Op dinsdag begin ik te snotteren. Vast een verkoudheidje. Ik besluit naar school te fietsen om een schoolexamen te maken. ‘s Middags beland ik in bed. Mijn vader denkt dat het allemaal wel meevalt. Maar ‘s avonds besluit ik me toch aan te melden voor een coronatest. De eerstvolgende mogelijkheid is vrijdag.