Refo-artiest zoekt in streamingland naar nieuw verdienmodel
Tien jaar na de oprichting telt Familystream 18.000 abonnees. Wekelijks lanceert het reformatorische streamingplatform tien tot vijftien nieuwe producties. Maar musici en uitgevers worstelen met elkaar over een billijke verdeling van de inkomsten.
Frans Visser is een tevreden man. „Bij de start in 2014 dachten we dat 5000 abonnees leuk zou zijn. Begin 2020 hadden we er 4500. Toen kwam corona en gingen we sterk groeien”, vertelt de oprichter en algemeen directeur van Familystream in zijn kantoor in Capelle aan den IJssel.
Visser en zijn compagnons Maarten van der Veer en Enrico van der Houten, die verantwoordelijk zijn voor respectievelijk de interne organisatie en de doorontwikkeling van de software, hebben hun verwachtingen bijgesteld. „We denken nu dat 25.000 tot 30.000 abonnees haalbaar is.”
Het online beluisteren van muziek heeft tijdens de pandemie ook in de reformatorische gezindte een grote vlucht genomen. De verkoop van cd’s is ingestort. Winkels proberen hun resterende voorraden tegen dumpprijzen zo snel mogelijk kwijt te raken.
Verdienmodel
STH Records, Excellent Recordings, Interclassic Music en andere uitgevers uit eigen kring moeten op zoek naar een nieuw verdienmodel. Dat geldt ook voor de makers van de muziek –componisten en tekstschrijvers– en de uitvoerenden: organisten, pianisten, andere musici, koren en dirigenten. Vroeger pikten die allemaal een graantje mee van de cd-handel. Bekendere musici en koren hielden er soms zelfs een behoorlijke ‘zak graan’ aan over, door bij hun optredens hun eigen cd’s te verkopen. Die tijd is voorgoed voorbij.
Hoewel internationale platforms zoals Spotify en Deezer al bestonden, deden de meeste muziekuitgevers in reformatorische kring tien jaar geleden nog niet aan streaming. „Sommigen experimenteerden wat met downloads op iTunes” (voorloper van Apple Music, GBdV/TR), herinnert Visser zich.
Familystream adverteerde destijds met een foto van een grote stapel cd’s die bij een abonnement op het platform in één klap overbodig zouden zijn. En, zo luidde de boodschap: ”de nieuwste muziek beluister je als eerste op Familystream”. Wie de kosten van het maken van die nieuwe muziek dan vergoedt, stond er niet bij.
De oprichter van Familystream besefte dat zijn initiatief alleen kans van slagen zou hebben als hij de ‘eigen’ uitgevers aan zich wist te binden. „Ik vroeg commitment (bereidheid om mee te doen, GBdV/TR) van de labels. Dat doen we nog steeds. Dat betekent dat ze hun muziek alleen of in ieder geval grotendeels bij ons streamen.”
Exclusiviteit
Volgens Visser hebben beide partijen voordeel van deze exclusiviteit. „De uitgevers wisten dat streaming de cd-verkoop zou vervangen en hun verdienmodel overhoop gooien. Alleen samen kunnen we de taart zo groot mogelijk maken. We moeten onze markt niet verwateren door muziek ook aan te bieden op Spotify en andere platforms.”
„We moeten onze markt niet verwateren door muziek ook aan te bieden op Spotify” - Frans Visser, directeur Familystream
Ook de reformatorische luisteraars zijn daarbij gebaat, vindt hij. „Wij bieden content waar zij zich bij thuis voelen. Een collectie muziek die je in een opgroeiend gezin gewoon kunt afspelen, zonder allerlei rommel.”
Voor nog geen 10 euro per maand heeft de klant toegang tot inmiddels 5000 albums ”reformatorische en klassieke muziek”. Voor 3 euro extra komen daar 500 luisterboeken bij. De collectie groeit gestaag.
De afspraak met de muziekuitgevers werkt naar twee kanten. Dit betekent dat Familystream alleen met hen zaken doet. Musici of koren die in eigen beheer een productie maken en die willen streamen, worden door Visser naar de uitgevers verwezen.
