Kerk & religieOp zoek naar waarheid

Alexander van Veen en Daan ’t Hart werden gegrepen door het christelijk geloof: „Zondigheid mens fundamenteel”

Van een massale opwekking is geen sprake, maar de belangstelling voor het christelijk geloof neemt onmiskenbaar weer toe. Wat maakt mensen geïnteresseerd en hoe moet die belangstelling worden geduid? Een verkenning in drie delen.

21 April 2025 15:47Gewijzigd op 21 April 2025 17:56Leestijd 9 minuten
Door zijn studie geschiedenis leerde Alexander van Veen de oudvaders kennen. beeld RD, Anton Dommerholt
Door zijn studie geschiedenis leerde Alexander van Veen de oudvaders kennen. beeld RD, Anton Dommerholt

Recreatiepark De Luwe Stek beslaat een groot deel van het gehucht Waarland in Noord-Holland. Een van de chaletjes wordt bewoond door Alexander van Veen (29), onderzoeker bij het Duitsland Instituut Amsterdam en fellow van het Historisch Documentatiecentrum Protestants Erfgoed van de Vrije Universiteit. De woonkamer wordt gedomineerd door boeken. Tot enkele jaren geleden vooral historisch en filosofisch van aard, tegenwoordig vergezeld van theologie. Op tafel liggen enkele bundels met overdenkingen van ds. W. Visscher over het boek Openbaring. In de kast staat onder meer het verzameld werk van Luther. „Die man vond ik al interessant voordat ik religieus was, vanwege zijn enorme wilskracht.”

„Luther vond ik al interessant voordat ik religieus was, vanwege zijn enorme wilskracht”

Alexander van Veen, onderzoeker bij het Duitsland Instituut Amsterdam

De in Beverwijk geboren historicus groeide areligieus op. „Godsdienst was bij ons geen onderwerp.” Als eerste binnen de familie ging hij studeren. De keuze viel op geschiedenis, aan de Universiteit van Amsterdam. „Ik houd van het verklaren van ontwikkelingen op politiek en religieus terrein. Hoe kon het nationaalsocialisme postvatten? Waardoor kom je tot de overtuiging dat alle doopsgezinden het land uit moeten of zelfs worden gedood? Dat soort vragen intrigeerden me op de middelbare school al.”

Fascinerend

Vooral de geschiedenis van de Republiek in de 17e eeuw boeide hem. „Politiek en religie zijn dan volledig verstrengeld, héél fascinerend. Er bestond een denken in totale waarheid. Zó is het en niet anders: het calvinisme als denksysteem. Enerzijds heel zwart-wit, tegelijk genuanceerd.”

Zijn belangstelling nam toe door het vak theatergeschiedenis. „Als studenten moesten we een discussie over theater voeren vanuit 17e-eeuwse personages. Ik koos voor een representant van de kerk en kwam terecht bij de predikant Petrus Wittewrongel, een puriteinse figuur die niets van theater moest hebben en ten strijde trok tegen Joost van den Vondel. Omdat ik er meer van wilde weten, ging ik ook de Bijbel lezen, eerst puur uit historische interesse.”

Vooral de brieven van Paulus spraken hem aan. „Door zijn manier van argumenteren. Paulus schrijft superanalytisch, overduidelijk getraind in de Griekse filosofie. Eerder had ik al werk van Plato gelezen. Die baande voor mij de weg naar het christendom, zie ik nu.”

Oppervlakkig

Daan ’t Hart (28), summa cum laude afgestudeerd in een masterstudie rechtsfilosofie, beschouwt de befaamde Griekse filosoof op dezelfde manier. De medewerker van de NSC-fractie in de Tweede Kamer groeide op in een volkomen seculier gezin. Door zijn studie in Leiden leerde hij behoudend gereformeerde medestudenten kennen, die openlijk uitkwamen voor hun geloofsovertuiging. „Serieuze, toegewijde en vriendelijke mensen.”

NSC-fractiemedewerker Daan 't Hart raakte geïnteresseerd in het christelijk geloof door de colleges van prof. Andreas Kinneging. beeld RD, Anton Dommerholt

Zijn belangstelling voor het christelijk geloof werd serieus geprikkeld door het volgen van het vak ”Great Books” bij prof. Andreas Kinneging. „We lazen werken van antieken, zoals Plato en Aristoteles, maar ook een bloemlezing uit de christelijke traditie. Gedeelten van de Bijbel, de ”Belijdenissen” van Augustinus, geschriften van Thomas a Kempis, Thomas van Aquino, Erasmus, Luther… Daardoor werd ik geconfronteerd met ideeën waarover ik nog nooit had gehoord, laat staan nagedacht. Ik raakte erdoor gecharmeerd, bijna gebiologeerd.”

