CU-senator Bikker uit volle overtuiging Tweede Kamerkandidaat
Ze was al raadslid in Utrecht, werd als dertiger senator en geeft leiding aan de CU-Eerste Kamerfractie. Nu wacht Mirjam Bikker (38) weer een volgende taak, die van Tweede Kamerlid.
Niet alleen als politica, ook als mens gaat Bikker zelden onvoorbereid op pad. Als vóór het gesprek in het Kamergebouw de koffie op tafel komt, presenteert de in Gouda woonachtige senator verse stroopwafels. „Ik kwam langs de winkel en dacht: Die steek ik bij me voor het interview.”
Op de kandidatenlijst voor de Tweede Kamerverkiezingen die de CU-partijtop vrijdag naar buiten bracht, staat Bikker op plek drie. Ze kan zich dus opmaken voor een stevige overstap; van de bedaarde Senaat die alle nieuwe wetten nog eens tegen het licht mag houden, naar de arena waar de waan van de dag overheerst.
Zegt u ja uit loyaliteit aan de partij, of staat u ook te trappelen om de Tweede Kamer in te gaan?
„Het zou voor je drijfveer geen verschil mogen maken of je als politicus nu in de Eerste of de Tweede Kamer werkt. Op beide plaatsen is het als het goed is je verlangen om er de Heere God te dienen en het goede te zoeken voor het land. Dat neemt niet weg dat er na de verkiezingen een cruciale tijd aanbreekt, ook voor de christelijke partijen. Als er ooit een moment voor ze is geweest om juist in de Tweede Kamer een helder en christelijk geluid te laten horen, dan nu.”
Waarop doelt u concreet?
„Ik deel de verwachting dat de politiek op het punt staat afscheid te nemen van het dominante neoliberale frame. Dat roept een belangrijke vraag op: Als we de belangrijke politieke vraagstukken door een nieuwe bril gaan bekijken, door welke dan? Als het eenzijdige marktdenken wordt afgeschaft, juich ik dat toe. Ik zie alleen wel het risico om als politiek meteen in de tegenovergestelde reflex te schieten, waarbij de overheid weer alles moet gaat doen. Dan zeg ik: Kijk allereerst naar de samenleving. Het is echt belangrijk om daarmee in gesprek te gaan, nu mensen zoveel veranderingen op zich zien afkomen en in zoveel opzichten zoekende zijn.
Neem het drugsbeleid van doormodderen en gedogen. Dat is duidelijk failliet. Moeten we de wietteelt dan maar gaan reguleren? Mijn antwoord is: nee. Ik wil een van degenen zijn die in de debatten daarover opstaat en zegt: Dit is naïef, dit vraagstuk schreeuwt juist om meer normering. Zeker gelet op het welzijn van jongvolwassenen.
Ik denk ook aan het debat over waardig ouder worden. In onze samenleving moeten ouderen er helemaal bij horen. En dáár moeten onze wetten uiting aan geven. Oud of eenzaam zijn, mag nooit maken dat mensen zich gaan afvragen: Doe ik er nog toe? In dit alles wil ik graag uitdragen dat ik het hele leven zie als een Godsgeschenk.”
U claimt alvast de portefeuille medische ethiek?
„Nee, nee; althans, niet per se. In de Senaat mag ik nu het woord voeren over justitie en de vrijheid van onderwijs en in Utrecht heb ik me ingespannen om mensenhandel en uitbuiting in de prostitutie op de agenda te krijgen. Hoe we de taken straks verdelen, is voor mij nu geen topprioriteit.”
CU-Kamerlid Dik-Faber keert na de verkiezingen niet terug, onder meer vanwege het grote tijdsbeslag dat het Kamerwerk op haar privéleven legt. Vragen uw man en kinderen dan niet: Waar begint u aan?
„Het blijft de eerste roeping van mijn man en mij om samen de Heere te dienen en onze drie kinderen in de opvoeding bij Hem te brengen. We willen dat niet in het gedrang laten komen door ons werk, daarom bespraken we deze zomer al hoe we de zorg voor onze kinderen ook na maart samen goed kunnen invullen.”
Stap voor stap wordt u één van de bekende gezichten van de ChristenUnie. Illustreert deze kandidatuur dat de partijtop u voor de langere termijn als een van de potentiële opvolgers van Segers ziet?
Met een lach: „Is dit die beroemde opvolgingsvraag? Asjeblieft zeg. Wat ik in mijn leven probeer, is om Christus na te volgen, om in afhankelijkheid van Hem in vertrouwen mijn weg te gaan. Ook als politica. Het verzoek vanuit de partij om mij kandidaat te stellen heb ik uit volle overtuiging bevestigend beantwoord. Daar committeer ik me vanaf nu ook ten volle aan. Verder ben ik alleen maar blij dat er weer een nieuwe generatie kan aanschuiven, die her en der op belangrijke plekken al de nodige ervaring heeft kunnen opdoen. Dat biedt zicht op een fractie die een mooie mix is van ervaring en nieuwe krachten. Daar hoop ik op.”