Idee om fiscale vrijstelling liefdadigheidsinstellingen af te schaffen zorgt voor onrust onder kerken in Canada
Terwijl de politieke toekomst van de regering Trudeau aan een zijden draadje hangt, overwegen financieel specialisten van de Canadese regering om de fiscale vrijstelling van kerken af te schaffen. Bij kerken leeft onrust.
Eigenlijk gaat het maar om één zinnetje uit het rapport van het Permanent Comité voor Financiën, een raad die is samengesteld uit vertegenwoordigers van vier Canadese partijen. Tussen de 462 aanbevelingen viel het nauwelijks op. Maar advies 430 stelt voor om een andere definitie te gaan gebruiken voor fiscaal vrijgestelde liefdadigheidsinstellingen. De rapporteurs willen dat het bevorderen van godsdienst niet langer als een liefdadigheidsdoel wordt aangemerkt.
Levi Minderhoud van de Association for Reformed Political Action Canada zegt verrast te zijn. „Het idee achter de bestaande regeling is dat de staat geen zeggenschap heeft over de kerk en de kerk daarom niet op dezelfde manier belast moet worden als individuele burgers.”
Hoewel Canada de afgelopen jaren een verschuiving heeft laten zien als het gaat om de religieuze overtuiging van mensen, noemt nog altijd 53 procent van de bevolking zich christen. Wel blijkt uit een onderzoek uit 2022 dat ongeveer een derde van de bevolking voelt voor het idee, een teken dat het populairder wordt.
Conservatieve Partij
De Liberale Partij, die momenteel regeert, lijkt de suggestie van het financieel comité vooral te dragen. Algemeen wordt echter verwacht dat de Conservatieve Partij bij de verkiezingen later dit jaar een overwinning behaalt. Deze conservatieven zeggen niet van plan te zijn kerken hun liefdadigheidsstatus af te nemen.
Ray Pennings van Cardus, een onpartijdige christelijke denktank, zegt mede daarom dat het plan niet realistisch en politiek niet haalbaar is. „Maar het illustreert wel dat voor een aanzienlijke groep de intrinsieke waarde van religie niet langer wordt gezien als een publiek goed.” Ook ds. E. Hakvoort van de Netherlands reformed congregation (NRC) in Norwich wil vooralsnog afwachten wat de komende regering doet. „Pas dan weten we wat er echt gaat gebeuren.”
Paul Rowe, hoogleraar politieke en internationale studies aan de christelijke Trinity Western University in British Columbia, stelt dat kerken ook behoeften vervullen die anders op de overheid zouden neerkomen. Hij noemt het voorbeeld van de First United Church in Vancouver, die veel doet om daklozen en verslaafden te helpen. „Als je haar haar liefdadigheidsstatus ontneemt, worden deze mensen volledig afhankelijk van een of andere vorm van overheidssteun.”
Hoewel het voorstel waarschijnlijk niet doorgaat, zegt Rowe wel dat het opperen van dit plan gevaarlijk is. „Ik denk niet dat daarmee ook het idee verdwijnt. Het zal terugkomen. Bovendien kunnen regionale overheden hun eigen koers kiezen. Quebec heeft bijvoorbeeld een negatievere opvatting over religie dan andere delen van Canada.”
Iqaluit
Sommige lokale overheden hebben al stappen ondernomen om kerken te belasten. In 2018 besloot Nova Scotia dat delen van het onroerend goed van ongeveer twintig kerken in die provincie niet waren vrijgesteld van belasting omdat ze doordeweeks kinderopvangcentra boden. In 2022 besloot de stad Iqaluit dat non-profitorganisaties helemaal niet langer zouden worden vrijgesteld. De twee kerken in die stad kregen te horen dat ze de overheid respectievelijk 38.000 en 29.000 Canadese dollar per jaar zouden moeten betalen. Kerkbesturen omschreven dat als een „verpletterende financiële last”.
Deina Warren van de Canadian Centre for Christian Charities stelt in een brief aan de minister van Financiën: „De bijdragen en positieve effecten van religie zouden in een diverse, multiculturele, multireligieuze samenleving zoals Canada moeten worden bevestigd en bevorderd. Dit voorstel doet precies het tegenovergestelde.”