De rapen zijn gaar in De Groene Schuur
Wie de gepassioneerder laatste tuinder uit Groessen spreekt, komt thuis met een hoofd vol ‘verloren’ kennis en een nieuwe blik op ons voedingspatroon. Op veler verzoek staat diens verhaal nu ook zwart-op-wit.
Tienduizenden klanten, kookfanaten en nieuwsgierige bezoekers trekt de multifunctionele kwekerij van Anja en Ferdinand Eeuwes in Groessen jaarlijks. Het begon 43 jaar geleden met een eenvoudige groentekas en 1 hectare grond. Nu is er Ferdinands boek: ”De rare snijboon van De Groene Schuur”.
Wie is Ferdinand Eeuwes?
„Kort gezegd: een bevlogen teler met een eigenzinnige visie die buiten de groentebox denkt.”
Hoe ben je het vak in gerold?
„Mijn vader was een van de ruim negentig groentetelers in dit gebied. Hij had maar één bruikbare arm en kon dus weinig gewicht tillen. Hij had een kleine kwekerij, maar teelde met liefde kleine gewassen. Op mijn achttiende jaar heb ik het bedrijf van hem overgenomen. Vijf jaar later bezat ik vijftien hectare grond. Maar om de kostprijs te verlagen moest ik blijven groeien. Dat is het domste wat je kunt doen. Daarom ging ik anders telen en mijn eigen afzet verzorgen, onder andere door een eigen streekwinkel te beginnen en mijn producten te verkopen aan restaurants.
Onze kookstudio is met ongeveer 200 deelnemers per week nu een van de best lopende van ons land. - Ferdinand Eeuwes, tuinder
Toen anderen zagen dat dit een succes werd, gingen zij dat ook doen en moest ik wat anders bedenken. In mijn winkel kwamen mensen van verschillende culturen en ik merkte dat ze met elkaar in gesprek gingen over de groenten en kruiden die ze bij mij kochten. Ondanks de –in eerste instantie– bezwaren van mijn vrouw ben ik toen workshops gaan geven over de streekproducten in mijn bedrijf. Daar kwam later de kookstudio bij. Die is met ongeveer 200 deelnemers per week nu een van de best lopende van ons land. Inmiddels komen hier zo’n twintig culturen. Eten en koken verbindt mensen.”
Waarom het boek?
„Dat is op verzoek van de bezoekers van zowel de streekwinkel, de kwekerij als de kookstudio. We telen jaarlijks 350 verschillende seizoensgroenten en -kruiden. En ieder product heeft zijn eigen historie. Dat leg ik uit tijdens excursies. Mensen zijn dan verbaasd dat er zoveel vergeten wetenswaardigheden over onze producten te vertellen zijn. Steevast vinden ze dat dit vastgelegd moet worden voor het nageslacht.”
Welke informatie deel je in De rare snijboon van de Groene Schuur?
„Het boek bestaat uit vier ‘seizoenen’. De lente gaat over de historie van de familie Eeuwes en hoe we in deze streek terecht zijn gekomen. Ook de geschiedenis van dit tuindersgebied komt aan de orde en het verdwijnen van de teeltbedrijven. Jongeren hebben weinig interesse meer in de agrarische sector. Vroeger had ik acht stagiairs per week, nu nog maar één per jaar. De zomer handelt over hoe ons bedrijf is ontstaan. Herfst en winter gaan over de huidige situatie en de toekomst; ik hoop dat het bedrijf ooit wordt voortgezet.”
Lezen we ook inhoudelijk iets over uw streekproducten?
„Dat niet alleen, maar ik schrijf ook over spreekwoorden en gezegden die te maken hebben met groenten. Denk aan de titel van het boek: rare snijboon. Waarom wordt iemand zo genoemd? Dat heeft te maken met de groei van snijbonen, tegen de richting van de zon in. En als de rapen gaar zijn is er serieus iets aan de hand. Rapen vormen de grootste groentefamilie. Dus daar moet je geen ‘ruzie’ mee krijgen.”