Avantium leent 35 miljoen euro voor bioplasticfabriek Delfzijl
Chemiebedrijf Avantium heeft 35 miljoen euro aan nieuwe leningen opgehaald. Het geld is bedoeld om de opstartfase van zijn fabriek voor bioplastics in Delfzijl te financieren. Avantium wil daarnaast geld ophalen met de uitgifte van nieuwe aandelen.
Onder andere de provincie Groningen verstrekt Avantium krediet. Het gaat om een lening van 10 miljoen euro die is ‘achtergesteld’, wat betekent dat Groningen als schuldeiser achteraan in de rij staat bij een eventueel faillissement van Avantium.
Een groep Nederlandse banken en staatsinvesteringsfonds Invest-NL hebben daarnaast beloofd hun krediet voor Avantium met 20,1 miljoen euro op te hogen. Daarnaast kan Avantium zeker een jaar langer gebruikmaken van de 105 miljoen euro aan leningen die deze partijen al hadden toegezegd. Aanvankelijk zou het chemiebedrijf uiterlijk tot eind maart gebruik kunnen maken van dit geld, maar dat is verlengd naar 31 maart 2026.
Ondernemer Pieter Kooi, rijk geworden met mobiele beveiligingscamera’s, verstrekt Avantium daarnaast een lening van 5 miljoen euro die kan worden omgezet in aandelen. Kooi heeft al een belang van ongeveer 5 procent in de bioplasticontwikkelaar.
Avantium maakt in Delfzijl een uit plantaardig zetmeel gewonnen grondstof voor PEF. Dat is een alternatief voor PET, bekend van de frisdrankflessen, maar dan zonder fossiele grondstoffen.
De Groningse fabriek opende in oktober. Volgens financieel directeur Boudewijn van Schaïk is de nieuwe financiering nodig om klanten in commerciële volumes bioplastic te kunnen leveren.
Avantium, dat vooralsnog verlieslatend is, hoopt met de Delfzijlse fabriek te bewijzen dat zijn technologie op grote schaal toepasbaar is. Uiteindelijk wil het chemiebedrijf geld verdienen via licentiedeals of samenwerkingsverbanden met andere bedrijven die PEF maken.