Jennita Versteegh-Jansen (32) bestiert een biologische bloemenkwekerij in Scherpenzeel. Ze teelt vijftig soorten en levert die aan bloemisten of verwerkt ze zelf in boeketten en bloemstukken. „Ik hoop dat mensen genieten van de bloemen die het hier goed doen.”
„Voor mij was het logisch om biologische bloemen te telen”, vertelt Jennita Versteegh-Jansen van Plukatelier in haar bloementuin, in de schaduw van het Huis Scherpenzeel in het gelijknamige dorp. „Toen ik als hobby een moestuin had, gebruikte ik ook geen bestrijdingsmiddelen.” Inmiddels levert ze aan bloemisten, maakt boeketten voor abonnementhouders en biologische winkels en op verzoek boeketten en bloemstukken voor bijvoorbeeld bruiloften.
Na haar studie Visual Art and Designmanagement besloot ze van tuinieren haar beroep te maken en de groenten in te ruilen voor bloemen. Sinds twee jaar teelt ze tulpen, korenbloemen, dahlia’s en nog zo’n veertig andere soorten op 1,7 hectare op het landgoed. Dat perceel deelt ze met groentebedrijf Struikgewas. Om de bodem te sparen wisselen de teelten: het ene jaar bloemen, het andere groenten. Of er wordt groenbemester ingezaaid om de grond rust te geven.
Voor het certificaat ”biologisch” moet ze aantonen welk gewas waar groeit. Maar voor administratie schrikt Versteegh-Jansen niet terug: „Ik houd er bij het zaaien rekening mee hoeveel tijd er nodig is voor ik bloemen kan oogsten. De soorten die van voor- tot najaar bloeien zaai ik een paar keer per seizoen, zo heb ik altijd verse korenbloemen.” Ook plant ze bijvoorbeeld zonnebloemen niet twee keer achter elkaar op hetzelfde stuk.
Half februari zaait ze de eerste eenjarigen voor. Zodra het weer het toelaat, worden de zaailingen uitgeplant in stroken van anderhalve meter met een lengte tot vijfentachtig meter. „Waar die jonge appelboompjes staan, stonden vorig jaar zonnebloemen en cosmea’s”, wijst ze.
„Als ik luizen op de lathyrus heb, wacht ik even en dan hebben de lieveheersbeestjes ze meestal opgegeten” - Jennita Versteegh-Jansen, biologische bloemenkweker
Strokenteelt
De strook met chrysanten was vorig jaar voor boerenkool. Per strook worden andere gewassen verbouwd, een beproefde methode om ziekten tegen te gaan en de biodiversiteit te bevorderen. „Als ik luizen op de lathyrus heb, wacht ik even en dan hebben de lieveheersbeestjes ze meestal opgegeten.”
Versteegh-Jansen prijst zich gelukkig dat de eigenaresse van de tuin wil dat er biologisch wordt gewerkt. „Ze had er ook huizen kunnen laten bouwen.” Zelf wil ze graag een tunnelkas, die biedt meer mogelijkheden dan teelt op de koude grond. Maar er komt geen verwarming, dat is niet duurzaam. Dit betekent dat de onderneemster pas later in het seizoen de eerste voorjaarsbloemen plukt. Sommige soorten vallen af: „Gerbera’s bijvoorbeeld, die heb ik nog nooit buiten gezien. Ik heb een paar rozenstruiken voor de bruidsboeketten, die kun je op grotere schaal alleen in kassen kweken. Eén druppel water en de bloem ziet er uit of die half verwelkt is. Ik hoop dat de mensen genieten van de bloemen die het goed doen zonder gebruik van verwarmde kassen of bestrijdingsmiddelen.”
Tegenover deze beperkingen staat dat Plukatelier soorten waar grotere kwekers niet aan beginnen wél kan telen. „Die schrappen een soort als ze een bestrijdingsmiddel niet mogen gebruiken. Ik kan zo’n soort soms prima telen. Mijn hele teeltplan is afgestemd op bloemen die het hier goed doen. Geen hogere wiskunde, maar gezond verstand.”
Vakkennis
Plukatelier behoort tot de beperkte groep kwekers die volledig biologisch werken en onlangs de vereniging Biologische Sierteelt Nederland oprichtten. „We proberen er op onze bedrijven voor te zorgen dat de natuur er in balans is, met ruimte voor allerlei dieren”, vat ze het streven samen. „Als je dat goed doet, heb je geen bestrijdingsmiddelen nodig.”
Aan de samenwerking zit ook een praktische kant. Zo ziet de kweekster graag dat de bijdrage voor het certificaat ”biologisch” vervalt. „Waarom zouden wij betalen terwijl wij de natuur ontzien?”
„Waarom zouden wij betalen terwijl wij de natuur ontzien?” - Jennita Versteegh-Jansen, biologische bloemenkweker
In het begin moest ze alles uitzoeken „Sommige zaden hebben een koudebehandeling nodig om te ontkiemen.’” Maar het gaat steeds beter. „Er is meer informatie dan toen ik begon. Ik heb veel algemene vakkennis van onlinecursussen, boeken en video’s.” Met haar boek ”Pluktuin”, dat ze via haar webshop verkoopt, deelt ze nu zelf kennis.
In de winterperiode geeft ze onlineworkshops en daarnaast verkoopt ze biologische zaden. Verder is ze dan druk met het nieuwe seizoen: de zaaibedden moeten klaargemaakt worden en na het voorzaaien moeten de nieuwe plantjes worden gepoot. Voor dat werk krijgt de onderneemster hulp van vrijwilligers: gepensioneerden, chronisch zieken, mensen die re-integreren op de arbeidsmarkt en mensen die het vak willen leren. „Op maandag bekijk ik wat er gedaan moet worden en ik bedenk klussen voor de vrijwilligers; iedereen kan op dinsdag helpen wanneer hij wil. Op andere dagen vind ik het fijn om alleen te werken.”