wat de regering wel kan willen, maar dat de bevolking nog niet zomaar overneemt.
De eisen die nu vanuit Suriname en de Antillen worden gesteld, leiden tot ongemak in Nederland. Wat wil de bevolking overzee nu eigenlijk? Oprechte schulderkentenis of vooral geld? Excuses vraagt van beide partijen de bereidheid om elkaar te bereiken. Is die er van een van beide kanten niet, dan kan men beter wachten tot de tijd echt rijp is.