Friesland volgt plastic afval naar de Waddenzee
Friesland probeert in beeld te krijgen hoe plastic afval uit de provincie in de Waddenzee terechtkomt. De komende drie jaar wordt daarom de route gevolgd die drijvers met gps-trackers afleggen in het oppervlaktewater. De eerste vijf oranje drijvers zijn vrijdag in het water van de Leeuwarder Prinsentuin, een park in de Friese hoofdstad, begonnen aan hun tocht. Later gebeurt hetzelfde met drijvers vanuit Sneek en Dokkum.
De trackers zijn ongeveer zo groot als een frisdrankflesje en hun bewegingen in het water worden gevolgd. Ook komen er camera’s te hangen onder bruggen. Daarmee wordt langsdrijvend afval geregistreerd en met behulp van kunstmatige intelligentie geanalyseerd. Fijnmazige netten gaan op tientallen plaatsen microplastics uit het water filteren, meldt de provincie Friesland.
De drijvers krijgen te maken met stroming en wind en kunnen op afstand continu worden gevolgd. „Als ze in de buurt van de Waddenzee komen, weten we genoeg”, aldus een zegsman van Noria Sustainable uit Delft, dat het project uitvoert. Na drie jaar meten moet er voldoende informatie zijn om op ‘hotspots’ speciale afvangsystemen in te zetten om plastic uit het water te halen.
Volgens eerdere analyses van de Waddenacademie is ongeveer driekwart van het plastic afval in de Waddenzee afkomstig uit eigen land. In Friesland willen ze nu weten hoeveel er via de Friese binnenwateren komt. „Plastic afval is een groeiend milieuprobleem, in het bijzonder in de ecosystemen in het binnenwater en in zee. Plastic vergaat niet, maar breekt af in steeds kleinere deeltjes. Die kunnen de gezondheid van dieren en mensen schaden”, aldus de provincie.
Het project kost ruim 1,2 miljoen euro. Het Waddenfonds financiert bijna de helft daarvan en ook de provincie, Wetterskip Fryslân en de gemeenten Leeuwarden en Súdwest-Fryslân betalen mee.