„Wees als kerk voorbereid op gasten die zoekend, hongerig of nieuwsgierig zijn”
De kerk moet voorbereid zijn op mensen die te gast zijn: zoekend, hongerig of nieuwsgierig. „De vraag is: Hoe ontvangen wij hen?” zo klonk het vrijdag op een studiedag over een onderzoek van ds. C.M. (René) van Loon over gastvrijheid in kerken.

Nodig vaker mensen uit voor een kerkdienst, ga ervan uit dat er mensen zijn die belangstelling hebben voor kerk en geloof, en doe zelf als gemeente onderzoek onder je gasten. Dat zijn de eerste drie aanbevelingen die ds. Van Loon doet naar aanleiding van zijn onderzoek ”Te gast in de kerk”, dat hij vrijdagmiddag in Almere op een studiemiddag presenteerde.
„We moeten nadenken over hoe we als kerk onszelf zien. We denken vaak dat buitenstaanders negatief naar ons kijken, maar uit mijn onderzoek blijkt dat gasten overwegend positief zijn. Alle reden om mensen uit te nodigen”, aldus ds. Van Loon, predikant van de hervormde wijkgemeente De Samaritaan in Rotterdam.
Op een zonnige lentedag presenteert de predikant, een aantal jaar na het verschijnen van zijn boek ”Lente in de kerk”, opnieuw „een hoopvol boek”, zegt dagvoorzitter Annemarie Kuijvenhoven. „We zien een hoopvolle beweging in de samenleving, waar mensen de kerk weer weten te vinden, met name jongeren. Wij moeten als kerk voorbereid zijn op mensen die te gast zijn: zoekend, hongerig of nieuwsgierig. De vraag is: hoe ontvangen wij hen?”
Arjen van Trigt, die het eerste exemplaar namens uitgeverij KokBoekencentrum overhandigde, sluit zich hierbij aan. „Wij zien ons toch een beetje als uitgeverij voor de kerk en de gemeente en dit is een boek waar de kerk veel aan heeft. Ik moedig gemeenten aan om ermee aan de slag te gaan.”
Onderzoeker bij het expertisecentrum kerkvernieuwing van de Theologische Universiteit Utrecht (TUU) dr. Karen Zwijze-Koning prijst het boek vanwege de „respectvolle en waarderende” omgang met uitspraken van respondenten. „Als ik de uitspraken van de gasten lees, dan proef ik een mengelmoes van nieuwsgierigheid, verwondering en onwennigheid, alsof je er zelf bijna bij was. Dat vind ik het mooiste aspect van het boek.”
Daarnaast waardeert de onderzoeker de eenvoudige adviezen die het onderzoek hebben opgeleverd. „Ga niet met één persoon, maar met twee personen bij de deur staan, zodat, wanneer de een aan de praat raakt, de ander gasten nog steeds welkom kan heten. Of zorg altijd voor een liturgie of een overzichtsdia, zodat gasten weten wat ze kunnen verwachten. Kleine stappen doen ertoe.”
Tegelijkertijd waarschuwt Zwijze-Koning om gastvrijheid niet te reduceren tot een aantal oppervlakkige of cosmetische aanpassingen. „Het gaat niet om ”quick fixen”. Echte veranderingen zijn zaken die spelen op het DNA-niveau van gemeenten. Dat vraagt om een andere benadering. We moeten leren om te wachten op God, samen te bidden en samen de stilte te zoeken. Dan gaan we een ander soort vragen stellen dan dat we gewend zijn.”
Ze gaf enkele voorbeelden. „Hoe kunnen we meer relationeel vaardig worden en een ontmoeting met de levende God ervaren? Of hoe kunnen we wijsheden van de Bijbel die al eeuwen bestaan doorgeven aan mensen in een wereld waar God geen rol speelt? Dit zijn zogenaamde trage vragen. We moeten een vorm van ongemak leren verdragen en dat vraagt discipline.”
Theoloog dr. Tim Schilling, stafmedewerker van het Centrum voor parochiespiritualiteit, is verheugd met het thema dat ds. Van Loon heeft gekozen voor zijn onderzoek. Volgens de rooms-katholieke theoloog is het onderwerp gastvrijheid naast evangelisatie het „hot topic” van de parochies. Hij stelt dat het onderzoek behalve de resultaten en aanbevelingen ook belangrijke vragen oproept, zoals de vraag in hoeverre kerkdiensten mensen in contact brengen met God.
Kritisch
Inderdaad een belangrijke vraag, zo beaamt ds. Van Loon. „We krijgen door dit onderzoek iets terug van gasten die iets van God hebben ervaren. Het zou goed zijn als hier verder onderzoek naar komt.”
Dr. Schilling begrijpt vanuit het oogpunt van gastvrijheid de neiging om tijdens de dienst te gaan uitleggen wat er gebeurt. Toch is hij hier kritisch op. „Pas op met uitleg tijdens de vieringen. Er zijn verschillende manieren van leren en een daarvan is onderdompeling in een praktijk. Uitleg tijdens de dienst onderbreekt het ritme van de viering.”
Ds. Van Loon herkent dit: „Je kunt veel doodslaan als je het gaat uitleggen. Het is net als met kunst: als je het gaat uitleggen, is er niks meer aan. Misschien roept wat er gebeurt vragen op en geeft het na de dienst reden voor gesprek.”