Volgens de staat Colorado maakt Smith zich schuldig aan discriminatie. Haar studio, ”303 Creative” in de stad Denver, maakt websites voor iedereen die dat maar wil. Alleen sites waarin het homohuwelijk „wordt verdedigd, verheerlijkt of gevierd” wil Smith niet maken. Uit bezorgdheid dat ze ooit gedwongen wordt dat wel te doen, is Smith naar de rechter gestapt.

„Na het starten van mijn bedrijf, wilde ik mijn portfolio uitbreiden met het ontwerpen van trouwwebsites, waarin de schoonheid van het huwelijk tussen man en vrouw straalt. Maar mijn thuisstaat maakte me duidelijk dat ik niet welkom ben op dat terrein. Colorado probeert me te dwingen om kunstwerken te maken en ideeën te promoten die niet stroken met mijn geloof, de kern van wie ik ben”, vertelde ze maandag de opperrechters. „Geen enkele overheidsfunctionaris zou dat iemand moeten kunnen aandoen”, voegde ze eraan toe. „Met veel gebed en aandacht besloot ik het onrecht van Colorado aan te vechten en mijn zaak hier vandaag te bepleiten.”

Dwingen

Dat dit gevaar reëel is, blijkt onder meer uit de woorden van Phil Weiser, de procureur-generaal van Colorado. Hij stelt dat er geen grondwettelijk recht is om te discrimineren. „Zodra je je deuren opent voor het publiek, moet je iedereen bedienen”, vindt hij. „Je kunt mensen niet wegsturen op basis van wie ze zijn.”

Uit het betoog van Weiser bleek maandag dat Colorado de macht wil hebben om zijn burgers te dwingen dingen te doen die strijden met hun diepste overtuiging.

Smith zette daar tegenover dat de Amerikaanse grondwet vrijheid van godsdienst en geweten garandeert. „Toen ik ervoor koos om mijn eigen bedrijf te starten, heb ik mijn rechten op het Eerste Amendement niet opgegeven.”

Bij een lagere rechter kreeg de website-ontwerpster nul op het rekest. Daarom heeft ze zich beroepen op het hooggerechtshof.

Beide partijen zeggen dat de gevolgen van de uitspraak van het hooggerechtshof enorm kunnen zijn, zij het om verschillende redenen. De aanhangers van Smith zeggen dat een uitspraak ten gunste van de staat Colorado de regering de gelegenheid geeft om allerlei bedrijven te dwingen dingen te zeggen en te doen die in strijd met het geweten zijn.

De medestanders van de staat Colorado waarschuwen dat een uitspraak in het voordeel van Smith een gat zou slaan in antidiscriminatiewetgeving. „Bedrijven mogen dan diensten weigeren aan bijvoorbeeld zwarte mensen of moslims op basis van hun verfoeilijke, maar oprechte overtuigingen.”

Banketbakker

Het is niet de eerste keer dat het hooggerechtshof zich over deze thematiek buigt. In 2018 deed het uitspraak in de zaak van Jack Philps, een banketbakker uit Denver die weigerde een bruidstaart te maken voor een homopaar. De opperrechters gaven hem toen gelijk. Volgens hen was er in Colorado sprake van een bijzondere vijandigheid jegens christenen.

Inmiddels is de situatie in de VS gewijzigd. Het aantal conservatieve rechters binnen het hooggerechtshof is toegenomen. Daar staat echter tegenover dat de Senaat vorige week de ”Respect for Marriage Act” heeft goedgekeurd. Weliswaar moet die –vanwege een aanpassing– nogmaals door het Huis van Afgevaardigden, maar dat lijkt een formaliteit. Die wet geeft kerken en christelijke organisaties wel de ruimte om betrokkenheid bij een homohuwelijk te weigeren, maar christelijke ondernemers hebben die vrijstelling niet. De vraag is wat de opperrechters met kennis van die wet in juni, als de uitspraak wordt gedaan, zullen doen.

Bescherming

Matt Sharp, advocaat van de ”Alliance Defending Freedom”, zegt dat de uitspraak bepalend zal zijn voor de ruimte die gelovigen in de toekomst hebben om hun overtuiging publiek te belijden en te beleven. „Lorie’s zaak zal belangrijk zijn na de Respect for Marriage Act. Daarmee zagen we dat het Congres de federale overheid brede nieuwe bevoegdheden gaf om achter gelovige en religieuze organisaties aan te gaan vanwege hun overtuigingen over het huwelijk. Een overwinning voor Lorie zal cruciale bescherming bieden voor zoveel Amerikanen die zich zorgen kunnen maken over hoe die wet tegen hen kan worden gebruikt.”

Jonathan Keller, voorzitter van de ”California Family Council” is bezorgd dat „een agressieve regering, of het nu Californië of Colorado is of een van de andere staten in het land, met een activistische procureur-generaal, met de nieuwe wet in de hand de fundamentele vrijheden kan afpakken”.