Hij herkende de fascinatie bij meer studenten. „Voorheen bekeek je alles vanuit het hier en nu, met de arrogante gedachte dat wij veel verder zijn dan onze voorouders. Door de colleges van Kinneging ontdekten we dat ons kijken naar het landschap van goed en kwaad zeer beperkt is. Doe waar je zin in hebt, zolang je daarmee andere mensen maar niet in de weg zit. Dat is een erg oppervlakkige manier van leven, die volkomen losstaat van de vraag waartoe je op aarde bent. Heel indrukwekkend vond ik Erasmus’ ”Handboek van de christensoldaat”. Met name door het idee dat je ook tegen jezelf een strijd hebt te voeren.”

Intensieve gesprekken

Zijn ouders en jongere broer keken vreemd op toen hij tijdens een etentje liet weten in het bestaan van God te geloven. „Dat past voor hun gevoel niet bij gezond verstand. Zelf ging ik steeds scherper zien dat ook het atheïsme een geloof is. De aangenomen overtuiging dat God niet bestaat, zonder daar verder over na te denken.”

De kernboodschap van de Bijbel is voor de Haagse jurist dat de mens wil zijn als God en juist daardoor doet wat hij niet moet doen. „De oude Adam zit in ons allemaal.” Ondertussen heeft hij heel wat kerkdiensten bijgewoond, van vrijzinnig tot gereformeerd, en verdiepte hij zich in de theologische verschillen. De vrijzinnige richting boeit hem het minst. „Wat je daar hoort, lijkt veel op wat ik van thuis ken. Lief zijn voor elkaar. Dat is niet het héle verhaal, denk ik dan. De zondigheid van de mens is voor mij fundamenteel geworden.”

„De zondigheid van de mens is voor mij fundamenteel geworden”

Daan ’t Hart, medewerker NSC-fractie Tweede Kamer

Zijn aarzeling bij het christelijk geloof betreft de overtuiging dat Jezus de Zoon van God is, en alleen door Zijn offer vergeving van zonden is te verkrijgen. „Mijn behoudend christelijke vrienden zeggen: „Sorry, dat is nu juist de kern.” Daarover hebben we soms intensieve gesprekken.”

Dunne preken

Alexander van Veen wijdde zijn masterscriptie aan het kerkelijk leven in het 17e-eeuwse Utrecht. Daarvoor las hij onder meer geschriften van mannen als Jodocus van Lodenstein. „Naarmate mijn Bijbelkennis toenam, kreeg ik beter in de gaten wat ze bedoelden. Voor een buitenstaander is de terminologie eerst heel schimmig: verzoening, rechtvaardigmaking, Middelaar...”

Het Bijbellezen bracht hem ook tot kerkgang. Eerst in de rooms-katholieke kerk van het nabijgelegen Schagen. „Ik werd diep geraakt door het mystieke, de eucharistie en de gebeden.” Na een korte periode van kerkelijk onderwijs liet hij zich dopen en ging hij voor het eerst ter communie. Zijn ouders waren er alle keren bij. „Hun enige kind deed iets waar hij voor stónd. Dat vonden ze wel leuk.”

Tijdens de coronapandemie verslapte de kerkgang. „De dunne preken gaven geen antwoord op mijn diepste vraag: Hoe worden mijn zonden vergeven?” Na de pandemie besloot hij het kerkelijk landschap verder te gaan verkennen. „Via internet wist ik dat ene ds. G.W.S. Mulder een proefschrift had geschreven over de homiletiek bij oudvaders. Toen hij een keer in Opperdoes preekte, ben ik gaan luisteren. Het was een frisse preek, intellectueel bevredigend en tegelijk persoonlijk. Zo stimulerend dat ik in de maanden erna de Bijbel van kaft tot kaft heb gelezen. Toen ging ik beseffen dat Bijbelkennis onvoldoende is. Weten is nog geen persoonlijk kennen. Dat ontstond bij mij geleidelijk. Ik ben niet stilgezet zoals Paulus op weg naar Damascus.”

Doorleven

Aan de Universiteit van Amsterdam voelde hij zich met zijn opvattingen een eenling. „Je zit daar toch in een seculiere bubbel. In mijn huidige werkomgeving is dat niet veel anders.” Hoewel hij breed blijft kerken, ging hij de gereformeerde gemeente van Opperdoes als zijn thuisgemeente beschouwen. Daar belijdenis doen, is hem een brug te ver. „Dan moet ik me in elke zin van de belijdenisgeschriften kunnen vinden. Ik heb ook mijn vragen bij de oproep tot eindeloos zelfonderzoek. Dat is uiteindelijk heel menselijk. God rekent ons rechtvaardig door het geloof in Christus, niet om wat we in onszelf vinden.”

