De behandeling van één punt in de nieuwe kerkorde, bedoeld voor het op 1 mei 2023 te vormen kerkverband van de Nederlandse Gereformeerde Kerken (NeGK), schoof de vergadering, zaterdag bijeen in Elspeet, vooruit. Het betreft een voorstel van de werkgroep toekomstige kerkorde om in de kerkorde op te nemen dat ook niet-ambtsdragers lid kunnen zijn van een kerkenraad.

Dit voorstel werd zaterdag door Leendert Verheij van de commissie kerkrecht en beroepszaken (CKB) dringend ontraden. Hij wees op allerlei complicaties en onduidelijkheden. „Wie benoemt dan zo iemand in de kerkenraad? En belangrijker nog: wie ontslaat hem, bijvoorbeeld als er problemen zijn?” Als dit niet nader geregeld en omschreven wordt, gaat straks de wereldlijke rechter hier beslissingen in nemen, voorspelde hij.

Ook diverse afgevaardigden hadden moeite met de voorgestelde optie. Aaike Kamsteeg (Dordrecht): „Al eerder wees ik erop dat deze kerkorde een heldere definitie ontbeert van wat een kerkenraad is.” Jan Marius Louwerse (Amsterdam): „Bijbels gezien hebben de oudsten de leiding in de gemeente. Zij kunnen bij bepaalde werkzaamheden wel andere gemeenteleden inschakelen, maar zij blijven zelf verantwoordelijk.”

Synodevoorzitter Frans Schippers besloot daarna de verdere bespreking van dit punt door te schuiven naar een volgende vergadering.

De synode sprak zaterdag ook over het zogeheten „commissiegebouw”. Enkele afgevaardigden vroegen zich af of het niet beter zou zijn om het „landelijke apparaat zo slank mogelijk te houden”, ook omdat plaatselijke gemeenten vaak óók advies vragen aan „para-kerkelijke organisaties, zoals Young and Holy”. „De grote vraag is: wat wil je als kerkverband zelf in je pakket hebben? De antwoord op die vraag bepaalt hoeveel financiën er nodig zijn.”