De Rooms-Katholieke Kerk moet overwegen om oudere gehuwde mannen in het afgelegen Amazonegebied tot priester te wijden.
Dat staat in een document dat maandag door het Vaticaan is vrijgegeven. Dit zou het tekort aan priesters in afgelegen gebieden in Zuid-Amerika moeten tegengaan.
In de aanbeveling, opgenomen in een werkdocument van het Vaticaan voor een voor oktober geplande synode van bisschoppen uit het Amazonegebied, staat ook de mogelijkheid van „een soort officieel ambt” (”tipo de ministério oficial”) voor vrouwen in het gebied, zonder daar verder op in te gaan.
Het is de meest directe vermelding ooit in een document van het Vaticaan over de mogelijkheid van een getrouwd priesterschap, zij het in beperkte mate, en een grotere rol voor vrouwen in de kerk.
Het document spreekt over de mogelijkheid om zogenoemde ”viri probati”, getrouwde mannen, te wijden om het tekort aan priesters aan te pakken. De mannen zouden oudere en voorbeeldige leden van de plaatselijke rooms-katholieke gemeenschap moeten zijn.
„Hoewel het celibaat een geschenk is voor de kerk, zijn er verzoeken geweest om in de meest afgelegen gebieden van de regio de mogelijkheid te bestuderen om priesterwijding toe te kennen aan oudere mannen, bij voorkeur inheemse, gerespecteerde en aanvaarde leden van hun gemeenschap”, aldus het document.
Op bezoek
De synode heeft plaats van 6 tot en met 27 oktober in het Vaticaan. De kerkvergadering wordt bijgewoond door bisschoppen en andere vertegenwoordigers –bijvoorbeeld van inheemse volkeren– uit Brazilië, Bolivia, Peru, Ecuador, Colombia, Venezuela, Guyana, Suriname en Frans-Guyana.
Aan het einde van de conferentie zullen de deelnemers stemmen over verschillende artikelen die in een slotdocument worden opgenomen. Dat gaat vervolgens naar paus Franciscus. Die beslist uiteindelijk wat ermee gebeurt.
Kardinaal Robert Sarah, prefect van de Congregatie voor Goddelijke Eredienst, maakte maandag duidelijk dat geen enkele bisschoppensynode het priestercelibaat kan opheffen. „Dat neemt niet weg dat de kerk wordt uitgedaagd om sterker aanwezig te zijn bij de lokale gemeenschappen.”