„Duitse terrorist Tobias R. product van moderne tijd”
De Duitse terrorist Tobias R. die woensdag negen mensen van buitenlandse afkomst in Hanau doodschoot, valt niet zomaar in een hokje te plaatsen, zegt terrorisme-expert dr. Jelle van Buuren. „Iemand met psychiatrische problemen kan óók een rechts-extremist zijn.”
„De verhalen van Tobias R. lopen niet over van logica en samenhang”, verzucht Van Buuren, kenner van rechts-extremisme en verbonden aan de Universiteit Leiden. De terreurexpert reageert op een video van Tobias R. en op via de media naar buiten gekomen passages uit een 24 pagina’s tellend manifest dat de terrorist schreef.
In dat manifest, zo wordt in de media gemeld, onderstreept Tobias R. de noodzaak om bepaalde volkeren te vernietigen die niet het land kunnen worden uitgezet. Hoe beziet u zo’n uitspraak?
Van Buuren: „De man schrijft racistische teksten. Politiek zit hij in rechts-extremistische hoek. Tegelijkertijd is zijn manifest doorspekt met complottheorieën. Verder is Tobias R. waarschijnlijk paranoïde. Hij zegt dat hij zijn hele leven wordt achtervolgd door inlichtingendiensten. Zijn briljante ideeën zouden zijn afgepakt door anderen. Dat alles lijkt erop dat de man kampte met psychiatrische problemen. Je kunt hem niet in een bepaald vak plaatsen. Zo van: hij is rechts-extremist. Het is ook niet zo belangrijk om iemand precies te kunnen typeren. Dan misken je de essentie van wat hier aan de hand is. Deze man is een product van de moderne tijd. Een mix van ingrediënten leidde tot dit heftige geweld.”
Hoe taxeert u de video waarin hij Amerikanen oproept te vechten, omdat in Amerika in ondergrondse, geheime bunkers kinderen zouden worden misbruikt?
„Dat is typisch zo’n complottheorie die in allerlei wisselende vormen op internet is te vinden. Een soort geheime regering zou in het geniep de boel bestieren. In veel van dergelijke theorieën zou een pedoseksuele elite kinderen misbruiken. Kennelijk heeft Tobias R. zijn eigen pakketje gemaakt, zijn eigen verhaal in elkaar gezet.”
Ziet u overeenkomsten tussen Tobias R. en iemand als de rechts-extremistische terrorist Anders Breivik, die in 2011 in Noorwegen 77 mensen vermoordde?
„In zekere zin is iedere zaak uniek. Toch zijn er ook absoluut overeenkomsten. Beide mannen deelden een soort politiek manifest met allerlei samenzweringstheorieën. Anders Breivik putte nogal uit ideeën van de extreem-rechtse alt-rightbeweging. Een overeenkomst is ook dat beide terroristen persoonlijke verhalen vertellen. Breivik zag zich als een succesvol ondernemer die alle vrouwen van de wereld kon krijgen, omdat hij zo’n mooie en interessante man zou zijn.Toch bleef hij in een isolement om naar eigen zeggen zijn grote missie te kunnen volbrengen.
Intrigrerend vind ik dat Tobias R. zichzelf ziet als een zogeheten incel. Dat is een man die onvrijwillig celibatair leeft. Platgezegd een man die geen vrouw kan krijgen. Tegelijkertijd zegt hij echter weer dat hij vrijwillig celibatair leeft. Hij loopt niet over van logica.
Duidelijk lijkt in ieder geval wel dat Tobias R., net als Anders Breivik, een behoorlijke haat tegen vrouwen ontwikkelde. Dat zie je vaker bij alt-right. Aanhangers zien feministen als een vloek voor de samenleving en keren zich tegen rechten voor lhbt’ers. Mannelijkheid en vrouwelijkheid zijn zeker op internet in rechts-extremistische kringen best een thema. Hoe kun je in deze verwarrende tijden, waarin er wordt gedebatteerd over gendergelijkheid, een gezonde jongeman blijven?”
