CU en NSC vragen kabinet om update over bezoek Syriëgezant
ChristenUnie en NSC willen van buitenlandminister Caspar Veldkamp (NSC) weten of Speciaal Gezant voor Syrië, Gijs Gerlag, aan zijn bezoeken aan Damascus op 2 en 4 januari toezeggingen heeft overgehouden inzake de bescherming van christelijke minderheden.
Gerlag sprak onder meer met het nieuwe interim-bestuur van Syrië onder leiding van de voormalige rebellenbeweging Hay’at Tahrir al-Sham (HTS) om zo inzicht te krijgen in de huidige (veiligheids)situatie en om namens Veldkamp wensen en boodschappen over te brengen.
Na Gerlags bezoek doken er in diverse media verontrustende signalen op, onder andere over een gebrek aan bescherming van minderheden. Zo zouden christenen in Maaloula uit hun huizen zijn gezet door radicale moslims, die eerder door de inmiddels gevluchte dictator Assad met harde hand uit dit christelijke stadje in het oosten van Syrië waren verjaagd, maar na diens val weer zijn teruggekeerd.
Uittocht
CU en NSC willen via schriftelijke Kamervragen van Veldkamp horen of HTS in de gesprekken met Gerlag heeft toegezegd dat HTS-leider Ahmed al-Sharaa een massale uittocht van christenen uit Maaloula wil voorkomen. Ook zijn ze benieuwd of Gerlag toezeggingen heeft gekregen of afspraken heeft gemaakt met het interim-bestuur ten aanzien van de betrokkenheid van minderheden, zoals christenen bij de politieke transitie in Syrië na de val van het Assadregime in december, en zo ja, met welk vervolg.
De twee partijen vragen Veldkamp verder te reageren op berichten dat HTS sterk ideologisch getinte wijzigingen heeft doorgevoerd in geschiedenisboeken en ander lesmateriaal. Zou zouden de Aramese koningin Zenobia en de Aramese goden uit de geschiedenisboeken zijn geschrapt. Ook zou de definitie van martelaar zijn gewijzigd van ”iemand die sterft voor het vaderland” naar ”iemand die sterft voor de islam”. Verder zou de term Ottomaanse bezetting, verwijzend naar de inlijving van Syrië door de Ottomaanse Turken in het begin van de zestiende eeuw, zijn geschrapt, evenals de jaarlijkse herdenking op 6 mei, waarop Syrische leiders door de Ottomanen werden geëxecuteerd.
CU en NSC vragen Veldkamp binnen de Europese Unie en de Verenigde Naties aandacht te vragen „voor deze zorgwekkende ontwikkelingen”.
Avondklok
De bewindsman krijgt verder de vraag te reageren op de impact op de mensenrechten en de bewegingsvrijheid van burgers in de regio Homs sinds de Syrische autoriteiten daar een avondklok hebben ingesteld.
Meer in het algemeen willen CU en NSC ook weten welke inspanningen de Nederlandse regering levert om de mensenrechten en vrijheden van burgers in Syrië te ondersteunen. Dit doet Nederland om via internationale organisaties zoals de VN toezicht te houden op de mensenrechtensituatie in Syrië, met name in Homs. Ook stellen CU en NSC de vraag welke humanitaire hulp Nederland biedt aan kwetsbare gemeenschappen in Syrië, en hoe de verantwoordelijke uitvoeringsorganisaties ervoor zorgen dat deze hulp de meest getroffen bevolkingsgroepen bereikt.