Britse tabloids zinspelen op „visserijoorlog”
De onderhandelingen tussen het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie over hun toekomstige relatie zitten muurvast. Zonder een deal over visserij komt er geen handelsakkoord, zegt EU-hoofdonderhandelaar Michel Barnier. Britse tabloids zinspelen al op zeeslagen tussen Britse en Europese vissers in januari.
Dinsdag reist Barnier naar Londen voor de achtste en voorlaatste geplande onderhandelingsronde met de Britten. Een week geleden was hij daar ook, voor een ingelast spoedoverleg met David Frost, voorman van de Britse delegatie. Dat leverde niets op. De dagen erna werden aan beide kanten de messen geslepen.
Pierre Karleskind, de Franse voorzitter van de visserijcommissie in het Europees Parlement, maakte op de Britse omroep BBC duidelijk waar het probleem zit: „Brexit gaat over niet alleen over visserij maar ook over handel en financiële dienstverlening. Willen jullie toegang tot de Europese markt? Dan willen wij dat onze vissers toegang houden tot jullie wateren, waar ze al eeuwenlang actief zijn. Dat is een kwestie van geven en nemen.”
Formeel heeft het VK de Europese Unie al op 31 januari verlaten. Maar tot eind dit jaar geldt een overgangsperiode, waarin de Britten zich nog aan de Europese regelgeving houden. De twee partijen onderhandelen al het hele jaar over hun toekomstige handelsrelatie. Eind oktober moet er een uitgeschreven akkoord liggen. De twee resterende maanden zijn nodig voor de goedkeuringsprocedure. Lukt het niet, dan dreigt een no-deal-brexit. In dat geval gelden voor de onderlinge handel de standaardregels van de Wereldhandelsorganisatie WHO.
Volgens de Britse tabloid Daily Express houdt de regering al rekening met „geweldadige botsingen” tussen buitenlandse en Britse vissers. The Daily Mail maakt een vergelijking met de kabeljauwoorlogen uit de vorige eeuw, toen het VK marineschepen inzette om Britse vissers te beschermen toen IJsland een deel van de noordelijke atlantische wateren voor zichzelf opeiste.
Exclusieve zone
Deze keer zijn het de Britten zelf die de Europese vissers willen weren uit hun exclusieve economische zone (EEZ, het water tot 200 mijl (370 kilometer) uit de kust). Voor Europese vissers is de Britse EEZ van cruciaal belang. De Nederlandse vloot haalt een kleine 60 procent van de vangst uit Brits water, goed voor bijna 40 procent van de jaaromzet.
De regering-Johnson past de Britse visserijwet alvast aan in eigen voordeel. Zo wordt de aanlandplicht geschrapt. Deze verplichting om alle gevangen, ook babyvis en onverkoopbare soorten, aan land te brengen is nota bene door een Britse lobby tegen vermeende voedselverspilling in de EU-regelgeving is terechtgekomen. „Daarmee is het gelijke speelveld met Europese vissers van de baan”, zegt directeur Pim Visser van de organisatie van Nederlandse kottervissers VisNed.
„Hoeveel boter kun je op je hoofd hebben”, verzucht Gerard van Balsfoort, voorman van de European Fisheries Alliance (EUFA), de koepel van Europese visserijorganisaties. De Britten azen ook op herverdeling van vangstrechten. Schotse reders kijken likkebaardend naar Nederlandse quota voor pelagische vis (vis die in scholen zwemt, zoals haring en makreel).
Vlagschepen krijgen het ook moeilijker. Enkele tientallen Nederlandse kotters en diepvriestrawlers varen onder Britse vlag varen en profiteren op die manier van de Britse visquota. Maar Britse schepen moeten straks tenminste 65 procent van hun vangst in het VK aanlanden, wil het Britse parlement. „Ik begrijp dat ze meer economisch voordeel uit die vis willen halen. Maar die vis zal ook moeten worden verwerkt en vermarkt. Daar is de Britse vissector niet klaar voor”, zegt Van Balsfoort.
De Britten eten de meeste vis die ze zelf vangen niet op, maar exporteren die naar de EU –goed voor 1,3 miljard euro handelswaarde. Dat is voor de EU-onderhandelaars een breekijzer.