Feministisch buitenlandbeleid krijgt gestalte: trainingen voor elke ambtenaar BuZa
Trainingen voor alle medewerkers, uitbreiding van het aantal aanspreekpunten en „kennis en kunde” van gender als aandachtspunt in functieprofielen: het Nederlandse feministisch buitenlandbeleid gaat ook onder het kabinet-Schoof door en blijkt veelzijdig.
Het ministerie van Buitenlandse Zaken publiceerde vorige week een „ handreiking ” voor het Nederlands feministisch buitenlandbeleid (FBB), bedoeld voor zijn eigen duizenden medewerkers. In 2022 kondigden de toenmalig ministers Wopke Hoekstra (CDA) en Liesje Schreinemacher (VVD) aan dat Nederland zo’n beleid ging voeren, in navolging van een aantal andere landen.
Uit de handreiking blijkt dat het feministisch beleid tal van aspecten beslaat en binnen het departement beslag legt op de nodige tijd en middelen. Zo is het streven dat alle medewerkers voor eind volgend jaar online FBB-trainingen hebben doorlopen en opgedane inzichten toepassen. Ook wordt het netwerk van „gender focal points” uitgebreid. Personen die deze rol vervullen, fungeren als eerste aanspreekpunt „voor collega’s die ondersteuning zoeken bij de uitvoering van het feministisch buitenlandbeleid”. Behalve op het ministerie moet er straks op iedere ambassadepost iemand zijn met deze rol. Ook zet Buitenlandse Zaken in op een senior variant van deze rol: „senior gender focal points”.
Verder komt er uitbreiding van de deskundigheid op het gebied van gender en seksuele oriëntatie, en wordt genderexpertise „behouden en ingezet binnen de hele organisatie”. Hoe dit zich verhoudt tot de geplande bezuinigingen op ministeries wordt niet benoemd.
Buitenlandse Zaken wil daarnaast koploper zijn en blijven in het financieren van vrouwenrechtenorganisaties en lhbti-gemeenschappen. Ook hierbij wordt niet ingegaan op de geplande bezuinigingen. Minister Reinette Klever (Ontwikkelingshulp) zei vorige maand in De Telegraaf dat het „best een tandje minder” kan met de Nederlandse financiering van lhbti-projecten.
Rainbow dress
„Feministisch buitenlands beleid is beleid in wording, dus leg contact met anderen, laat zien dat we allemaal nog lerend zijn. Durf te experimenteren!” Zo worden medewerkers aangemoedigd. „Denk ook aan het inzetten van culturele uitwisselingen, zoals exposities en culturele uitingen.” Als concreet voorbeeld wordt de „rainbow dress” genoemd. De Nederlandse ambassade in Polen verwelkomde in 2022 de Amsterdam Rainbow Dress – een persoon in een jurk die bestaat uit de vlaggen van alle landen waar homoseksualiteit illegaal is.
Ook op het gebied van personeelszaken krijgt het feministisch beleid zijn beslag. In gesprekken met medewerkers en in functieprofielen wordt „kennis van en kunde op vrouwenrechten, gender en diversiteit en inclusie een aandachtspunt”. Binnen het departement en op de posten zal worden gestreefd naar „gendergelijkheid op alle functieniveaus”. Daarnaast wordt gestimuleerd dat vrouwen worden aangenomen op posities die nu vaak worden vervuld door mannen, en andersom.
Verder krijgt „de genderdimensie” een rol in budgetvoorstellen en daadwerkelijke uitgaven. „Het niet meenemen van genderperspectieven bij budgeting leidt tot genderblinde begrotingen en daarmee tot suboptimale besluitvorming”, zo valt te lezen. Ook worden in de kaders voor het verstrekken van subsidies criteria opgenomen voor „gender budgeting”.
Met het besluit om een feministisch buitenlandbeleid te voeren, zet Nederland in op „het verkleinen van ongelijkheid, het doorbreken van ongelijke machtsstructuren en een gelijkwaardige positie van vrouwen, mannen en non-binaire mensen”, zo staat in het document. Daar wordt aan toegevoegd dat het FBB daarbij bijzondere aandacht heeft voor de positie van „lhbti-personen”.
Naast de handreiking is er ook interne informatie voor medewerkers van Buitenlandse Zaken. Op het interne „Gender@Work-kennisplatform” staan bijvoorbeeld do’s-and-don’ts. Verder werkt het ministerie van Onderwijs nog aan een „Handreiking Genderinclusieve Communicatie”.