In diverse Europese landen, waaronder Duitsland, woedt de laatste jaren een fors debat over immigratie. Ziet u een verband met deze tegen buitenlanders gerichte terreurdaad?
„Je moet ontzettend oppassen om een direct verband te leggen. Ik wil mensen niet zomaar in de beklaagdenbank zetten. Dat er stevig wordt gediscussieerd over bijvoorbeeld het asielbeleid is onderdeel van het politieke debat. Toch valt er meer over te zeggen. Want zeker op sociale media zie je dat zo’n debat haatdragend en extreem wordt. Dat er op een gewelddadige wijze wordt gesproken over moslims, buitenlanders en Joden. Als een eenling dat soort teksten de hele dag volgt, kan zo’n persoon de drang krijgen om een daad te stellen. Het is gevaarlijk als mensen bijvoorbeeld zondebokken aanwijzen.”
Denkt u dan ook aan iemand als FVD-leider Thierry Baudet?
„Hij draagt er aan bij dat een term als omvolking bijna een normaal begrip is geworden in het politieke debat. Die term komt erop neer dat de oorspronkelijke bevolking wordt gedecimeerd en grofweg gezegd wordt vervangen door buitenlandse import. Iemand als PVV-leider Wilders zegt dat onze samenleving wordt gekoloniseerd. Dan roep je beelden op van een buitenlandse invasie. Dat kan ertoe leiden dat burgers zich existentieel bedreigd voelen. Al hecht ik er wel nadrukkelijk aan te zeggen dat politici als Wilders en Baudet nooit oproepen tot geweld.”
Hoe zou je kunnen voorkomen dat mannen als Tobias R. terreurdaden plegen?
„Dat ligt erg ingewikkeld. In ieder geval moeten de autoriteiten oppassen om mensen in zelfgemaakte categorieën te stoppen. Overheden moeten zich ervan bewust zijn dat iemand niet alléén maar een verward persoon hoeft te zijn en dus naar een ggz-instelling zou moeten worden gestuurd. Dezelfde persoon kan ook gevaarlijke en gewelddadige sympathieën en ideeën hebben.
Burgers zouden meer moeten beseffen wat hun uitlatingen op sociale media teweeg kunnen brengen. Ja, je kan denken aan een publiekscampagne rond dat thema. Er moet op scholen over gesproken worden. Maar ook thuis en op de voetbalclub. Je mag op internet je punt maken, boos zijn, je mening luid en scherp verwoorden. De vrijheid van meningsuiting is een groot goed. We hoeven niet als politicologen te praten. En als je kwaad bent of fel reageert, wil dat niet zeggen dat je zelf iets kwaads in de zin hebt. Gelukkig plegen verreweg de meeste mensen die haatdragende teksten op internet plaatsen geen terreuraanslagen.
Maar anderzijds: denk eens na voordat je op de zend-knop drukt. Overweeg om jezelf grenzen op te leggen. Pas ervoor op om anderen te ontmenselijken.”
Marja Verburg, kenner van extreem-rechts in Duitsland, stelde recent in het Reformatorisch Dagblad dat de Duitse overheid jarenlang de ogen sloot voor hardnekkig rechts-extremisme. Heeft ze een punt?
„Begrijpelijkerwijs ging de aandacht de afgelopen jaren uit naar het jihadisme. Er was te weinig oog voor gevaren van extreem-rechts. Toch richten veiligheidsdiensten in onder meer Duitsland, Frankrijk en de Scandinavische landen zich sinds twee jaar ook uitdrukkelijk op extreem-rechts, zeker sinds de opkomst van alt-right. Het lastige is dat rechts-extremisten, net als jihadisten, zich op allerlei manieren manifesteren. Niet alleen in groepen. Er opereren ook eenlingen. Voor overheidsdiensten kan het lastig zijn die mensen in het vizier te krijgen.”