Wat hem in dit kerkverband aanspreekt, is de trouw aan de Schriften en de centrale plaats van Jezus Christus. „In veel kerken wordt alleen over God gesproken. Dan krijg je een algemeen verhaal, dat weinig toevoegt. De laatste drie jaar begin ik de boodschap van de Bijbel echt te begrijpen en te doorleven. Daardoor word ik steeds christocentrischer. In Zijn Zoon komt God ons nabij. Rationeel krijg je de Drie-eenheid nooit op een rij. Het ongrijpbare ervan heeft voor mij iets moois. God gaat onze logica te boven. Je kunt beter nagaan hoe de Drie-eenheid in de praktijk van je geloofsleven werkt, zoals verwoord in het gebed: „O Vader, dat Uw liefde ons blijk; o Zoon, maak ons Uw beeld gelijk; o Geest, zend uwe troost ons neer.” Práchtige zinnen!”

Katholiek

Daan ’t Hart worstelt nog steeds met de vraag wat het onderwijs van Jezus toevoegt aan dat wat Plato en Socrates al hadden gezegd. „Overigens heb ik veel vrienden die zich wél hebben bekeerd. Zij zijn allemaal katholiek geworden, vanwege de lange traditie van die kerk. De levensbeschouwing van de moderne samenleving is, zacht uitgedrukt, niet erg rijk. Ga je erover nadenken, dan schrik je van de platheid en ervaar je een gemis. Het christendom is veel rijker.”

„De levensbeschouwing van de moderne samenleving is, zacht uitgedrukt, niet erg rijk”

Daan ’t Hart, medewerker NSC-fractie Tweede Kamer

Vanuit dat oogpunt is hij zeer content met de hernieuwde belangstelling voor het christelijk geloof. „Ik vind het mooi als mensen werkelijk overtuigd zijn geraakt van de waarheid ervan. Bij andere bekeringen heb ik soms het gevoel dat de bekeerlingen zichzelf ermee voor het voetlicht willen plaatsen. Dat spreekt me minder aan. Of ik zelf uiteindelijk de sprong naar het christelijk geloof zal maken, betwijfel ik. Nu in ieder geval nog niet. Bezie ik mijn ontwikkeling in de laatste vier jaar, dan sluit ik het op termijn niet uit.”

Zoektocht

Alexander van Veen ging zichzelf wel christen noemen, zij het met schroom. „Je zegt daarmee nogal wat. Ik volg Jezus Die dé Christus is. Wanneer je belijdt dat Zijn kruis je heeft gered, moet je doen en laten daarmee in overeenstemming zijn.”

„Wanneer je belijdt dat Jezus’ kruis je heeft gered, moet je doen en laten daarmee in overeenstemming zijn.” beeld RD, Anton Dommerholt

Zijn Bijbelkennis is inmiddels groter dan die van veel reformatorische christenen. Toch blijft hij zich een vreemde eend in de bijt voelen. „Bepaalde passages in de Bijbel worden in de prediking heel vaak aangehaald, terwijl voor mij andere gedeelten zeker zo belangrijk zijn. Bijvoorbeeld de geschiedenis van Jona. Zijn persoon is een spiegel als je zelf heel eigenwijs bent en wilt vasthouden aan je eigen leven.”

„Dat het geloof echt voor me leeft, merk ik vooral wanneer ik er met anderen over spreek”

Alexander van Veen, onderzoeker bij het Duitsland Instituut Amsterdam

Door zijn karakter blijft hij wat hij hoort en ziet analyseren. „Dat het geloof echt voor me leeft, merk ik vooral wanneer ik er met anderen over spreek. Dan komt er gevoel in mee, en zekerheid.” Dezelfde ervaring heeft hij tijdens het bidden. „Dat is echt toenadering tot God geworden.”

Soms wensen mensen hem sterkte in zijn zoektocht. „Voor mij wordt het christelijk geloof in die zoektocht alleen maar zekerder. Niet dat ik alles in de Bijbel kan verklaren. Wie kan dat wel? Het belangrijkste is niet compleet begrip, maar verwondering over het mysterie van Gods genade. Er is maar één heilsgrond: Jezus Christus en Die gekruisigd. Door Hem ben ik een gered mens. Dat is geen intellectuele zaak, wel een zeker weten.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Vond je dit artikel nuttig?

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer