Kerk & religieToerisme 

Even tot rust komen tijdens het fietsen? In Duitsland zijn 350 ”fietspadkerken”

Kerken langs de snelweg had je al langer, maar de ”fietspadkerk” in Duitsland is vrij nieuw. En voor je het weet, zit je hoog bij het orgel tussen de blaasbalgen of in een geheimzinnig klooster. Pauze in Wechselburg.

Herman Veenhof, ND
17 March 2025 19:00Leestijd 6 minuten
Inmiddels zijn er meer dan 350 ”Radwegekirchen” in Duitsland. Dit was in 2003 de eerste, in Weßnig, aan de Elbe. beeld EPD
Inmiddels zijn er meer dan 350 ”Radwegekirchen” in Duitsland. Dit was in 2003 de eerste, in Weßnig, aan de Elbe. beeld EPD

Het is bijna ontroerend: telkens komt Michael Zieger, bestuurder van de protestantse St. Ottokerk in Wechselburg, terug op de fietsenrekken die sinds kort bij zijn kerk staan. Hij is er erg opgetogen over. „Als mensen langs de Mulde fietsen, kunnen ze hier mooi uitrusten en een unieke kerk zien, of de basiliek en het klooster erachter.”

Wechselburg is een dorp van 1650 inwoners en ligt tussen Leipzig en Chemnitz, in de Duitse deelstaat Saksen. De evangelisch-lutherse Ottokerk is barok, grossiert in beschilderde, houten ornamenten en zowel het orgel als de torenklok is helemaal mechanisch. De ingenieuze raderen en blaasbalgen worden op hun plaats gehouden door houten balken van minstens drie eeuwen oud. Je komt er via een smalle trap; treden en vloeren kraken vervaarlijk.

Gelukkig is er koffie en koek. Beneden aan de kerktoren staat Renate Groeneveld te wachten met een rieten mand en rood-wit geblokt kleedje. Met haar man Frans is ze al een tijdje geleden verhuisd van Wijk bij Duurstede naar Wechselburg. Tussen de oude bomen, gladde kloostermoppen en vakwerkhuizen lijkt het net een sprookje. Frans moet ervandoor, de voetbaldas al omgeknoopt; hij is fan van RB Leipzig.

Altijd open

De fietskerk, wat is dat? De Radwegekirche, zoals ze in het Duits heet, is overdag open, van Pasen tot Hervormingsdag (31 oktober). Er zijn sanitaire voorzieningen en eventueel koffie, thee of een snack. Tenminste, zo is het bedoeld vanuit de protestantse Evangelische Kirche. In 2001 was de Johanniskirche in Klosterpark Reinhardsbrunn de eerste fietskerk. Nu zijn er al ruim 350, herkenbaar aan een groen-wit bord met een gestileerde wielrijder erop. Maar het aantal bezoekers ligt nog onder het miljoen dat jaarlijks langs de 45 Duitse autosnelwegkerken gaat.

Regelgeving en geld komen van de Akademie des Versicherers im Raum der Kirchen (VRK), die allerlei kerkelijk hulpwerk aan reizigers coördineert. „Het is voortgekomen uit een initiatief om predikanten te verzekeren”, zegt Volker Thorn van de VRK. Hij is zelf fanatiek fietser. „Jullie land blijft natuurlijk top als het gaat om routes en fietspaden. Mijn vrouw en ik hebben vorig jaar vanuit Ermelo heel wat afgepeddeld, ook in de te gekke stad Amersfoort!”

„Jullie land blijft natuurlijk top als het gaat om routes en fietspaden”

Volker Thorn, Akademie des Versicherers im Raum der Kirchen

De fietskerken liggen langs in totaal meer dan 45.000 kilometer routes in Duitsland. De schepping bewonderen en spiritualiteit ontdekken, dat zijn de trefwoorden, zei VRK-boegbeeld George Hofmeister in 2020. De EKD heeft inmiddels een afdeling Kirche & Tourismus.

Zo komt een deel van tienduizenden bezoekers aan de St. Otto per fiets. Er is een audiogids, die begint met Job 31 vers 32: „De vreemdeling overnachtte niet op de straat; mijn deuren opende ik naar de weg.” De toeristen zien een zaalkerk met 600 zitplaatsen, vaak nog met de naambordjes op het kerkboekenplankje. Maar ze zien nog veel meer.

Machthebber

De Ottokerk is genoemd naar een heilig verklaarde bisschop uit de twaalfde eeuw. De kerk van nu werd gebouwd in 1737 en later van een orgel en een toren voorzien. Het altaar is al opvallend, met gebeeldhouwde mannen als Geloof (met kruis en kelk) en Hoop (met duif en anker) onder de vrouwenfiguur Liefde (met de Tien Geboden en het evangelieboek).

Maar wat de kerk echt bijzonder maakt, zijn de geschilderde panelen met teksten op de kansel en het orgel en langs de galerijen. Het zijn er zestien en ze vertellen in wezen de geschiedenis van kerk en staat. Een boom met weinig vruchten, een paradijsvogel, meervoudige motto’s – het is allemaal zwanger van symboliek.

Op de galerij staat een loge, net iets hoger dan de kansel van de predikant, er recht tegenover. De familie Schönburg, ruim drie eeuwen lang de baas in deze regio, verhief zich, maar moest het Woord wel recht in het gezicht krijgen.

Zo worden de spreuken onder de allegorische afbeeldingen spannend. De machthebbers en dominees moeten rekening houden met elkaar. Het liegt er niet om: „Werft nun die Kronen weg, ihr Hohen auf Erden, soll euer Gottesdienst dem Höchsten lieblich werden” („Werp nu uw kronen weg, o hogen der aarde; anders is uw godsdienst voor de Hoogste niet van waarde”).

Ines Keller heeft een verhaal bij iedere boom in het park. beeld ND

Sluippad

Wechselburg is eeuwenlang in bezit geweest van graven en hertogen. In het prachtige park dat kerk en klooster omzoomt, is naast alle platanen, linden en eiken ook een stamboom van de familie Schönburg te zien. „De dynastie hier werd in 1864 na een reis naar Rome opeens katholiek; de lutherse Saksische koning in Dresden was daar niet blij mee”, zegt Ines Keller, die hier elke centimeter kent. „Dus kwam er een sluippad.” En inderdaad lopen we plotseling door een nauwe gang van groen gebladerte. Die komt uit bij een gemetselde plek. „Hier was vroeger een geheime deur, tussen klooster en kerk.”

Als ”kruidenvrouwtje Agnes” leidt Keller soms groepen scholieren en dames rond. Maar eigenlijk is ze landmeter van beroep. In de winter oefent ze dat vak nog steeds uit. Ze maakt ook zwerftochten door Rochlitz, waar een berg van 354 meter hoog het rozerode porfiergesteente ontsluit, ooit gevormd als stolsel van een vulkaanuitbarsting.

De kruidentuin is opnieuw aangelegd. Keller: „Het klooster werd in 1543 opgeheven, toen hier de Reformatie kwam. Het klooster werd een slot met een kerk. In de DDR werd de familiedynastie onteigend. Na de Wende kwamen er opnieuw benedictijnen, toen nog wat meer dan nu.”

Groot en leeg

Het benedictijner klooster is vrijwel leeg. „Er zijn nog twee broeders, een oudere man en een veertiger, die ook elders werkt en lesgeeft. Hoe het verder moet? Een investeerder schatte in dat je minstens 20 miljoen euro nodig hebt om iets van het klooster te maken. Er zijn wat conferenties en je kunt kamers huren als je op retraite wilt.”

Tot 2005 was een gedeelte nog in gebruik als kinderziekenhuis. Het complex van klooster, kasteel en kerk is waanzinnig groot en hele gangen staan leeg. Erboven piept en schuurt het in tientallen zolderkamertjes, allemaal met een eigen erkertje in het dak. Hier kun je terecht als asceet en liefhebber van fantasy of betere horrorfilms.

De kerk, in september 2018 door paus Franciscus tot basiliek gemaakt, is verrassend licht en sober. Indrukwekkend zijn de late romaanse en de vroege gotische stijl die hier bij elkaar komen.

Nog indrukwekkender is de ”Lettner”, de scheidingswand tussen koor en schip. De symboliek is hier drievoudig: „Tussen volk en geestelijkheid, tussen romaans en gotisch, tussen clerus en koning.”

Maar de wand verbindt ook, doordat de houten figuren de Bijbelverhalen vertellen en het woord als beeld weergeven. In een vogelperspectief ziet de gelovige Abel, Abraham, Melchizedek, Daniël, Jeremia, Maria, Johannes de Doper en ten slotte Jezus.

De kerk heeft geen torens. Maar in hun tombes van porfier tufsteen liggen de grafelijke grondleggers Dedo en Mechthild von Groitzsch. Beiden houden ze een klein formaat kerk op de arm. Met torentjes.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer