Voor de Queen is brexit geen kwestie
Nog 68 dagen en dan is er de gevreesde no-deal-brexit. Althans, als de huidige impasse niet voor 31 oktober wordt doorbroken. Sommigen hopen dat de Britse koningin Elizabeth zal gaan ingrijpen. Die kans is echter nul.
Koningin Elizabeth, bent u een voorstander of een tegenstander van brexit? Die vraag houdt de gemoederen in het Verenigd Koninkrijk behoorlijk bezig. De Britse vorstin moet echter politiek neutraal blijven. Maar dat weerhoudt menigeen niet om te speculeren over het antwoord.
Toen de 93-jarige koningin in 2017 een blauwe hoed met blauwe bloemen maar gele harten op had, was het voor vele Britten gelijk duidelijk: de Queen wil in de Europese Unie blijven. De hoed zou een knipoog zijn naar de blauwe Europese vlag met gele sterren. Ze droeg de hoed bovendien tijdens de formele opening van het parlement, waar de koningin een troonrede voordraagt waarin de plannen voor dat parlementaire jaar worden toegelicht.
Normaal heeft de vorstin bij deze gebeurtenis altijd de keizerlijke staatskroon op en draagt ze ceremoniële gewaden. Het is dus inderdaad opmerkelijk dat het staatshoofd na al die jaren voor een ‘informele’ outfit kiest. Maar al snel volgen er verklaringen: de onverwachtse verkiezingen hadden er onder meer voor gezorgd dat er niet genoeg tijd was om de keizerlijke staatskroon op te poetsen.
Voorstanders van een uittreden van het Verenigd Koninkrijk uit de EU waren weer gerustgesteld. Het was ook al in maart 2016 dat de Britse krant The Sun brexiteers een hart onder de riem stak. De voorpagina kopte destijds in hoofdletters: ”Queen backs brexit” – koningin steunt brexit. Het artikel lichtte toe dat twee anonieme bronnen hadden gemeld dat de vorstin op twee privémomenten „kritische opmerkingen” had gemaakt over de gang van zaken in de EU. Buckingham Palace riep de krant niet veel later op het matje, met het gevolg dat The Sun werd bestraft voor de misleidende kop. En het paleis bevestigde nogmaals voor de zekerheid: ons staatshoofd is politiek neutraal.
Afkeer
De vorstin mag dan onpartijdig zijn, ze heeft theoretisch gezien wel bevoegdheden die invloed kunnen hebben op politieke kwesties zoals brexit. Ze zou onder meer haar vetorecht kunnen gebruiken, iets wat in het land sinds 1708 niet meer is gebeurd. Volgens kenners is de kans nul dat koningin Elizabeth deze rechten gaat gebruiken om bijvoorbeeld een no-deal-brexit te voorkomen, omdat zij een zeer grote afkeer heeft van een Brits vorstenhuis dat zich bemoeit met de politiek. De vorstin wordt wel elke week door de premier bijgepraat over de kwesties in het parlement.
Koningshuiskenner en SGP-voorlichter Menno de Bruyne meent dat het gebruik van het vetorecht door vorsten alleen op papier bestaat en in de praktijk dus niet functioneert. In het Verenigd Koninkrijk werkt dat in grote lijnen hetzelfde als in Nederland. „Wanneer een koning of koningin weigert te tekenen, dan leidt dat tot een constitutionele crisis; een enorm conflict tussen de vorst en de premier en het kabinet. De koning zal normaal gesproken moeten wijken in zo’n conflict.”
Ook prof. dr. Henk te Velde, hoogleraar Nederlandse geschiedenis aan de Universiteit Leiden, ziet het Britse staatshoofd niet actief op de voorgrond treden in het voorkomen van een harde brexit. „De Britse premier Boris Johnson kan het op de allerlaatste moment laten aankomen en het parlement buitenspel zetten. Je zou je kunnen voorstellen dat de koningin in dat geval kijkt of er in de achterkamertjes wat zou kunnen worden geregeld. Door bijvoorbeeld een handtekening te onthouden om zaken te vertragen totdat het parlement terug is of er nieuwe verkiezingen zijn geweest. Misschien dat de vorstin denkt dat ze daarmee politieke figuren wat ruimte biedt om tot bezinning te komen. In dit onwaarschijnlijke geval zal ze dus eerder een fijn spel op de achtergrond spelen dan een publiekelijk offensief aangaan.”
