PvdA-voorman Asscher: Vrijheid van onderwijs voor orthodoxe scholen inperken
PvdA-voorman Asscher wil de vrijheid van onderwijs voor orthodoxe scholen inperken. Het toelatingsbeleid moet minder strikt en scholen mogen het burgerlijk homohuwelijk eigenlijk niet bekritiseren.
Dat viel maandag op te maken uit de woorden van Asscher tijdens een werkbezoek dat hij bracht aan het reformatorisch Wartburg College in Rotterdam. Asscher sprak met enkele directieleden, leerkrachten en leerlingen. Ook woonde hij een les maatschappijleer bij.
Aanleiding voor het bezoek was een interview dat Asscher in december vorig jaar gaf. Daarin kondigde hij aan met een alternatief te komen voor het huidige artikel 23 uit de Grondwet waarin de vrijheid van onderwijs is vastgelegd.
De PvdA-fractievoorzitter in de Tweede Kamer wil in de Grondwet laten opnemen dat elk kind gelijke kansen moet krijgen. Daarbij past het volgens hem niet dat scholen van ouders en leerlingen onderschrijving van de grondslag vragen. Respect voor de schoolregels is in zijn ogen voldoende.
Gelijke kansen
Hoekman, directeur van het beroepencollege van het Wartburg, en bestuurder Toes leggen Asscher aan het begin van het werkbezoek uit dat de school er alles aan doet om leerlingen die zich aanmelden, gelijke kansen te bieden. De school biedt bijna alle soorten van voortgezet onderwijs aan.
Het weigeren van leerlingen komt maar weinig voor. Sowieso melden zich weinig leerlingen aan die helemaal niets met de grondslag van de school hebben. Als dat wel gebeurt, komen ouders zelf al snel tot de conclusie dat hun kind niet op het Wartburg past. Volgens Toes zorgt het gesloten toelatingsbeleid in de praktijk niet voor problemen.
Asscher onderschrijft die conclusie, maar toch wil hij van de bevoegdheid die scholen hebben om onderschrijving van de grondslag te vragen, afscheid nemen. „De uitlatingen in het interview van vorig jaar blijven staan”, zo zegt hij in antwoord op een vraag van het Reformatorisch Dagblad.
Asscher stelt later wel dat hij vooral het misbruik wil tegengaan. Volgens hem zijn er scholen die onder het mom van een gesloten toelatingsbeleid minder kansrijke leerlingen „subtiel” weigeren.
Toes houdt Asscher voor dat een acceptatieplicht in de praktijk leidt tot een feitelijke opheffing van artikel 23. En tot meer segregatie in het onderwijs; dat is in Engeland gebleken. „Straks komen er 300 islamitische Haga-scholen”, zo oppert Toes. Asscher denkt dat dit wel meevalt en wil ervoor waken om „angstbeelden” op te roepen.
Inperking
De PvdA-voorman wil ook de vrijheid van scholen inperken als het gaat om wat ze inhoudelijk aan leerlingen meegeven, zo blijkt tijdens een discussierondje over het burgerschapsonderwijs. Het begint allemaal vriendelijk. Van de PvdA-voorman mag een christelijke school de opstanding van de Heere Jezus als kernpunt van het geloof onderwijzen aan de leerlingen.
Maar als de discussie komt op het homohuwelijk, perkt Asscher de ruimte in. Hij vindt dat scholen hun leerlingen respect moeten bijbrengen voor seksuele diversiteit in de samenleving. Maar op de vraag of de school aan leerlingen mag meegeven dat de politiek door het aanvaarden van het homohuwelijk een verkeerd besluit heeft genomen, antwoordt Asscher: „Dat vind ik lastig. Ik weet niet of je als school daar wat van moet vinden.”
De PvdA-voorman benadrukt dat het belangrijk is dat de school een veilig klimaat biedt voor leerlingen die voor hun homoseksuele geaardheid willen uitkomen.
Geloofsafval
Asscher probeert zijn gesprekspartners gerust te stellen door aan te geven dat de verscheidenheid van scholen wat hem betreft mag blijven. „Dat is waardevol en dat hoort ook bij Nederland.” Maar zijn toevoeging stelt hen allerminst gerust: „Maar met iets minder ruimte dan vroeger.”
Scholen mogen van Asscher wel een eigen identiteit hebben, maar „als je niet op een respectvolle wijze over homoseksualiteit en geloofsafval kunt spreken, dan vraag ik me af of de overheid zo’n school moet financieren.”
Plasterk
Toes vertelt dat oud-minister Plasterk van Onderwijs (PvdA) enkele jaren geleden ook eens een werkbezoek bracht aan het Wartburg College en onder de indruk was van de manier waarop de school omging met het thema homoseksualiteit in vergelijking met de gemiddelde openbare school. Toes: „Volgens de bewindsman was onze school een van de beste om uit te komen voor het anders geaard zijn. Hij heeft daar nog melding van gemaakt in de Tweede Kamer.” Maar enthousiast haakt Asscher niet in op de uitlatingen van zijn partijgenoot.
Om de aanwezigen toch een beetje tevreden te stellen, zegt Asscher dat een grondwetswijziging in ons land zeker zo’n tien jaar in beslag neemt.
Verbluft
Langzaam rijpt het inzicht bij de Wartburgers dat het gesprek de zorgen die er zijn, niet wegneemt. Integendeel, zelfs doet toenemen.
Dat dit gevoelen niet ten onrechte is, blijkt nog even bij het afscheid. Nadat de directieleden Asscher naar de uitgang begeleiden en hem bedanken voor zijn komst, zegt hij nog in het voorbijgaan dat „kinderen soms beschermd dienen te worden tegen hun ouders”; de gastheren van het Wartburg College enigszins verbluft achterlatend op de stoep van hun school.