Droefheid. Dat is het enige dat een mens vervult als hij het geschonden interieur van de Amsterdamse Zuiderkerk in zich opneemt. Aan de buitenkant lijkt het nog steeds een statige kerk. Maar vanbinnen blijkt het gebouw niet meer dan een groot uitgevallen rommelhok.
Weggedrukt in een hoek hangt aan de wand een oude plaquette die summier wat informatie geeft over de totstandkoming van dit gebouw. De eerste steen werd gelegd in 1603. En op Pinksterzondag 22 mei 1611 werd in de kerk de eerste preek gehouden. Tussendoor lag de bouw ongeveer vier jaar stil door geldgebrek.
De Zuiderkerk was, samen met de nog steeds als kerk gebruikte Noorderkerk, een van de eerste kerken in Nederland die gebouwd werden voor de protestantse eredienst. De architect van beide kerken was Hendrick de Keyser.
De coronapandemie heeft ook hier z’n sporen nagelaten. De kerk wordt al jaren verhuurd voor congressen en concerten. Maar omdat die het laatste jaar niet gehouden konden worden, is het interieur van het gebouw een rommeltje.
Wie trouwens denkt dat sluiting van kerkgebouwen iets is van de laatste tijd, wordt hier ruw wakker geschud. Al in 1929 werd de Zuiderkerk door de hervormde gemeente buiten gebruik gesteld vanwege het teruglopend aantal kerkgangers.
In de Tweede Wereldoorlog was het gebouw een mortuarium. Daarna werd het aan het einde van de vorige eeuw verbouwd tot een informatiecentrum van de gemeente Amsterdam. Toen ook dat gesloten werd vanwege bezuinigingen, werd de kerk een locatie voor het beleggen van congressen en concerten. Het laatste jaar waren ook die er niet.
Het blauwe plafond is het enige in de kerk dat nog verwijst naar de hemel. Het is hetzelfde plafond waaronder op zondagavond 12 november 1871 de bekende theoloog dr. H. F. Kohlbrugge preekte op uitnodiging van de, toen nog hervormde, predikant dr. A. Kuyper. Het was een gebeurtenis die het kerkelijk leven in de hoofdstad op z’n kop zette. Kohlbrugge op een kansel van de kerk die hem niet als predikant wilde.
De dienst begon om half zes ’s middags, maar om vier uur was het gebouw al volgepakt met bijna 3000 mensen. De dominee uit Elberfeld preekte ruim twee uur over Psalm 68 vers 20 en 21. Een preek verdeeld in vijf punten en slechts onderbroken door samenzang van het gezang ”Nooit kan ’t geloof te veel verwachten”. Het was zijn laatste preek in Nederland.
Over de Zuiderkerk schreef Kohlbrugge later in een brief: „Eene heerlijke kerk, voor mij als geschapen. (…) Ik gevoelde mij dadelijk te huis en als onder de mijnen.”
In deze serie wordt de geschiedenis van een aantal markante kerkgebouwen uit de Nederlandse kerkgeschiedenis belicht.