Goede zaak
Het blijft echter de vraag of de Britse koningin zou wíllen ingrijpen. Volgens Te Velde is het niet uitgesloten dat ze brexit misschien wel een goede zaak vindt. „We moeten niet vergeten dat ze erg Engels is. Bovendien bestond deze vorm van de EU en mate van Europese integratie niet toen ze aantrad als staatshoofd. Ze is nog van ver voor de Tweede Wereldoorlog.”
Maar zelfs al zou ze een voorstander zijn, ingrijpen in welke situatie dan ook zal de vorstin niet doen. „De vorsten van het Verenigd Koninkrijk hebben tegenwoordig vooral een theatrale functie. Ze speelt de moederlijke rol voor het land”, meent de hoogleraar.
Dat koningin Elizabeth zich zo afzijdig houdt van een politieke kwestie als brexit, vindt De Bruyne in haar te prijzen. „Ik vind dat ze het voorbeeldig doet. Ze doet het zoals haar is geleerd. Dat geldt niet voor alle gezinsleden trouwens. Haar man prins Philip en zoon prins Charles laten hun meningen wel eens doorschemeren.”
Minder fraai vindt de koningshuiskenner het dat koning Willem-Alexander in 2018 tijdens een staatsbezoek aan het Verenigd Koninkrijk, onder ministeriële verantwoordelijkheid, zich wél uitliet over brexit. Hij zei toen dat „het ons oprecht verdriet doet een nabije partner uit de Unie te zien vertrekken” en dat „de bundeling van krachten binnen de EU veel goeds heeft gebracht. Kritiek is zeker gerechtvaardigd, maar we kunnen onze ogen niet sluiten voor de successen.” Volgens De Bruyne was het van het kabinet verstandiger geweest om hem dit niet te laten zeggen.
De uitspraak van koning Willem-Alexander was volgens hoogleraar Te Velde juist iets wat van de vorst wordt verwacht. „In Nederland is het meer dan in het Verenigd Koninkrijk traditie dat de koning zich in bepaalde situaties voorzichtig uitlaat over een actuele kwestie. Het moet natuurlijk wel zo zijn dat het de regering is die je dan hoort spreken. Maar als de koning het zegt, kan dat soms wel helpen omdat het dan een ander gewicht heeft.”
Stel dat Nederland zou overwegen uit de EU te treden, dan is het interessant om te zien wat de positie van koning Willem-Alexander wordt, zegt de historicus. „We kennen het Nederlandse vorstenhuis als een voorstander van Europese samenwerking. De Europese monarchen voelen zich verbonden met elkaar. Bovendien behoort het koningshuis tot de bovenlaag van de samenleving, die internationaal is georiënteerd. En koningin Máxima heeft daar zeker ook aan bijgedragen.”
Nederlandse vorsten en hun politieke invloed
De herziening van de Nederlandse grondwet in 1848 zorgde ervoor dat niet de vorst maar de ministers verantwoordelijk werden voor de Nederlandse wetgeving en beleid. Vorsten werden onschendbaar; de Tweede Kamer kreeg meer invloed. Dit betekende echter niet dat het koningshuis alle macht in Den Haag verloor.
Prof. dr. Henk te Velde, hoogleraar Nederlandse geschiedenis aan de Universiteit Leiden, ziet verschillende maten van politieke invloed tijdens de regeerperiodes van Wilhelmina (1890-1948), Juliana (1948-1980) en Beatrix (1980-2013).
Koningin Wilhelmina vroeg bijvoorbeeld in 1939 aan voormalig minister-president Hendrik Colijn om een kabinet te vormen waarvoor geen meerderheid in de Kamer bestond. „Colijn was oud-militair en zag de opdracht van de koningin als een bevel. De formatie werd weggestemd en dat was de laatste keer dat de vorstin haar mening doordrukte in het proces van kabinetsformatie.”
