„Hulpbedrag voor kwetsbaar land is te laag”
Ontwikkelingsorganisaties vinden de 150 miljoen euro die het kabinet uittrekt voor de bestrijding van de coronacrisis in de meest kwetsbare landen, ontoereikend.
Na wekenlang overleg in de coalitie reageerde het kabinet vrijdag op het advies van de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV). Die adviseerde het kabinet in mei onder meer om, in het licht van de coronacrisis, een miljard euro uit te trekken voor het lenigen van de meest acute noden in de armste landen en voor de armste groepen.
Voor de begroting van minister Kaag (Ontwikkelingssamenwerking) dreigt een krimp, vanwege de koppeling van het budget aan het bruto nationaal inkomen (bni).
Afgesproken is nu dat er een half miljard euro bijkomt. Daarvan is 350 miljoen bestemd om de begroting van dit jaar aan te vullen. De andere 150 miljoen gaat naar kwetsbare landen, om de gevolgen van de coronacrisis op te vangen.
Eerder maakte Kaag al 111 miljoen euro vrij voor maatregelen.
Verder werd bekend dat 464 miljoen naar voren gehaald wordt.
De extra 150 miljoen is „een bescheiden stap in de goede richting, maar ontoereikend”, zegt een groep ontwikkelingsorganisaties, waaronder Woord en Daad, ZOA en koepelorganisatie Prisma. Verder betekent de genoemde kasschuif „feitelijk een toekomstige bezuiniging op hulp aan mensen in kwetsbare posities.”
CU-Kamerlid Voordewind is blij dat het kabinet „op korte termijn een extra inspanning doet”, maar vindt dat het extra geld van nu niet ten koste mag gaan van hulp die in de komende jaren nodig is.
„Het is goed dat de regering nu geld vrijmaakt voor de meest kwetsbare mensen op deze wereld”, zegt SGP’er Stoffer. Wel vindt hij dat er moet worden gelet op een effectieve besteding. Het bedrag van 500 miljoen noemt hij „mager.” Ook zegt hij dat het kabinet een gat schiet in de begroting van het volgende kabinet. „Dat is niet chique.”