„We doen geen zaken met individuele artiesten. We werken samen met zo’n vijftien uitgeverijen. Genoeg keuze om bij aan te kloppen, lijkt me”, zegt hij. Toch zijn er wel uitzonderingen. Visser spreekt van „enkelingen, die veel bekendheid hebben opgebouwd”. Organist Martin Mans bijvoorbeeld staat via diverse uitgevers én onder eigen label op Familystream. Hij is trouwens ook op Spotify te beluisteren.
Verdeling
Die verwevenheid van uitgevers en uitvoerende musici blijkt een gevoelig onderwerp. Hierbij doen zich vragen voor als: Hoe verdelen we de inkomsten uit streaming? Welke investering, in kosten of tijd, reken je mee? En hoe zit het met inkomsten uit oudere cd-opnames, die de uitgevers op grote schaal aan Familystream ter beschikking stellen?
Sommige musici voelen zich tekortgedaan. Organist Marco den Toom uitte eerder dit jaar in het Reformatorisch Dagblad kritiek op het streamen van oudere cd’s met zijn muziek door zijn toenmalige uitgever. Volgens Den Toom heeft hij daarvoor vrijwel nooit een vergoeding ontvangen.
Organist Gerwin van der Plaats heeft dezelfde kritiek en zegt dat hij steeds met een kluitje in het riet wordt gestuurd. „Dan zeggen ze dat streaming haast niets oplevert.”
In het verleden werden afspraken vaak niet zwart-op-wit gezet. Nu lopen musici ertegenaan dat uitgevers het eigendomsrecht van oude opnames claimen en daarmee ook de inkomsten uit streaming. Niet iedereen is zakelijk genoeg om met succes een kleiner of groter stukje van die koek naar zich toe te halen.
Daarbij komt dat iedereen in het wereldje van de reformatorische muziek elkaar kent en in allerlei verbanden met elkaar samenwerkt. Organisten, pianisten, koordirigenten die soms tegelijk uitgever zijn: ze zijn voor een succesvol optreden vaak van elkaar afhankelijk. „Ik heb geen zin in rechtszaken, want je komt elkaar vroeg of laat toch weer ergens tegen”, verwoordt Van der Plaats.
Rechten
Organist Arjan Breukhoven stelt dat artiesten volgens de Wet op de naburige rechten inspraak hebben in wat er met opnames van hun muziek gebeurt. „Die wet bepaalt twee belangrijke dingen. Allereerst dat uitgevers artiesten toestemming moeten vragen of ze opnames mogen streamen. Bovendien moet daar een billijke vergoeding tegenover staan.”
Zelf wist Breukhoven na „heel lang” aandringen een regeling te treffen met zijn uitgever. „Ik heb helemaal niets tegen streamen –welkom in 2024– maar laten we ieder het zijne gunnen.” Volgens de organist hebben veel koren en musici nog nooit iets uit de inkomsten van hun uitgever ontvangen. „Ik weet van collega’s die het niet de moeite waard vinden om zich in deze materie te verdiepen. Dat begrijp ik niet. Als je een tientje op straat ziet liggen, buk je je toch ook om het op te pakken?”
Pianist Arjan Huizer haalde zijn muziek in maart van Familystream af, omdat hij het niet eens is met de exclusiviteit die het reformatorische platform eist. „Dit betekent dat ik niet de vrijheid heb om mijn nummers elders aan te bieden, zoals op Spotify, Apple Music, YouTube Music of de Canadese streamingdienst Whillo,” schreef hij destijds aan de luisteraars van zijn muziek. „Het is voor mij van het grootste belang dat mijn muziek voor iedereen toegankelijk blijft, ongeacht het platform.”
Contracten
Uitgevers die zich aan Familystream verbonden hebben, reageren verschillend op de kritiek. Jaco van Houselt, eigenaar van STH Records, zegt dat musici delen in de streaminginkomsten die hij ontvangt. „Maar hoeveel dat is, hangt af van de contracten die ik met hen heb. Die hoef ik niet met de krant te delen. Als een artiest denkt dat hij te weinig krijgt, of vindt dat dingen niet goed gaan, moet hij bij mij aankloppen. Ik heb geen klachten ontvangen.”
„Als een artiest denkt dat hij te weinig krijgt, moet hij bij mij aankloppen. Ik heb geen klachten ontvangen” - Jaco van Houselt, eigenaar STH Records
Volgens Van Houselt bestaan er „veel misverstanden” over de vraag bij wie de eigendomsrechten van opnames liggen. Op de vraag of hij als uitgever vrij is om te streamen als er geen schriftelijke afspraken met de artiest zijn, wil hij „geen ja of nee” zeggen.