Maar tijdens de Tweede Wereldoorlog (1940-1945) veranderde tijdelijk de positie van de vorstin. „De Tweede Kamer was er toen niet, dus de koningin heeft destijds als een soort politicus gespeeld”, vertelt de hoogleraar.
„Ze had een duidelijke rol in het aftreden van toenmalig premier Dirk Jan de Geer in 1940. Toen de oorlog begon, raakte hij van de kook. Hij kon er niet mee omgaan en vroeg zich af of Nederland met de Duitsers tot een overeenstemming moest zien te komen.”
„Koningin Wilhelmina was juist het symbool van verzet. Ze was onverzoenlijk. Ze bevorderde dat Pieter Sjoerds Gerbrandy in 1940 de nieuwe minister-president werd. Dat deed ze natuurlijk niet alleen, maar ze heeft daarin wel een doorslaggevende rol gespeeld. Dat kon ook, wie zou het anders doen?”
Koningin Juliana stond kritischer tegenover inmenging van het vorstenhuis in politieke zaken. Wel was ze tegen de doodstraf en gaf in de jaren 50 aan dat ze geen handtekening zou zetten onder doodvonnissen. „Het gevolg was dat er een minister van Justitie moest worden gevonden die het met haar eens was, anders zou er een constitutionele crisis volgen.”
Van koningin Beatrix en koning Willem-Alexander zijn dit soort politieke inmengingen niet bekend, meent Te Velde. „Wel heeft Beatrix op de achtergrond een rol gespeeld. Zo wordt veel gesuggereerd dat het eerste kabinet-Kok in 1994 uit de koker van het hof kwam. Koning Willem-Alexander heeft bij zijn aantreden gezegd dat hij het koningschap ziet als een verbindende functie. Hij doelde op het maatschappelijke, niet het politieke.”
De handtekening van het Britse koningshuis
Het Britse vorstenhuis, zoals vele andere Europese koningshuizen, heeft theoretisch gezien de touwtjes in handen. Een voorstel wordt in het Verenigd Koninkrijk pas wet nadat het alle parlementaire fases in beide huizen –het Hoger- en het Lagerhuis– heeft voltooid én de Britse koningin Elizabeth haar handtekening eronder heeft gezet. Als de 93-jarige vorstin haar krabbel niet zet, dan wordt het voorstel simpelweg geen wet.
De laatste keer dat een Britse vorst geen handtekening onder een wetsvoorstel wilde zetten, is echter al eeuwen geleden. Het was koningin Anne (1665-1714) die in 1708 haar vetorecht gebruikte om een wetsvoorstel te blokkeren. Ze weigerde om een voorstel te ondertekenen dat de Schotse milities opnieuw zou mobiliseren. Schotland had zich een jaar eerder, in 1707, bij het Engelse koninkrijk gevoegd. De adviseurs van koningin Anne waarschuwden de vorstin dat de wet zou leiden tot ontrouwe milities in het pas opgerichte Verenigd Koninkrijk.
In de eeuwen daarna plaatsten de Britse vorsten netjes, maar waarschijnlijk niet per se zonder aarzeling, hun handtekening onder een voorgedragen wetsvoorstel. SGP-voorlichter en koningshuiskenner Menno de Bruyne schreef in 2000 in het Reformatorisch Dagblad dat „over de Britse vorstin is gezegd dat zij haar eigen doodvonnis zou moeten ondertekenen wanneer haar dat door de beide huizen van het parlement zou worden toegezonden.”
Dat vorsten de afgelopen decennia in praktijk vrijwel nooit het vetorecht konden of wilden gebruiken, is ook zichtbaar in andere Europese staten. Een overduidelijk voorbeeld daarvan is België in 1990.
De Belgische koning Boudewijn weigerde een abortuswet te ondertekenen vanwege gewetensbezwaar. Om de constitutionele crisis te verhelpen, werd de bevoegdheid van de koning van 3 tot 5 april overgenomen door het Belgische kabinet. Dat toont maar al te goed aan dat wanneer een koning of koningin weigert te tekenen, dat vooral consequenties voor de vorst zelf heeft.