Van Houselt: „Het hangt van de situatie af. Het heeft ook met exploitatie te maken. Vroeger hadden wij én de musici inkomsten uit de verkopen van cd’s. Als musici nu klagen over inkomsten uit streaming, zou mijn vraag aan hen zijn: waarom heb ik jullie nooit gehoord toen de cd-inkomsten terugliepen? Toen het daardoor met ons niet zo goed ging, kwamen jullie niet langs met de vraag of ik misschien wat hulp kon gebruiken.”
Peter Wildeman, directeur van Interclassic Music, zegt dat hij „openstaat” voor overleg met musici die vinden dat zij ook wat willen verdienen aan oude opnames die op Familystream worden gestreamd. „Dan proberen we een deal te sluiten waar we beiden mee kunnen leven”, zegt hij.
Bij nieuwe opnames koopt Interclassic soms de rechten van medewerkenden af. „Dan betaal ik ze voor het spelen en neem ik het risico of nummers op het streamingplatform gaan lopen.”
Meer bekende musici kunnen onder de vleugels van Interclassic een eigen zogeheten sublabel krijgen. „Daarbij maken we afspraken over verdeling van de kosten en opbrengsten.” De musicus krijgt in dit geval inloggegevens bij Familystream en factureert de inkomsten waar hij recht op heeft, bij Interclassic.
Er is nog een derde categorie, die Wildeman in principe geen vergoeding geeft. „Bijvoorbeeld lokale koren of liveopnames, waarvan we betwijfelen of een stream gaat lopen. De kosten zijn dan soms hoger dan de opbrengsten.”
Netjes regelen
Arend-Jan Wielink, directeur van Excellent Recordings, zegt dat hij met artiesten in gesprek gaat over de verdeling van inkomsten uit streaming. „Ik wil het met iedereen netjes geregeld hebben.” Een discussie over de vraag wie de rechten op oude opnames heeft, noemt hij „voer voor juristen”. „Ik wil er liever samen uitkomen. Dat leggen we dan schriftelijk vast, zodat er ook later geen gedoe meer over komt.”
Wielink is „heel blij” met Familystream. „Het systeem werkt goed en het platform is 100 procent transparant.”
Hij zegt dat de muziekwereld enorm veranderd is. „Vroeger konden we een opname prima bekostigen uit de verkoop van cd’s. Nu moeten we heel anders tegen de kosten aankijken. Vooral voor koren is het moeilijk. Ik neem tegenwoordig vooral instrumentale dingen op.”
„Ik ben geen scheidsrechter, ik ga daar geen percentage aan hangen” - Frans Visser, directeur Familystream
Familystream maakt volgens directeur Frans Visser afspraken over de vergoeding voor het streamen met „degene bij wie het eigendom van de opname berust” – lees de uitgever. Hoe deze de inkomsten vervolgens met een artiest verdeelt, is aan hem, vindt Visser. „Ik ben geen scheidsrechter; ik ga daar geen percentage aan hangen. Het hangt helemaal af van wat in het verleden is afgesproken – bijvoorbeeld wie wat heeft betaald bij een opname en wie welk risico liep. Partijen zijn heel vrij in wat ze vastleggen. Natuurlijk zou het fijn zijn als de wetgever heldere kaders zou geven voor vergoedingen.”
Transparant
Wel zegt Visser dat hij de uitgevers stimuleert om transparant te zijn en goede afspraken te maken met musici en koren. „Een uitgever kan via een dashboard precies zien welke nummers hoe vaak beluisterd worden en wat dat aan inkomsten oplevert. Ik weet dat artiesten daar steeds vaker inzage in krijgen.”
Volgens Visser zijn „verreweg de meeste artiesten” tevreden over streaming via zijn platform. „Misschien 5 à 10 procent is dat niet. Maar streaming is als verdienmodel nu eenmaal niet de vervanger van de vroegere cd-verkoop. Toen kreeg je je kosten aan de voorkant vergoed, nu achteraf en over een langere periode uitgesmeerd. We zitten in een transitie en dat schuurt aan alle kanten. Musici en koren die een nieuwe opname willen maken, moeten creatief zijn en misschien breder kijken naar mogelijke inkomsten. Sponsoring bijvoorbeeld.”